door Simon Mulder
-
Simon Mulder is voordrachtskunstenaar, essayist, dichter met een grote interesse in het vormvaste gedicht, artistiek leider bij literair theatercollectief Feest der Poëzie en redigeert de Singersteek Serie bij Uitgeverij HetMoet. HetMoet en het Feest der Poëzie werken samen met Meander om elke maand een sonnet uit hun fonds, in het Nederlands of tweetalig in oorspronkelijke taal en Nederlandse vertaling, met een korte toelichting door Mulder naar voren te brengen en te omlijsten met verschillende media in de nieuwe rubriek ‘Een wereld vol sonnetten’. De titel is gehaald uit het sonnettenduo vol kritiek op ‘sonnettenbakkers’ door Nicolaas Beets.
Vandaag deel 5:
AL ESPEJO
¿Por qué persistes, incesante espejo?
¿Por qué duplicas, misterioso hermano,
El menor movimiento de mi mano?
¿Por qué en la sombra el súbito reflejo?
Eres el otro yo de que habla el griego
Y acechas desde siempre. En la tersura
Del agua incierta o del cristal que dura
Me buscas y es inútil estar ciego.
El hecho de no verte y de saberte
Te agrega horror, cosa de magia que osas
Multiplicar la cifra de las cosas
Que somos y que abarcan nuestra suerte.
Cuando esté muerto, copiarás a otro
Y luego a otro, a otro, a otro, a otro…
AAN DE SPIEGEL
Waarom volhard je, eeuwige spiegeling?
Waarom herhaal je, duistere verwant,
De vluchtigste beweging van mijn hand?
Waarom die weerschijn in de schemering?
Jij bent volgens de Griek het ander ik
En spiedt sinds alle tijden. In gewiegel
Van waterglans en in de strakke spiegel
Zoek jij naar mij ondanks mijn blinde blik.
Het feit je niet te zien en daar te weten
Verhoogt mijn huiver, toverding dat dwingen
Durft tot vermenigvuldiging der dingen
Die wij zijn en die ons zijn toegemeten.
Als ik dood ben, verdubbel je een ander
En nog een ander, ander, ander, ander…
Jorge Luis Borges (vertaling Paul Claes)
Uit: Everness, Uitgeverij HetMoet, 2022
De dichtbundel Ziel van mijn ziel: Elegieën van Paul Claes, tevens vertaler van Borges’ sonnetten, bevat in de cyclus ‘Dodenmaskers’ een gedicht getiteld ‘Borges’; het is een sonnet in korte verzen van tweeënhalve trochee:
-
-
Mijn gebroken blik
die niet langer speelt
met zijn spiegelbeeld
in het blinkend kwik
-
zoekt een ander ik
dat nooit werd verdeeld
door het dubbelbeeld
van zijn blinde schrik.
-
Glinsterender dan
gindse regenboog
breekt het zwarte licht
-
van dit droomgezicht
in de spiegel van
mijn geloken oog.[1]
-
-
In de ‘Verklaringen’ die Claes aan het eind toevoegt, volstaat hij met de bondige mededeling: ‘Het gehele werk van de blinde Argentijnse dichter Jorge Luis Borges (1899-1986) staat in het teken van de spiegel.’Bij de bundel Everness, die verscheen in de Singersteek Serie van Uitgeverij HetMoet, maakte ik voor het Feest der Poëzie een voorstelling met Argentijnse klassieke muziek, tango, voordracht en een interview met de vertaler. De betreurde tangozanger, theatermaker en dichter Juan Carlos Tajes (1946-2023) bracht er een van zijn laatste zangoptredens en zong begeleid door pianist Juan Pablo Dobal twee nieuwe tango’s op teksten van Borges uit de bundel, waarvan één op het intrigerende sonnet Al espejo, eindigend met het duizelingwekkende a otro, a otro, a otro, a otro… Gelukkig hebben we Juan Carlos’ stem en de composities nog: deze zijn opgenomen in de tweedelige Feest der Poëzie Podcast die boek en voorstelling begeleidt.
-
Al espejo wordt in de bundel gespiegeld door een tweede spiegelsonnet, El espejo/De spiegel, dat aanvangt met de regels:Yo, de niño, temía que el espejo
Me mostrara otra cara o una ciega
Máscara impersonal que ocultaría
Algo sin duda atroz.
Ik was als kind bang dat de spiegel mij
Een ander hoofd zou tonen of een blind
En onpersoonlijk masker, dat beslist
Iets gruwelijks verborg.
Daarnaast komen in Claes’ selectie uit Borges’ sonnetten nog eens vier sonnetten voor waarin het woord ‘spiegel’ wordt genoemd - in totaal speelt de spiegel een rol in zes van de zeventien in de bundel opgenomen gedichten. Achter spiegels, zo lijkt elke vermelding ons te zeggen, is iets verborgen waar we de hand niet op kunnen leggen. Spiegels zijn voor Borges een toegangsweg naar het paradoxale universum waarin zijn beroemde verhalen plaatsvinden, zoals twee van mijn favorieten: ‘De bibliotheek van Babel’ en ‘De loterij van Babel’.
Ironisch genoeg kon Borges zelf tegen de tijd dat hij, op latere leeftijd, sonnetten begon te componeren, zichzelf niet meer in de spiegel zien: hij was blind geworden, een van de redenen waarom hij zich tot het korte en vormvaste sonnet ging beperken, omdat hij dat in zijn hoofd kon componeren en vervolgens dicteren. Ook andere eigenschappen van het klinkdicht vond Borges belangrijk, zo stelt Claes in zijn inleiding: ‘Volgens de dichter moeten rijmwoorden elkaar ook inhoudelijk oproepen: espejo ‘spiegel’ weerspiegelt reflejo ‘spiegelbeeld’.’ Dat doet hij dan ook in het eerste kwatrijn van Al espejo.
Borges is, net als Claes, erudiet en niet spaarzaam met cultuurhistorische verwijzingen. De ‘Griek’ volgens wie de spiegel ‘het ander ik’ zou zijn, kan weleens Plato zijn, vermoed ik; in zijn dialoog Alkibiades I haalt Plato de beroemde spreuk ‘ken uzelve’ van het Apolloheiligdom te Delphi aan, en maakt hij duidelijk dat het erom gaat dat men zijn ware zelf, namelijk zijn eigen ziel moet leren kennen. [2] Iemand die een ander recht in de ogen kijkt, ziet wat we ‘de poppetjes in de ogen’ noemen, en dus zichzelf - alsof men in een spiegel kijkt:
-
-
Sokrates: Dus een oog dat in een ander oog kijkt, dat wil zeggen in de kern waarmee gezien wordt, zal zo zichzelf zien.
Alkibiades: Dat is duidelijk.
Sokrates: Maar als de ogen gericht zijn op andere aspecten van de mens of van de dingen om hem heen die niet het wezen benaderen, ziet men zichzelf niet.
Alkibiades: Dat is waar.
Sokrates: Als het oog zichzelf wil zien, moet het kijken in het oog zelf en wel naar die plek waar de kracht van het oog, het gezichtsvermogen dus, zetelt.
Alkibiades: Ja.
Sokrates: Dus, beste Alkibiades, als de ziel zichzelf wil leren kennen moet zij ook naar de ziel kijken en speciaal naar die plek waar de kracht van de ziel, wijsheid dus, zetelt, en verder naar wat het benadert.
Alkibiades: Dat denk ik ook, Sokrates.
Sokrates: Is er iets in de ziel dat we goddelijker kunnen noemen dan weten en inzicht hebben?
Alkibiades: Nee.
Sokrates: Dit is dus het goddelijke aspect van de ziel en ieder die daarnaar kijkt en al het goddelijke leert kennen, leert zo ook zichzelf het beste kennen.[3]
Wanneer men dát doet, leert men dus zijn ware zelf kennen. Zo kan de spiegelmetafoor voor de oude Grieken nog een bron van waarheid vormen. Ook tot en met de Renaissance zou deze dialoog wel eens de bron kunnen zijn geweest van de zogenaamde vorstenspiegels, waarin uit de doeken gedaan wordt hoe een goed vorst zich moet gedragen [4] (het bekendste voorbeeld is misschien de cynische anti-vorstenspiegel Il Principe van Machiavelli).
Bij Borges echter, een man van de 20e eeuw, een modernist, een surrealist, kan de spiegel die funderende en betrouwbare functie niet meer vervullen: concepten als waarheid en essentie zijn in de moderne kunst en filosofie op zijn best diffuus en ongrijpbaar en op zijn slechtst verdacht en gevaarlijk. Kunnen we onszelf nog wel kennen in deze tijd? De spiegelmetafoor die Borges uitwerkt in zijn sonnetten wijst niet meer op de weg naar kennis door zelfreflectie, maar leidt tot verwarring en angst. Innerlijke spiegeling geeft ons nu een blik op onbekende en gevreesde kanten van onszelf en de wereld: ons onbewuste, onze sterfelijkheid en vervangbaarheid, en alle mogelijke werelden die ons aan de onze doen twijfelen.
[1] Paul Claes (2015), Ziel van mijn ziel: Elegieën. Amsterdam/Antwerpen: De Bezige Bij.
[2] Plato, Alkibiades I, 124b, 130e.
[3] Plato, Alkibiades I, 133a-c, vert. Xaveer de Win (1978), Platoon: Verzameld Werk 6. Kapellen: De Nederlandsche Boekhandel.
[4]Albert Joosse (2018), ‘Reflections and Rivalry: The origin of the Mirror Tradition in the Platonic First Alcibiades’. In: Concepts of Ideal Rulership from Antiquity to the Renaissance (edd. Geert Roskam, Stefan Schorn), pp. 31-59. Turnhout: Brepols Publishers.
De voorstelling Everness door het Feest der Poëzie heeft een reprise bij het Pianola Museum te Amsterdam op 31 januari 2025 en vormt tevens een eerbetoon aan Juan Carlos Tajes.
Het boek Everness is te bestellen via de webshop van het Feest der Poëzie. De kaartverkoop van het bijbehorende evenement 'Everness' door het Feest der Poëzie begint binnenkort via deze link.
De Feest der Poëzie podcast over Jorge Luis Borges bestaat uit twee afleveringen en begeleidt het boek met muziek en verdiepende gesprekken.