Van meeuwenschreeuw tot meeuwenpraat
door Marc Bruynseraede
–
–
In het afgeladen Café De Verloren Gernoare (De Verloren Garnaal) in De Panne bestijgt vandaag, elke paar minuten, een nieuwe kandidaat het podium. De ceremoniemeester voorziet eenieder van een keurige inleiding: verkoopster in een kledingzaak, neurowetenschapper, student geneeskunde. Allemaal komen ze op het EK meeuwenschreeuwen af. Een wedstrijd voor Europa’s beste imitatie van, jawel, een meeuw.
Onder de aanwezigen zochten we vruchteloos naar de dichteres Lut De Block, daar deze een dichtbundel liet verschijnen onder de titel Meeuwenpraat. Nu weten we dat het woord praat veel pejoratieve bijbetekenissen heeft: prietpraat, praat voor de vaak, cafépraat. Maar hier was het klaarblijkelijk de bedoeling aan te geven dat er een gesprek was van mens tot meeuw en van meeuw tot mens over een geliefkoosd onderwerp van de meeuw: de liefde. En dat kan je beter niet krijsend doen. In Café De Verloren Gernoare had dit echter niet misstaan, daar die avond tal van meeuwenliefhebbers hun meest gepolijste krijs, vanuit hun diepste binnenste, ten beste gaven. In anderhalf uur spraken 48 kandidaten hun innerlijke vogel aan, aldus de dienstdoende reporter in de krant.
Lut De Block krijst/krast/praat in het bundeltje met mooie, ingekleurde aquarellen van meeuwen die verrassend diepzinnig uit de hoek komen.
Twaalf brieven aan ‘Krasser’, van mens tot meeuw (Meeuwen die krasloten verkopen ?), gevolgd door twaalf ‘meeuwenpraatjes’: leerzame overpeinzingen – hoewel, het zijn maar praatjes – van meeuw tot mens, onderbroken en verlucht door de visueel krijsende Larus argentatus van Marcel Rouffa.
De gedichten zijn eenvoudig, gemakkelijk leesbaar, met hier en daar een dubbel bodempje of metaforisch versierinkje, maar sober. Ze klinken zo gewoon dat je je afvraagt of het hier soms geen doordeweekse dienstmededeling betreft. Maar het zijn in feite pretentieloze kanttekeningen, tekens van verlangen, van gemis, die je alleen maar met peinzende stilte kan beantwoorden.
–
De blauwe ochtend schurkt tegen de warme nacht aan.
Hij rookt een eerste sigaret en luistert naar de zang
van de merel. Hij leent me ogen en oren. Dan schuift hij
terug in bed en vallen de puzzelstukjes op de juiste plaats.
Het bloed zingt in mijn lijf. Liefde is een thuisgevoel
een lenige lichtvonk en het besef van toekomst.
Het mezelt in mij, mijn hand zoekt de vluchtheuvel
Van zijn buik, de drenkplaats van het pimpelmeesje.
In de tweede cyclus ‘Meeuwenpraat’ krijgt de relativerende meeuw het woord, onder het motto van Emily Dickinson: ‘Hope’ is the thing with feathers – / That perches in the soul – / And Sings the tune without the words – / And never stops – at all –‘
Lezend in deze teksten vraag je je af of hier soms niet Phil Bosmans van de Bond zonder Naam aan het woord is, vermomd in meeuw, zingend over het lijden, geluk en ongeluk – count your blessings – en alles wat daar tussenin ligt.
–
Ik zie dat je lijdt, maar je lijdt pijnen waar een ander
om moet lachen. Wacht. Geluk wordt geboren uit ongeluk.
Koester je lot, het is het jouwe. Het leven is zoet en triest.
Zing het ten volle. Het vermijden van lijden brengt lijden voort
Alles is met elkaar verweven en verknoopt, duizendmaal
verstrengeld. Luister naar de vele stemmen: de vrolijke
de klaaglijke, de kinderlijke. Ze horen allemaal bij elkaar.
Een zee vol van dit alles is de muziek van het leven.
Ter informatie van de lezer/lezeres weze vermeld dat de 12 gedichten uit de eerste cyclus ‘Brieven aan Krasser’ verschenen in Het Liegend Konijn 2022/2 (nomen est omen) en de 12 gedichten uit de tweede cyclus ‘Meeuwenpraat’ verschenen in de Poëziekrant 2022/6.
Het wachten is nu op het EK kanariefluiten en het EK distelvinkgeflieter.
Liefhebbers consulteren de site van de De Verloren Gernoare en kandidaat-fluiters hebben misschien ook wat aan deze site: klik hier.
____
Lut De Block (2023) Meeuwenpraat. Uitgeverij P, 40 blz. € 18,00. ISBN 9789464757033