LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Columns

De weg die we niet inslaan
De weg die we niet inslaan
Is de allegorie uit de mode vanwege de zedenles die achter de vermomming schuilgaat? We laten ons in dit post-hedonistische tijdperk niets meer vertellen. De kerk heeft afgedaan, filosofen zijn elitaire leuteraars en journalisten leugenaars. Rogier de Jong over een goede parabel waar je het verhaal wordt ingezogen, verleid om de verborgen boodschap via een schokeffect tot je te nemen.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (61)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (61)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het eenenzestigste antwoord komt van Monique Bol.
Een man die een gulden waard is
Een man die een gulden waard is
Overal in Nederland staan verhalentafels waar mensen herinneringen ophalen. Ook zijn er breiclubs en bridgeverenigingen waar mensen tussen de bedrijven door hetzelfde doen. Bij het verhaal over de ijscoman, begint een ander het wijsje te neuriën dat hij zich herinnert van de ijskar die vroeger bij hem in de buurt rondreed. Columnist Jan Loogman over dat wat dit allemaal teweegbrengt.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (60)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (60)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het zestigste antwoord komt van Harmen Malderik.
Gorter, luminist
Gorter, luminist
Herman Gorter werd en wordt nogal eens een luminist genoemd – iemand die licht en kleur tot thema van zijn werk maakt. Dat luminisme kwam niet uit de lucht vallen: het was wijdverbreid in de schilderkunst van zijn tijd en Gorter hield daarvan. In ‘Verzen’ schilderde hij licht en kleur met woorden. De septembercolumn van Hans Puper.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (59)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (59)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het negenenvijftigste antwoord komt van Pieter Sierdsma.
Een landjonker 1970
Een landjonker 1970
In een van de mooiste uren in het zwervend bestaan van Hans Franse stond hij voor de Wildenborch, het landhuis waar Staring woonde, met een forse Donjon op het 18eeuwse huis. Hij zag de dichter zitten aan een flakkerend haardvuur, Horatius lezend of aan de vijver dat prachtige lyrische gedicht schrijven, ‘Wij schuilden onder het dropp’lend lover gedooken aan een plas.... ‘
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (58)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (58)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het achtenvijftigste antwoord komt van Onno-Sven Tromp.
Poëticale parochies
Poëticale parochies
‘Onze dichtkunst is een soort Mesopotamië geworden’, aldus Rogier de Jong, ‘het tweestromenland waarin ooit Babylonië lag – het land dat zo verwaand was dat het door God werd gestraft met een spraakverwarring.’ De calvinistische hang naar matigheid en ‘ontbeelding’ zit diep in ons dna. De uitdrukking ‘verbeeld je maar niets’ spreekt boekdelen. De literatuur, en met name de poëzie, is voor die soberheid niet gespaard gebleven.