‘Rafelrandjes aan mensen, die zijn pas interessant’
door Sandra Roobaert
Wanneer ik in Rotterdam aankom voor een gesprek met de auteurs van het poëziegeschenk 2023 regent het ongenadig en staat er een gure wind. Het heeft Hester Knibbe doen besluiten om toch maar niet op de fiets naar het kantoor van Poetry International te komen. Co-auteur Miriam Van hee moet helaas door onvoorziene omstandigheden verstek laten gaan, dus wordt het in plaats van een gesprek met twee dichteressen over vriendschap en literaire samenwerking een één-op-één met Hester Knibbe. De afwezige helft van het duo wordt een beetje tastbaar in de antwoorden van de aanwezige, én in de gedichtenbundel Er staat te gebeuren die tussen ons in op de tafel ligt en waaruit we twee gedichten mogen publiceren.
Hoe kwamen de organisatoren bij jullie uit voor de opdracht om het poëziegeschenk met het thema ‘vriendschap’ te schrijven?
Ik werd gebeld door Carl De Strycker (directeur van Poëziecentrum – SR) die me vroeg of ik samen met Miriam Van hee het Poëziegeschenk 2023 wilde schrijven. ‘Of ik daar nog over moest nadenken.’ Dat was niet het geval, ik heb onmiddellijk ja gezegd, en Miriam ook. We vonden het allebei heel eervol gevraagd te worden. We hadden ook al ervaring met samen schrijven: we schreven destijds de gedichtendialoog Leeftocht. (Atalanta Pers, 2015 – SR).
Hoe zijn jullie te werk gegaan?
Aan het begin hebben we twee dagen in een huisje gezeten in Friesland om te overleggen en bij te roddelen over de literaire wereld, en om te wandelen. We kwamen al gauw tot de conclusie dat we niet onze vriendschap zouden bezingen en het ook niet zouden hebben over onze vriendschappen met anderen. Dat wordt snel een beetje melig en de lezer heeft er weinig aan. We besloten allebei op onze eigen manier met het thema om te gaan. We vonden het ook wel een lastig thema, want normaal denk je over vriendschap niet zo na. Het is iets plezierigs wat je overkomt, het groeit of het stopt, maar om na te denken wat het precies voor mij inhoudt, dat was nieuw en daardoor ook een uitdaging. We stuurden elkaar de gedichten en overlegden opnieuw toen we beiden klaar waren: om te bekijken hoe we ze in elkaar zouden passen. Miriam heeft een reeks geschreven die eigenlijk niet doorbroken kan worden en die van mij is ook tamelijk hecht. Dus besloten we: we zetten ze naast elkaar. Voor de lezer is het ook interessant om twee verschillende invalshoeken te lezen. We hebben allebei ons eigen ‘handschrift’ behouden, dat wilden we geen geweld aandoen. We hebben dus niet geprobeerd om naar elkaar toe te schrijven. Over de titel en de flaptekst hebben we aan het eind overlegd. We zijn heel tevreden over hoe het proces is verlopen.
De titel kwam achteraf?
Ja, we kwamen erachter dat we allebei iets in de trant van ‘er staat te gebeuren’ hadden geschreven. Dat was toevallig, maar het leek ons een prima titel. Het heeft een opgewekte, verwachtingsvolle klank.
Ik lees inderdaad dynamische beelden in jullie gedichten: springen, samen afzetten, een rivier overvaren, een berg beklimmen … Anderzijds tref ik veel vragen aan, zowel in Miriam Van hee’s gedichten als in de jouwe. Ook heel wat woorden die wijzen op kwetsbaarheid en spanning: onzekere wind / zand in mond en ogen / eeuwige vetes / twist of zwijgen … Is vriendschap ambivalent?
Nee, niet ambivalent, maar het is natuurlijk wel zo dat iedereen zwakke en sterke punten heeft. Ik denk dat je in een vriendschap focust op de sterke punten. Maar iedereen heeft ook z’n gevoeligheden. Ook in vriendschappen kun je soms per ongeluk een ongelukkige opmerking maken of een verkeerde grap. Als ik weet dat bepaalde dingen gevoelig liggen, dan probeer ik daar niet tegen te trappen. Dat bedoel ik in mijn tweede gedicht met ‘kijk uit voor gestruikel’.
Soms wordt ook gezegd: ‘Een vriend is iemand die je een keer goed de waarheid durft te vertellen.’
Dat moet kunnen ja, maar het moeten niet van die harde waarheden zijn waar hij of zij niks aan heeft, niets mee kan. Je kunt elkaar op iets wijzen, maar het moet opbouwend blijven. Iemand keihard de waarheid zeggen kan ook een vorm van liegen zijn. Ik ben voor voorzichtigheid, voor begrip voor andermans zwakheden.
De bundel heeft een motto, een citaat van VS Naipaul: ‘Vriendschap heeft haar merkwaardige kanten.’ Ik vond het iets heel dubbels hebben.
Ja, we hebben er wel bij gegrinnikt, we vonden dat een hele leuke. Iedereen heeft zo z’n eigenaardigheden. Iemand kan op een onverwachte, verrassende manier uit de hoek komen, daardoor raak je niet op elkaar uitgekeken. Rafelrandjes aan mensen, die zijn pas interessant. Ik hoop dat ook ik met die welwillendheid word bezien, ook ik heb mijn eigenaardigheden en rafels.
En wat is er merkwaardig aan Miriam, of is dat te privé?
Ja, dat is privé (lacht). Wat ik enorm in haar bewonder is haar manier van gefocust kunnen zijn. Ze merkt details op, bijvoorbeeld een waterdruppel die aan een stoel hangt. Ook in deze bundel valt haar concentratie, het kunnen zijn in het moment zelf, te lezen. En dat weet ze ook nog eens op een schitterende manier te verwoorden. Dat vind ik heel interessant in haar poëzie, het openstaan voor wat zich voordoet in haar directe omgeving.
Bij jou lees ik meer de blik op de ruimere buitenwereld.
Misschien. Ik probeer mijn positie in de wereld te analyseren. Ik ben nu eenmaal ook analiste geweest (lacht). Hoe sta ik in de wereld, hoe kijk ik ernaar, hoe kijk ik naar mensen en hoe benader ik ze? Ook: hoe leeft een ander, oh zo kan het dus ook, dat is interessant. Het is één van de redenen waarom ik graag reis. Die liefde voor reizen is ook wat we gemeenschappelijk hebben. Toen we voor het project ‘Leeftocht’ een thema moesten kiezen, wisten we het gelijk: reizen.
Wat ik bij jullie allebei ook aantref is een pleidooi voor openheid, de ontmoeting met onbekenden en het potentieel dat daarin schuilt.
We kregen het verzoek om het poëziegeschenk te schrijven kort nadat Rusland Oekraïne was binnengevallen. De beelden van mensen die belangeloos wildvreemden in huis haalden, stonden op mijn netvlies gebrand. Die belangeloosheid is, denk ik, ook een kenmerk van vriendschap en tevens de kurk waar de wereld op drijft. Het hield me sterk bezig, zo is het ook in mijn reeks geslopen. Je kunt het vriendschap voor de mens noemen, voor lui buiten je eigen bubbel, want vriendschappen binnen een bubbel zijn makkelijk, of in elk geval een stuk makkelijker dan het binnenhalen van een vreemdeling.
Is vriendschap anders dan liefde?
Een goeie liefde is tevens een vorm van vriendschap, kameraadschap. Maar liefde gaat wel veel verder, althans voor mij. Het is intiemer dan vriendschap. Je hebt veel verschillende vormen van vriendschap en veel verschillende soorten liefde. Partnerliefde is voor mij uniek. Het is een andere liefde dan die ik heb voor m’n vrienden en vriendinnen. En voor mijn kinderen voel ik weer een ander soort liefde, daar zit ook het dierlijke, beschermende in.
Hoe werkt literaire vriendschap?
Eigenlijk hetzelfde als een gewone vriendschap. Wanneer je in een bepaalde kring verkeert, kunnen daaruit hechtere contacten ontstaan. Ik vind die, naast andere, ook in de literaire kring. Natuurlijk klikt het met de ene schrijver beter dan met de andere. Mijn man en ik hebben al heel wat vakanties bij Miriam en haar man in de Cevennen doorgebracht, samen met Luuk Gruwez en zijn vrouw. Gruwez beschouw ik als mijn literaire broer, misschien ook omdat ik altijd graag een broer heb willen hebben. We zijn veelal elkaars eerste lezer.
Ook in Nederland heb ik een aantal heel goeie literaire vrienden en vriendinnen die ik koester en met wie ik regelmatig van gedachten wissel. Ik heb met goede vrienden in een poëziegroepje gezeten waarbij we elk een gedicht voorbereidden en daar hadden we het dan over. Aan de hand ervan kwamen we vaak bij maatschappelijke en particuliere kwesties uit. Kortom, poëzie kan aanleiding geven tot allerlei gesprekken over het dagelijks leven.
Gaat het in literaire vriendschap ook over schrijfvreugde en -blokkades?
Ze maken zeker niet de hoofdmoot uit van onze gesprekken. We informeren wel bij elkaar naar een volgende bundel, bijvoorbeeld, klagen soms over omstandigheden waardoor we niet aan schrijven toekomen. In onze gesprekken komt poëzie volop of zijdelings aan bod, maar dat hoeft niet over die van onszelf te gaan.
Is er beïnvloeding in literaire vriendschappen? Wat thematiek of manier van schrijven betreft, bijvoorbeeld?
Nee, die is er niet. De stijl van Miriam Van hee, Luuk Gruwez en mijzelf is zeer verschillend. We bekijken elkaars werk wanneer daarom wordt gevraagd, maar enkel op een technische manier, verder gaat het niet. Thematiek, invalshoek, verbalisering, daar komen we niet aan. Het zijn eerder kleine dingen: hoofdletters, komma’s, ritmegevoel. Ik heb ooit tegen Gruwez gezegd: ‘Als wij uit dansen zouden gaan, stonden we voortdurend op elkaars tenen’.
Miriam gebruikt dan weer zelden of nooit hoofdletters. Dat zijn eigenheden die ik juist zo waardeer en aantrekkelijk vind als ik een gedicht van haar lees. Dan weet ik onmiddellijk: ‘dit is een gedicht van Van hee’.
Wat mijzelf betreft, ik laat me graag verrassen door het gedicht dat ik schrijf: wat wil het?
Zijn jullie nu wijzer geworden over de vriendschap, jullie vriendschap of vriendschap in het algemeen?
Over een paar aspecten wel. Bijvoorbeeld die belangeloosheid en het vertrouwen. Ook over geborgenheid die je vindt binnen vriendschappen. Wanneer je die ervaart, is het makkelijker om met jezelf vriendschap te sluiten, want dat is natuurlijk ook een dingetje, vriendschap sluiten met wie je bent. Door de waardering van een ander kun je jezelf beter accepteren. Als je voortdurend negatieve opmerkingen krijgt, verandert dat ook je zelfbeeld, terwijl je bij positieve respons wat steviger in je lijf komt te zitten.
Is vriendschap ook tegengif voor de sfeer van polarisering in de samenleving?
Het is inderdaad zo dat er veel onvriendelijkheid, onzekerheid, grimmigheid is. Ik zit niet op social media, maar je komt het ook in kranten en andere media tegen. Als ik er te veel mee bezig ben, word ik er somber van, dus ik beperk het nieuws tot de krant en hooguit enkele keren per dag via internet of tv. Ik denk dat jongeren, en ook ouderen, zich tegen die onvriendelijke sfeer wapenen door in een bubbel te gaan zitten met gelijkgestemden. Een vorm van zelfbehoud, lijkt mij.
Hoe gaat het er in de literaire wereld aan toe: is daar meer rivaliteit of meer vriendschap?
Ik weet het niet zeker, misschien ben ik wel onnozel in die dingen, maar ik merk vooral dat er, zeker binnen de poëzie, een hele warme, hartelijke sfeer heerst. Er zal best jaloezie zijn, maar ik ben er kennelijk niet zo gevoelig voor. Ik ervaar de literaire wereld, die van de poëzie, als een warme, met hartelijkheid en oog voor elkaar. Leeftijdsverschil doet er niet zoveel toe, is mijn indruk. En ik blijf nieuwsgierig naar wat zich aan nieuw talent aandient. Fantastisch dat het steeds doorgaat!
uit de gedichtenbundel Er staat te gebeuren:
hoe moest je een vriendschap beginnen, onder
de juiste weersgesteldheid, je zegt dan: hoor,
een koekoek, we kunnen een wens doen, of
kijk, een eekhoorn, vandaag waait een lauwe,
onzekere wind over de heide, het oppervlak van
de vennen trekt samen, kikkers kwaken, je denkt
aan een ochtend waarop je met andere dichters
de botanische tuin in münster bezocht, jullie
vroegen je af waarom het tragische heiliger is
dan het blijde, jullie lachten om het geestdriftig
gekwaak, nu loop je alleen op de heide, gebogen
over de kaart, er waait zand in je mond en je ogen
© Miriam Van hee
Iemand springt over zijn schaduw op
andermans schaduw, juist in het hart.
Met welke bedoeling, op zoek naar wat, om
zijn wil op te leggen? Gaat er pijn mee gemoeid? ‘Het is
altijd het hart met zijn duistere reden,’ schuift
het hoofd de vragen van zich af.
‘Maar ondanks onze eeuwige vetes
bewonen we eenzelfde leven en
wordt er gesprongen dan zetten we samen
af,’ zegt het hoofd vindt het hart. ‘Waartoe?
Om te ontmoeten wie achter die
schaduw zijn weg zoekt.
© Hester Knibbe
–