Poëzie is het expressiemiddel dat hem het beste ligt.
ALEPPO AAN ZEE
Ze vroegen om een vuurtje
om de vrede te richten
twee Syrische AZC jongens
in de winderige namiddag
van een verlaten badplaats
Ik kon ze
als verstokte niet roker
helpen door
een kuchende Duitser
naar een aansteker
in zijn jaszak te laten zoeken
een krans van rook
verhulde het herdenkingsbeeld
voor de drie dood
aangespoelde vliegers
van een Britse bommenwerper
vijf en zeventig jaar terug
zo kon
met nieuw geleerde woorden
de beschietingen
van de recente geschiedenis
beginnen
de ogen
losgeslagen van hun verbrande schepen
verzonken in hun blik
bleven uitkijken
op het nog aanwezig verleden
in de verwaaiende woorden
de mortiergaten in de flat
gapend van ontbeerde slaap
het puinzand in hun straten
die in de met kinderlijken
gevulde granaatkraters woei
nu kan er weer
van het stuivende leven
een huis gemaakt worden
als een kasteel
vormen de golven
geen barricaden meer
de IS woestijn
met een zee aan mijnen
verandert
in een veld van verordeningen
als dichter dicht je
met gedachten
de dag
dat helden een fantasie zijn
voor sterfelijke gelovigen
in alle paradijselijke staten
van het numaals
welk bloed doet mij
deze oorlog begrijpen
SCHAAFKLEUR
het wordt avond
een schrijver schreef
over het rozerood
als brug
naar de schemering
een dichter dacht
is roodroze iets anders
in de spiegeling van
het boezemwater
is het belangrijk
roodroze of rozerood
met zicht
op vervallend wit
voor een vleermuis
als vlakgum
in een verder
stil je de nacht
onder het flonkeren
van sterlicht
als de lucht
zijn kou spreidt
je met adem schrijft