door Pieter Sierdsma
Lévi Weemoedt, ‘Die des avonds komt’, Trudy Kramer, olieverf op paneel
Treurnis, het woord alleen al, smaakt in de mond als een drankje op voorschrift van de dokter, tussen bitter en smakeloos. Maar er zijn dichters waar het treurige vermengd wordt met aanstekelijke humor. Een vrouwelijke kennis verschafte mij een goede kenschets: ‘Hij heeft een unieke manier om de diepten van het leven met een vleugje humor te verkennen. Het contrast tussen de melancholie en de scherpe observaties maakt zijn werk zo speciaal.’
In zijn leven verschanst hij zich met zijn eigen waarheid en de vriendschap van zijn hond. Schilderes Trudy Kramer heeft een prachtig beeld van hen beiden gemaakt. Een duidelijke zielsverwantschap. De baas zit ’s avonds met een dun sigaartje, de hond met een oud bot. En als ze thuiskomen van de wandeling hangt de man zijn natte jas aan een haakje en schudt de hond zijn vacht droog voor het opgepookte kacheltje.
Lévi Weemoedt met een vooruit zwevend accent aigu en een dt, om de trieste naam toch twee ironische vleugeltjes te geven, is het studentikoos pseudoniem van Ies (Izaäk) Jacobus van Wijk (Vlaardingen, 1948). Een schrijversnaam die zo rijmt op het mistroostig weemoedige uit de tijd van Piet Paaltjens en ruikt naar het verschaalde bier in het studentencafé. Hij was leraar Nederlands en schreef voor een groot aantal dagbladen als het Algemeen Dagblad en de modebladen Avenue en Elle. Hij publiceerde proza en ook korte verhalen, verzameld in De scherven van het geluk, een goed gekozen titel voor de autobiografische schetsen, waarin aan het tragikomische wiel van de werkelijkheid nog een tandje wordt bijgezet, zonder dat daarbij overigens veel fantasie nodig is.
Deze kwaliteit geldt ook voor zijn gedichten, gedichten die van een schrille groteske realiteit een opwekkende gebeurtenis maken. Van de verzamelbundel Pessimisme kun je leren, samengesteld door columnist en tv-persoonlijkheid Özcan Aykol bij Weemoedts zeventigste verjaardag, werd het voor poëzie en ook voor een literair werk ongelooflijk aantal van meer dan honderdduizend exemplaren verkocht.
Een tikje van de depressiviteit van zijn moeder, die lang kon stofzuigen op elke pluis heeft hij zeker meegekregen. Na twee echtscheidingen terechtgekomen in een klein huisje aan de Nieuwe Maas lijkt zijn wereld bedreigd door een rommelende drankenhandel en de helse ovens, het vuur en gas van Pernis aan de overkant.
Een treurige omgeving voor een in zijn diepste ziel romantische schrijver die geboren lijkt met zijn ziekenfondsbrilletje. De wereld is niet evenredig. Het ongelijk begint al vroeg getuige het motto dat hij aan het eerste deel van De scherven van het geluk meegaf: ‘Warm Nest – Ieder gezin is een pleeggezin Alleen wat er gepleegd wordt, dáár verschillen ze in’. De dwars opgewekte mistroostige lyriek stapt vrolijk verder in bundels als Geduldig lijden, Geen bloemen en Zand er over. Teruggedrongen tot maar weinig zou je dit nog willen hopen:
Werkloos
Hoe lang sta ik vandaag alweer
voor ’t raam van droefheid ziek?
O, was ik maar een passpiegel
in een leuke meisjesboetiek!
Wat kan weemoediger zijn dan een straatorgel, meegesleept door zijn trieste centenman van stek naar stek. In de verhevigde droeve drens opgewekt door Weemoedts orgeltje wordt het wel heel erg. Het meest erbarmelijke daarna is zeker zijn radio-avondgymnastiek. Hier twee gedichten uit de eerste bundel Geduldig lijden.
Vrees voor de oude Tierelier
Als Weemoedt’s draaiorgel zich wentelt door de stad,
dan wordt het stil op alle grote winkelpleinen.
De conjunctuur heeft dan zijn beste tijd gehad,
de koopkracht slaat onmiddellijk aan ’t kwijnen.
De rolluiken gaan neer en overal zoeken
de mensen naar een veilig onderkomen.
Een huisvrouw neemt haar toevlucht tot de bomen
bij ’t zeurderig lied uit de kartonnen boeken.
Toch zet ik weer mijn droefste deuntje voor
om ’t kleinbedrijf belangeloos te steunen.
Al streelt mijn lied dan niet een ieders oor:
Ik kan mij om de volksmond niet bekreunen.
’s Nachts slinger ik door de kroegen en door stegen,
zwalkt door de stad een trieste éénmansband.
Dan leidt met een schorre drankstem door de regen
een oude voerman een luguber pierement.
Die op de hoek een ogenblik blijft staan
om waggelend met de centenbak te zwaaien.
Dán weer een bitt’re vuist schudt naar de maan,
terwijl zijn rechterarm als vanzelf begint te draaien.
Wie tot de generatie van achtenveertig en kort daarna behoort kan zich de ochtendgymnastiek voor de radio van Ab Goubitz goed herinneren, waar de luisteraar in de kille morgen op de iele piano riedeltjes van Arie Snoek in de meest onwaarschijnlijke kronkels werd gelegd. Dit traumatisch gebeuren wordt door Weemoedt weerspiegeld in een bijna fatale avond gymnastiek.
‘Even ontspannen voor het slapen gaan’.
Ademhalingsoefeningen rond middernacht met dr. Lévi Weemoedt
1.
‘Dames en heren, staat u allen klaar?
Ga zitten met de handen in het haar:
Van vóór naar achter, doen we nog een keer.
Zit dan mistroostig bij de pakken neer.’
2.
‘Grijp tienmaal in ver’twijfling naar het hoofd,
zwoeg met de borstkas, dat uw adem wordt geroofd.
En mocht u nog van plan zijn te gaan skieën;
zak dan droefgeestig zesmaal door de knieën.’
3.
‘Snik smart’lijk nu, het linkerbeen gestrekt:
de rechter blijft wanhopig in de nek.
Nú op, en hurk neerslachtig op de grond:
blaas dertig droeve winden uit uw kont.’
4.
‘De laatste oef’ning doen we op een stoel.
Het bung’lend koord beschouwt u nu als doel;
veer óp, maar houd uw evenwicht aldus!
Steek hals en hoofd in één keer door de lus.’
5.
‘Maak hol de rug en houd het touw gestrekt.
’t Is tijd dat u naar Dromenland vertrekt.
Zwaai uit en spring ontspannen op de grond.
Blaas nu de laatste adem uit uw mond.
Draai om en doe hetzelfde nog een keer.
Dit was het dan, tot ’n volgende maal maar weer!
Bronnen:
Lévi Weemoedt, Geduldig lijden, Erven Thomas Rap, Baarn, Zesde druk, 1979.
Lévi Weemoedt, Vanaf de dag dat ik mensen zag. Verzamelde gedichten, Nijgh & van Ditmar, 2007
Lévi Weemoedt, De scherven van het geluk, De mooiste verhalen uitgekozen door Vic van de Reijt, Nijgh & van Ditmar, derde druk, 2019
Lévi Weemoedt, Het nut van Lodesteijn, Nijgh & van Ditmar, 2021
Lévi Weemoedt, Wikipedia, 2024
–