LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Hans Rothuizen – Vanavond nasi

21 mrt, 2018

Een dans van klank en tijd

door Peter J.R. Vermaat

Wie de tweede bundel van Hans Rothuizen leest zonder eerst op de achterzijde te spieken, zal niet snel de indruk krijgen poëzie van een bijna-zeventiger te lezen. Op een enkele plaats zou het taalgebruik een wat langer verblijf in deze wereld kunnen verraden, maar daarbij blijft het.

Rothuizen begon zijn dichterschap met het schrijven van sonnetten, waarvan er ook in deze tweede bundel een aantal te vinden is. Bleek de dichter in zijn eerste bundel in deze vorm meer een denker dan een zanger, hier gaan lyriek en beschouwing in klank en ritme hand in hand, als in een voorzichtige dans:

EMILY STOOKT EEN VUUR

Bij zwart ziet ze het scherpst. Gedachten
mengen zich tot pijn en onvoorzien
geluk: een pen bij lamp en tafel dient
de nacht en de nog blanke uren. Wachten

wordt vertrouwen, luisteren bevriend
vuur. Ze wikt de woorden: fluweelzacht –
hard als diamant – kreunen – glimlachen.
Ze wil de lichte gloed van zwaarte zien.

Emily priemt in haar verstopte leven
twee lichtstralen naar de binnenkant.
Het vonkt als het wordt opgeschreven.

Haar ademtocht is op papier geland,
met felle steken door het wit geweven.
Ze overziet de stilte. Hoe het brandt.

[p. 20]

De bundel is opgebouwd uit vijf afdelingen van verschillende omvang, waarin zowel vormvaste als vrije verzen voorkomen. Ook de onderwerpen zijn divers: voetbal, muziek, andere landen, maar ook familie in voorgeslacht en nageslacht. Er is alledaagsheid en mythologie, liefde en overspel, er zijn vindplaatsen en er is angst om te verliezen.
Bij herlezing duiken in de thematiek vervolgens meerdere sporen op van iemand die niet alleen rondkijkt, maar ook bij tijd en wijle als dichter beschouwend achteromziet:

CHEETA

De jonge cheeta kan niet meer dan dertig meter
op topsnelheid. Te weinig om het prachtige hert
te grijpen dat hem als water uit de klauwen glijdt.

Veel later, als hij leert geduldig te spieden en
zorgvuldig om te springen met zijn krachten
heeft hij een kans. Om op het juiste moment

met de juiste sprong in het juiste perspectief
gericht bijtend en houwend rechtop en
scherp overlevend in de blinkende zon

een hevig tegenspartelend gedicht
uit de lucht op de grond te nagelen.

[p. 63]

Al bij een tweede lezing geeft dit gedicht zijn poëticale onderlaag prijs en bij een derde of vierde keer wordt dit poëticale verband breder getrokken naar de beeldende kunst: ‘gericht bijtend en houwend’ kan heel goed gelezen worden als ‘beitelend en houwend’ door een beeldhouwer, waarmee in de diepere onderlaag een dichter wordt getoond als hakkend en schurend in taal. Daarnaast kan ‘rechtop en scherp’, gecombineerd met ‘perspectief’ in verband worden gebracht met een foto, waarmee een tweede betekenis van ‘beeld’ in de beeldende kunst wordt neergezet.
Voor een poëtisch geschoolde lezer zijn dit aspecten waardoor je een bundel vaker ter hand neemt, omdat je weet dat je er iedere keer weer andere van dit soort aspecten zult aantreffen. Dit maakt Hans Rothuizen niet uitsluitend maar zeker ‘onder meer’ een dichter voor dichters.

De meest persoonlijke en meest indrukwekkende afdeling van de bundel is de vierde, ‘ALS’ genoemd naar de ziekte die de broer van de dichter uiteindelijk fataal zal worden. Deze serie van vijf gedichten, waarbij ieder volgend gedicht korter is dan het voorgaande, toont niet alleen in taal, maar ook in vorm het krimpend perspectief dat aan de orde is. Hoewel ik de reeks onrecht doe door hem niet integraal over te nemen, volsta ik hier met een aantal passages die een even krachtig bewijs zijn van wat taal vermag als van het talent en het ambacht van de dichter:

je wilt als requiem nog langer mee
op het toneel, al is het zonder stem.

[ALS (1), p. 53]

[…] Als eerste
bij de kaken van de draak.

[ALS (2), p. 54]

Hoe lang duurt leven nog
als alle akkoorden uit je vingers
zijn gegleden en ontbindende
voorwaarden hun vuile werk doen.

[ALS (3), p. 55)


Hij bidt boven een veld
van kleine heerlijkheden.
Duiken kan niet meer.
[ALS (4), p. 56]

Daar lig je – uit de tijd geworpen.
[…]
bezonken en verlicht
te baden in het niet.
[ALS (5), p. 57]

In de bundel kijkt de dichter in zijn taal om zich heen, zowel dichtbij als verder terug of vooruit. Ieder gedicht vormt een reeks van passen in een dans van klank en tijd, waarbij de lezer niet alleen de ogen van de dichter volgt, maar wat hij ziet ook kan meespreken met zijn mond. Dichterbij een lezer kan een dichter niet komen. En omgekeerd.

***
Hans Rothuizen (1948) studeerde Engels en Nieuwgrieks. Hij debuteerde als dichter op 50-jarige leeftijd. Aanvankelijk schreef hij uitsluitend sonnetten, later steeds meer vrije verzen. Hij publiceerde gedichten in diverse literaire tijdschriften. Zijn gedicht De pont bij Middelaar won de Poëzieprijs Plasmolen 2013. Eerder verscheen bij uitgeverij Kontrast zijn bundel Ongeprijsde uren.

     Andere berichten

Bloemlezing – Het komt goed

Bloemlezing – Het komt goed

Een wereldbibliotheek van geluk door Tom Veys - - Een gedichtenbundel samenstellen met als thema ‘geluk’ is geen sinecure. Samensteller...

Jonas Bruyneel – Mulhacén

Hallo? Federico? door Marc Bruynseraede - - Aan het literaire firmament is sinds kort een nieuwe ster verrezen: Jonas Bruyneel, aan de...