Poëzie als basis van een hechte vriendschap
door Herbert Mouwen
–
–
Het Poëziegeschenk 2023 met de verwachtingsvolle titel Er staat te gebeuren heeft een uitdagend motto van V.S. Naipaul meegekregen, namelijk ‘Vriendschap heeft haar merkwaardige kanten’. Dat maakt de lezer nieuwsgierig. Op de achterkaft van de dichtbundel van het duo Miriam Van hee & Hester Knibbe, staat een citaat van de Romeinse dichter Horatius, die bekend is geworden met uitspraken als ‘de naakte waarheid’, ‘de gulden middenweg’, ‘een goed begin is het halve werk’ en ‘pluk de dag’. Zegswijzen die we anno 2023 nog steeds gebruiken. Horatius’ woorden gaan nu over vriendschap: ‘Voor wie bij zijn verstand is, gaat vriendschap boven alles’. Op de achterkant van de bundel spreken Miriam Van hee & Hester Knibbe zich over hun vriendschap uit door zich als volgt aan te sluiten bij zijn woorden: ‘Wij beamen dat volmondig. In 1985 ontmoetten we elkaar voor het eerst tijdens Poetry International, een ontmoeting die resulteerde in een durend contact.’ Deze kleine dichtbundel bestaat uit twee gedichten. Miriam Van hee opent de bundel met een vijftal strofische gedichten, Hester Knibbe schreef vijf gedichten, waarvan elk gedicht bestaat uit een zestal disticha. Het is mogelijk het gedicht van Hester Knibbe als één doorlopend gedicht van dertig disticha op te vatten, maar dat heeft niet mijn voorkeur.
Het eerste gedicht van Miriam Van hee heeft de strofevorm van een sonnet. Net als in de volgende vier gedichten staat in dit gedicht een vraag centraal: ‘hoe kan ik vriendjes / maken?’ Het antwoord is dat de ‘ik’ haar ‘je m’appelle’ leerde zeggen ‘en dat / ze mee wilde spelen’. Je naam noemen is de eerste stap tot het ontwikkelen van een vriendschap. Wie de personages zijn in het eerste gedicht, is duidelijk: een ‘ik’ en een ‘ze’, samengenomen in een ‘we’. Het tweede, derde en vierde gedicht begint met de vraag ‘hoe moest je een vriendschap beginnen’, het vijfde gedicht met ‘hoe moest je een vriendschap redden’. Nu ontbreekt het vraagteken, opvallend is ook de verleden tijd ‘moest’. Als lezer hoop je antwoorden te krijgen op deze vragen en die krijg je ook, maar het opvoeren van nieuwe personages in de volgende gedichten is erg verwarrend. Het tweede gedicht:
iets over je reis hiernaartoe, over het landschap
of stel je een vraag, komt niet alle muziek van
de vogels, je volgde zijn raad op, voer de rivier
–
over om aan de andere kant de berg te beklimmen
waar je verdwaalde, je liep te dicht bij de rand,
hij had nog gezegd, waar de buxus groeit, daar
is de afgrond maar jij wilde uitzicht, je plaats
–
in het land van een ander bepalen, doen wat je
niet laten kunt, je oefenen in het herkennen
In dit gedicht wordt ‘zijn raad’ en de bijbehorende ‘hij’ opgevoerd zonder dat de lezer te weten komt wie deze ‘hij’ is. Het gebruikte je-perspectief daarentegen is interessant, want het kan verwijzen naar een andere persoon of het is een vorm van zelfreflectie voor de ‘ik’ uit het eerste gedicht. In het vijfde en laatste gedicht duikt ineens een ‘lieve s, lieve l, op. Wie zijn dat? De ‘ik’ zegt: ‘ik antwoord je snel’. Ik vraag me af: allebei apart of moet ‘je’ toch ‘jullie’ zijn? Kortom, ik blijf als lezer met allerlei perspectiefproblemen zitten en dat houdt me weg van de inhoud. Dat is jammer omdat er in de gedichten allerlei antwoorden worden gegeven op de in de tekst gestelde vragen, die de moeite van het lezen meer dan waard zijn.
Met het distichon ‘Iemand springt over zijn schaduw op / andermans schaduw, juist in het hart.’ begint Hester Knibbe haar gedicht. Voor vriendschap en aandacht voor de ander moet je eerst over je eigen schaduw springen en in het hart van de ander terechtkomen. Deze binnenkomer staat als een huis! Het derde en het vijfde gedicht zijn het meest bijzonder. In het derde gedicht dat een anekdotisch karakter heeft, staat wederom ‘het hart’ centraal.
en een hart. Het hart liet kinderen binnen plus
–
een vrouw en een vrouw op de vlucht voor
wat elders gebeurde en stond te gebeuren. Het hart
–
maakte de kamer en keuken wat groter zodat het zou
passen, haalde water en brood. De kinderen
–
speelden, de vrouw en de vrouw weenden
om een man en een man en alle verlies daarginder.
–
De oude vrouw met het grote hart en de krappe
kamer en keuken deelde wat ze nog had, stak een klein
–
vuur aan, zocht in een stapel met kleren iets warms
voor de kinderen en speelgoed omdat het kon duren.
Als je je hart wat groter maakt, dan passen de krappe kamer en keuken daarin. Het hart zelf – nu gepersonifieerd – ‘haalde water en brood’. Een mooie, veelzeggende paradox en ja, je hart groter maken is een wezenlijk aspect van vriendschap! Ook de titel van de bundel is subtiel verwerkt in het gedicht. De laatste tijd zijn er veel oorlogs- en vluchtelingengedichten geschreven, maar dit gedicht is opmerkelijk. Ook bevat het gedicht van Hester Knibbe interessante vragen en boeiende antwoorden. De laatste vraag is: ‘Hoe verover je Troje?’ Het antwoord is simpel: ‘Door er te gaan wonen.’ Inderdaad, zover moet je gaan. En dan krijgt de lezer nog een advies mee: ‘Bedenk de muren van Troje zijn / niet van bladgoud gebouwd maar van stevige / eenvoud en zo ook bereik je het hart met // zijn duistere stegen en pleinen.’ Weer dat begrip ‘hart’, maar nu in twee betekenissen, namelijk als het centrum van de stad en als het innerlijke gevoelsleven. Het gedicht eindigt met ‘Drink met de drinker, speel / met het kind, help de oude met rooien: zo leer je / te houden van Troje en Troje van jou.’ Een wederzijds houden van, dat is vriendschap.
Achterop de bundel staat ook nog de afsluitende tekst ‘Poëzie als basis van een hechte vriendschap’. Dat de vriendschap tussen Miriam Van hee & Hester Knibbe hecht is, daaraan valt niet te twijfelen en dat poëzie een middel is om vriendschappen te laten ontstaan of om vriendschap te bevorderen, staat buiten kijf. Jammer, dat de kwaliteit van de twee gedichten te weinig in evenwicht was.
____
Miriam Van hee & Hester Knibbe (2023). Er staat te gebeuren. Poëziegeschenk 2023, 24 blz.ISBN 9789056553906