Taco van Peijpe is gepensioneerd jurist. Hij houdt van poëzie, muziek (speelt dwarsfluit), natuur en gezelligheid in kleine kring. Enkele van zijn gedichten werden gepubliceerd in Meander, in Het gezeefde gedicht en in De Poëziekrant.
“Poëzie is voor mij een taalspel en een binnenweg naar het gevoel.”
GRENSSTEEN
–
deze grijze steen
vergeefs verweer
tegen het vreemde
–
verdwenen zijn
de lijnen in het zand
–
het veld geruimd
het sneuvelen voorbij
–
kamperfoelie bloeit
op deze grijze
drempel in de tijd
–
deze grijze steen
vergeefs verweer
tegen het vreemde
–
verdwenen zijn
de lijnen in het zand
–
het veld geruimd
het sneuvelen voorbij
–
kamperfoelie bloeit
op deze grijze
drempel in de tijd
ZOLEN
–
Wadend door het koude water
voelden wij de ronde keien
langs de oever gras genoeg
–
riet om pijlen van te snijden
voor de bogen wilgenhout
wij misten nog geen doel.
–
Later klommen we omhoog
op harde steen de beek was droog
we wisten niet waarheen.
–
Ons hoofd is leeg. Het is misschien
genoeg als onze zolen voelen
waarvandaan.
–
Wadend door het koude water
voelden wij de ronde keien
langs de oever gras genoeg
–
riet om pijlen van te snijden
voor de bogen wilgenhout
wij misten nog geen doel.
–
Later klommen we omhoog
op harde steen de beek was droog
we wisten niet waarheen.
–
Ons hoofd is leeg. Het is misschien
genoeg als onze zolen voelen
waarvandaan.
ZELFBEHOUD
–
in donker opgelost
geen poten nog geen vleugels
ongenaakbaar onder water
waak ik over dromen
–
daglicht wringt zich door een kier
op tafel rijzen bergen
onbegonnen werk
–
ze passen in mijn tas
maar waar
laat ik als de ochtend komt
de nacht
–
in donker opgelost
geen poten nog geen vleugels
ongenaakbaar onder water
waak ik over dromen
–
daglicht wringt zich door een kier
op tafel rijzen bergen
onbegonnen werk
–
ze passen in mijn tas
maar waar
laat ik als de ochtend komt
de nacht