Spoken word met zelfreflectie
door Kamiel Choi
–
–
Ik wilde deze keer een ander soort poëzie recenseren dan gewoonlijk, uit mijn comfort zone stappen, en dat is met de tweede bundel van Koleka Putuma zeker gelukt. Deze dikke vertaalde bundel is uitgegeven door Poëziecentrum Gent en met veel zorg vormgegeven. Ik sla de bundel ongeveer halverwege open om een eerste indruk te krijgen:
met / in
de fabrieken, keukens
mijnen, ondergrondse vergaderingen
met / in
de notulen die niet meetelden
of slechts telden indien je
leefde en stierf
in dienst of in de strijd
–
het regime
maakte lokaas
en kanonnenvoer van je
–
je vrijheid
gecontroleerd door pantservoertuigen
en spertijden
–
(blz. 70)
De dichteres is ook rapper en spoken word artist. De teksten zouden volgens de achterflap ‘soms harder aankomen dan de scherpste pamfletten’. Ik kan me dat goed voorstellen – wanneer we deze teksten live op een podium horen.
Het gaat (uiteraard, als ik dit in de context van Zuid-Afrika enigszins cynische bijwoord mag gebruiken) over rechtvaardigheid en identiteit. Wat is de status van de zwarten na de beëindiging van apartheid? Van de zwarte vrouw? Van de zwarte lesbische vrouw? In de bundel reflecteert de dichteres over haar ervaring met optreden buiten Zuid-Afrika. Zo drukt ze dat zelf op haar website uit:
‘Met het schrijven van Hullo, Bu-bye, Koko, Come in wilde ik nadenken over mijn persoonlijke ervaringen met reizen en optreden buiten Zuid-Afrika en meer specifiek Europa. Ik wilde verschillende esthetieken en vormen van herinnering, documentatie, performance, hypervisibiliteit en uitwissing begrijpen. Ik wilde kijken naar hoe deze zaken ons begrip van vrouwen in het archief, de erfenis van archivering, viering, roem, cultuur en zwarte vrouwen op en buiten het podium inkaderen.’
Ik weet als recensent niet goed wat ik over deze bundel moet opschrijven. Ik kan vertellen dat de bundel formeel uit vier afdelingen bestaat. De eerste afdeling, ‘Hullo’, gaat vooral over haar aankomst in het buitenland waar ze optreedt. Dit wordt staccato beschreven, de neerslag op papier heeft veel regelafbraak. Zo neemt ze ons mee naar haar aankomst in Europa:
backspace
europa raakt mijn haar aan
mijn vlechten werden over zijn grenzen gegooid
het fouilleert me
in
nederlandse
kolonialistische souvenirs
overgeërfde invasies
potlood test
ja meneer
au!
nee meneer
de armen in de lucht
en
h-e-u-p-e-n g-e-s-p-r-e-i-d (blz. 22)
In de tweede afdeling, ‘Bu-bye’ zien we een aantal personen voorbij komen die veel invloed op de dichteres hebben gehad, zoals Nina Simone of de ‘Queen of African pop’, Brenda Fassie. De derde afdeling, ‘Koko’, gaat onder andere over het uitwissen van zwarte vrouwen uit de officiële geschiedenis. ‘Come in’ bevat meer persoonlijke gedichten, waaruit ik een fragment citeer:
mompel ik camagu voor de eerste keer
meer als een vraagteken dan een amen
de namen van mijn clan wervelen
–
als wildvuren in mijn mond
–
ik besteed de rest van mijn studies
met hun te zeggen
–
jullie horen hier thuis
–
ze geloven me niet (…)
–
(blz.107)
Maar wat mag ik er nog over zeggen? Of het als poëzie voor mij ‘werkt’ (dat doet het niet). Of het ‘creatieve metaforen’ en een ‘muzikaal interessant ritme’ heeft (soms). Deze poëzie dwingt me om te luisteren. Ik kan thematiseren waarom ik er niet echt ‘in’ kan komen, maar dan gaat het over mijn eigen begrip, niet over de poëzie zelf. Ik heb het gevoel dat, wanneer ik mijn normale werk als recensent zou doen, ik deze bundel zou behandelen als een ander soort poëzie. Ik zie niet hoe mijn waardeoordeel, of het feit dat ik veel moeite moet doen om het voor mij invoelbaar te maken, relevant is. Maar ik mag het me er als witte man ook niet te gemakkelijk van af maken met een non-recensie. Nogmaals: deze poëzie dwingt ons goed te luisteren.
Een goed luisterende witte man is ook de vertaler Ludo Abicht, een emeritus hoogleraar literatuur en filosofie, die de bundel heeft vertaald. Wat direct opvalt is het leeftijdsverschil tussen de vertaler en de dichteres: 57 jaar. Wat een adembenemende manier om jonge Zuid-Afrikaanse poëzie te bezorgen in het Nederlands taalgebied. De vertaling is, voor zover ik kan beoordelen, heel zuiver en nauwkeurig.
Het is een fascinerende bundel die me eraan heeft herinnerd dat poëzie meer is dan lyrische navelstaarderij en vissen om erkenning. Het gaat hier om rechtvaardigheid en eer dat dieper gaat dan wat we van een Truth and Reconciliation Commission mogen verwachten (De TRC komt ook in de bundel voor: zij verleende amnestie aan de doders van de in 1986 in opdracht van de Staat neergeschoten anti-apartheidsactiviste Florence Barabara Ribeiro ). Het is cultuur die zichzelf in zelfreflectie schrijft: poésis in letterlijke zin. De auteur bepaalt welke referentie ertoe doen, en het boek staat vol verwijzingen naar namen die de Nederlandse lezer vreemd zullen zijn. Ik kan me voorstellen hoe ze het sterk oneens is met de ‘witte’ culturele referentie naar de Boléro van Ravel op de achterflap.
Ik zou deze dichteres graag een keer horen optreden om haar poëzie ‘in het echt’ te beleven, omdat ik op papier te veel moeite moet doen voor deze felle poëtica die ver van het bed van een persoon met ‘zeven vinkjes’ staat.
____
Koleka Putuma (2022) Hullo Bu-Bye Koko Come in. PoëzieCentrum, 128 blz. € 21,99. ISBN 9789056553500