LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Beter dan scheurend behang de verbeelding

14 nov, 2009

Mariken van de Bovenkamp (1967) publiceerde eerder in onder meer Krakatau, Verlaine en Meander. Enkele gedichten van haar zijn op muziek gezet door de groep Gloed, zoals ‘Huis van vrede’. Yvonne Broekmans sprak met haar over het land van Maas en Waal, het bouwen van hutten en de verbeelding.

Je voornaam wekt meteen associaties met verhalende dichtkunst, onderwerpen als trouw en ontrouw, de omgeving van Nijmegen. Maar wellicht is dat helemaal niet van toepassing?
Ik ben in Nijmegen geboren en werd genoemd naar Mariken, het meisje met de boodschappentas. Daarmee ben ik altijd gelukkig geweest. Als kind identificeerde ik me met haar; alleen onderweg en voor de duvel niet bang. Ik heb nooit geloofd dat Moenen lelijk was, met maar één oog. Moenen was woest aantrekkelijk natuurlijk, los van wat hij allemaal nog te bieden had. Ik snapte heel goed dat Mariken op zijn voorstel inging, en ikzelf verwachtte hem ook op elke straathoek en langs ieder weggetje in mijn jeugd. Ik zou aan Moenen net zo trouw blijven als aan de Maagd en mijn ziel mogen houden. Dat leek me geen enkel probleem. Nog steeds niet, eigenlijk.
Ik groeide op in het land van Maas en Waal, in Batenburg. Niet ver van Nijmegen. Ik vervlocht dat oude, dierbare land met het verhaal van Mariken, en dat weer met het mijne. En zo kregen mijn gedichten een verhalende en soms wat middeleeuwse sfeer, vermoed ik. Dus ja, de naam en die omgeving hebben mijn schrijven wel beïnvloed.

Ik kan me voorstellen dat iemand die zo intens naar zijn omgeving kijkt, ook andere vormen van kunst beoefent?
Nee, ik schilder wel eens wat, maar dat mag geen naam hebben. Vroeger danste ik. Misschien was ik graag filmer geworden. Maar, hoewel mijn gedichten misschien verhalend zijn, kan ik geen verhaal vertellen. Een begin, een eind, een dramatische ontwikkeling, een plot, dat lukt me niet. Ik verlies me in een beeld. Dat wordt steeds groter, maar gaat nergens heen. Ik zou wel willen dat de plaatjes in mijn hoofd printbaar waren, als een soort van polaroid. En dan maar knippen en plakken.

In het gedicht ‘Siësta’ staat: ‘beter dan vlees de verbeelding’. En later: ‘beter dan scheurend behang de verbeelding’. Kennelijk is de verhouding werkelijkheid-verbeelding voor jou van belang?
Ik wende maar langzaam aan het feit dat de wereld concreet en tastbaar is. Dat je dingen moet doen als je iets voor elkaar wilt krijgen. Je alleen maar heel hard voorstellen wat je zo graag wilt, bleek niet genoeg. Jammer, want daarin was ik juist zo goed.
In de verbeelding is niets uitgesloten, alles is weer terug te draaien. Het is mogelijk meerdere levens tegelijk te leven. In de echte wereld krijg je vieze handen, en zijn er consequenties. Je kunt er kiezen, maar dat leidt meteen en vanzelfsprekend tot beperking. Pas laat snapte ik de regels. Sinds ik ze doorheb, wordt het leven, tot mijn stomme verbazing, steeds aangenamer.

Poëzie geeft een plaats aan de losse beelden en woorden die in mijn hoofd rondslingeren. Dat vind ik prettig, het ruimt op’ schrijf je bij de gedichten die je ons stuurde. Kun je iets meer vertellen over de manier waarop taal voor je werkt?
Soms blijft een woord of een beeld net zo lang rondzingen in mijn hoofd tot het een plaats in een gedicht heeft. Als een zeurend kind dat wil dat we samen een hut gaan bouwen. Is de hut klaar, dan is het zoet, dan heeft het een eigen wereld, dan heb ik er geen omkijken meer naar. Ik hou van woorden, van hoe ze een wereld kunnen bouwen. Dat doe ik dan soms, in een brief, een e-mail, of in een gedicht. In een gesprek vind ik dat moeilijker. Ik wil de woorden kunnen zien, dat helpt me. Goed bouwen heeft tijd nodig en langzaam praten is zoveel lastiger dan langzaam schrijven.

Op www.mariken.punt.nl plaats je je gedichten. Hoe belangrijk is het voor jou om gelezen en gehoord te worden?
Ik wil het simpelweg graag meemaken. Maar ik vind het ook heel spannend om zichtbaar te zijn, om gelezen te worden. Voorlopig is het belangrijk voor me, juist omdat ik het zo spannend vind. Misschien wordt dat ooit minder. Dat zien we dan wel weer. Maar voor het zover is, hoop ik gelezen en gehoord te zijn.
Op een podium voel ik me thuis. Hoe dat komt weet ik niet. Ik vind het prettig; het licht, de vloer. Ik ben altijd zenuwachtig, maar als ik er eenmaal sta is dat weg. Het is even een wereld op zich. Een hut, zou je kunnen zeggen.

     Andere berichten

Interview Bart Adjudant

‘Veel poëzie waar ik van houd is gemaakt om gezongen te worden’ door Inge Boulonois   Dichter en musicus Bart Adjudant (Den Haag,...

Interview Bernard Wesseling

Interview Bernard Wesseling

‘Er is een direct verband tussen taalverloedering en gevoelsarmoede.’  door Cora de Vos   Schrijver en dichter Bernard Wesseling...

Interview Jan J. Pieterse

Interview Jan J. Pieterse

'van puntdicht naar bühne' door Inge Boulonois   Jan J. Pieterse (geboren in Goes) heeft een passie voor het theater. Hij presenteert...