Wind, regen en eenzaamheid
door Maurice Broere
–
–
De dwarsligger was ooit een uitkomst als je op reis ging en boeken mee wilde nemen. Boeken nemen veel ruimte in en zijn soms best zwaar. De kleine boekjes in dundruk die je dwars moest lezen, boden uitkomst. Inmiddels kun je een complete goed gevulde boekenkast meenemen in een e-reader. Dus de uitkomst die de dwarsligger bood, is verleden tijd. De bundel Littekens van het verleden is een dwarsligger op doorsnee dichtbundel formaat. Op de oneven pagina’s staan gedichten en op de even pagina’s staat de titel bladvullend afgedrukt. De noodzaak om de bundel als dwarsligger te presenteren is mij niet duidelijk. Het zegt, denk ik, meer over de dichter die als dwarsligger gezien wil worden. Dit gevoel wordt nog versterkt door de inhoudsopgave die aan het eind staat. De nummering van de gedichten correspondeert niet met de bladzijden. De reden hiervan ontgaat me en versterkt het gevoel dat we te maken hebben met een dwarsliggende dichter.
Opvallend is dat alle gedichten dezelfde opbouw hebben namelijk: terzine, los vers, terzine. Dichters hebben vaak een voorkeur voor een bepaalde dichtvorm, vaak is dat een sonnet. De benaming van de dichtvorm kon ik nergens vinden en misschien moeten we het een Brocatusvers noemen.
–
Wij gedenken hoe we naast elkaar stonden
op een kamergroot balkon in een trage zomernacht
gehavend in onze zwijghemden met zicht
–
op het verdwijnen van een langzame dag.
–
Jij liet de deur op een kier zodat jij mijn voetstappen
nog kon horen als ik weg zou gaan. Ik verboog de trap naar
beneden tot een draaitrap om jou langer vast te houden.
In de eerste strofe zien we twee mensen die elkaar niets meer te zeggen hebben. ‘Gehavend in onze zwijghemden’ is een mooie vondst om tot uit uiting te brengen dat alles al gezegd is en ze uitgepraat zijn. Dan de tussenregel met de ‘langzame dag’. Waarschijnlijk was het afscheid al afgesproken en omdat er weinig tot niets te zeggen viel tussen de geliefden, kroop de tijd. De ik-persoon gaat, lijkt wel, met tegenzin het huis uit en probeert haar zo lang mogelijk vast te houden in zijn herinneringen. Het einde van een relatie laat littekens na in ons geheugen. Het blijft een teer punt door de mooie momenten die er geweest zijn. Zij heeft ook moeite, want de deur staat op een kier.
Dit is het titelgedicht van de bundel. Een litteken blijft achter op de huid na een verwonding. Tijd heelt alle wonden luidt het spreekwoord. Dat geldt ook volgens velen voor psychische schade. Er zijn allerlei manieren om frustraties en trauma’s te verwerken, maar waarschijnlijk blijven er altijd wel pijnlijke herinneringen: de littekens van de ziel. De titel krijgt wel erg veel aandacht naast de plaats op de omslag ook eindeloos herhaald op de even bladzijden. Eigenlijk heeft een titel dat niet nodig, omdat het sowieso al een blikvanger is.
–
Het is windstil. Met de dreiging van regen
wandelt hij met opgetrokken schouders, zijn
handen in zijn jaszakken, langs het kanaal.
–
De spons onder zijn schedel vult zich met gedachten.
–
Er zijn de vrouwen die hij beminde. Er is zijn moeder
die hem onaangekondigd achterliet. Ook toen was het
windstil maar vlak na dat bericht regende het. Dagenlang.
Dit begint met een ‘Natureingang’, tamelijk vaak toegepast in sonnetten. Het is een sombere dag. Het is bewolkt en waarschijnlijk komt er regen. Iemand loopt door deze sombere wereld. ‘De spons onder zijn schedel’ vind ik een mooie metafoor voor de sombere gedachten die zich opdringen aan de wandelaar. De derde strofe geeft de reden van de somberte: de eenzaamheid die ontstond na het vertrek van vrouwen die hem beminden, waarvan zijn moeder de eerste was. Op een regenachtige dag was ze weg zonder dat hij dat verwachtte. De associatie met tranen kan ik niet onderdrukken.
–
Hij sluit kasten en verzamelt sleutels,
bergt ze op in een oude boekentas,
zij kijkt de op hun slaapkamerbed
–
opengeklapte koffers na. Het reisseizoen begint.
–
Een auto stopt voor de half neergelaten rolluiken.
Er is een stilzwijgende taakverdeling: hij de valiezen,
zij de voordeursleutel. De chauffeur hoeft nooit aan te bellen.
Een heerlijk staaltje huiselijkheid. Het moment van vertrek breekt aan en beide partners doen hun eigen afsluitende taken zonder dat zij daarover spreken, alles loopt vanzelf. Dan stopt een auto en de chauffeur hoeft niet eens aan te bellen, want ze zijn klaar om te vertrekken.
Het is geen schande als je als dichter je vorm gevonden hebt en een bundel uitbrengt met 40 Brocatusverzen en een juiste inhoudsopgave. Je hoeft echt niet allerlei capriolen uit te halen om met een wat dwarsliggerig exemplaar op de proppen te komen. De gedichten staan als een huis en bij het lezen verschaffen ze de lezer alles wat hij in poëzie zoekt: liefde, afscheid, reizen, natuur, regen, somberte, mooie observaties en aansprekende metaforen.
____
Frans A. Brocatus (2023). Littekens van het geheugen. Uitgeverij Ambilicious, 88 blz. €17,50. ISBN 9789493275713