LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Liefde op de muur in Siena

20 aug, 2023
door Hans Franse

 

 

‘Ik herhaal u’, schrijft Louis Couperus, ’ik heb van die vreemde, historiesche bevliegingen en dweperijen.*
Ik kan daar wel iets bij denken, ik heb het vaak: als ik iets lees, wil ik het ook zien en mijzelf ter plekke overtuigen dat het inderdaad zo wonderschoon of bijzonder is. En dan rijden we erheen. Zo ontdekten we bijvoorbeeld het landgoed van Karel Appel in Toscane en zagen we zijn werken bij Appels buurman die een grote collectie kunst had.
En nu rijden wij langs de Via Cassia, een oude consulaire weg vanaf het meer van Bolzena, richting Siena, een van de mooiste steden van Italië, zo niet de allermooiste.

Niet elke stad is mooi, noch in Nederland, noch in Italië. De steden in Italië zijn ook niet per definitie mooier. Eerlijk gezegd vind ik dat Nederland relatief gezien mooiere en meer gevarieerde steden heeft: Amsterdam, Leiden, Haarlem, Den Haag, Utrecht, Rotterdam: zes werelden in het westen, om maar niet over het zuiden, oosten en noorden van het land te praten. Siena, Pisa, Lucca, Pistoia, Firenze, Arezzo: zes Toscaanse steden waarvan ik Lucca het gezelligste vind maar Siena, met haar omgeving, de allermooiste.
De Via Cassia volgt niet helemaal het oude tracé, maar de historische naam inspireert en geeft mij de gelegenheid de ruïne van klooster en kerk van San Galgano te bezoeken, waaraan Couperus ooit ‘s nachts een bezoek bracht. Hij schrijft dat hij met zijn koetsier Ferruccio daarheen reed, ‘… Ferruccio’, zeg ik tot mijn koetsier,’ , ga waarheen je wilt, toer mij een paar uur  rond door de Campagna…’* Het is meer dan 30 km. Berg op, berg af en dat met een koets. En heen en weer. De kloeke ruïne is de moeite waard, indrukwekkend gelegen in het landschap en vlakbij, uiteraard een goed restaurant waar men een rode Toscaanse wijn schenkt die lijkt op Chianti, maar iets zuidelijker smaakt.
We komen dit keer in Siena uit op een andere plek dan we gewoon zijn. Er is een groot portaal met roltrappen, zodat we overdekt stijgen. Als we de zon weer voelen zie ik poëzie op de muur geplakt. Poëzie op straat; ik kan niet verder gaan zonder die gelezen te hebben. Grote vellen vol woorden, aangebracht door, lees ik, het ‘Movimento per l’Emancipazione della Poesia’ (Beweging voor de emancipatie van de poëzie) Ik zie ook een website onderaan ( www. Movimentoemancipazionepoesia.tk). Nazoeken dus.
Het eerste gedicht is beschadigd, het is wat moeilijk vertaalbaar, ik moet woorden invullen die ik als hypothetisch tussen haakjes zet. De beschadiging vraagt een creatieve lezer. Ik moet ook raden wie de dichter is: M 14. Je kunt er van alles bij denken.

(Ho) visto un salice…
Ik heb een wilg gezien die werkelijk treurde
een (haveloze) man met de baard en een voddenbaal op zijn rug
(die)harten construeerde uit de bladeren van een park
en ze vervolgens woedend uit elkaar haalde

Ik heb een haard gezien die besloten had te stoppen met branden
en een politieagent die met zijn vinger op een met stof bedekte auto schreef
‘ hou van me en laat van je houden’.

Ik heb de afstanden zich zien verlengen en leegtes creëren
en de leegtes vulden zich met niets en krankzinnigheid.
Ik heb de meedogenloze kalender gezien
die eigenlijk (een hoop) stront (voorstelde).

Diegene die bij de ‘merda’ (stront) het gedicht beschadigde, maakte het mij onmogelijk om de finale van het gedicht, die met de tijd en de eeuwigheid te maken lijkt te hebben, echt te begrijpen. Zou dat ‘vieze woord’ woede hebben opgewekt? In poëzie praat je niet over ‘poep’, zeker in het trotse Siena niet.

Het prachtige liefdesgedicht op het andere affiche is ook aangetast, wat jammer is want je kunt vermoeden wat de dichter bedoelt.

Voordat de wind je pelt
bevriest de kou je
en de zon droogt (je) uit

Ik genees je en bescherm je

Heel intens biddend
dat je hart het zonder moeite
zal begrijpen

dat in werkelijkheid
de zon je zal (verwarmen)
de kou je zal (versterken)
en de wind ( je zal verkoelen)
iedereen…(rest onmogelijk).

Ik voel me wat onthand, ik kan zelfs het becijferde initiaal van de dichter niet vinden.

Er is over de poëzie heen een ander affiche opgehangen, waarop iemand reclame maakt en zich mengt in het gedicht. Dat is de ‘spazzacamino’, de schoorsteenveger die zich afficheert met een geestig tekeningetje van een mannetje met een hoge hoed en een ladder. Ook hij heeft een tekst.
‘De schoorsteenveger inspecteert en repareert onmiddellijk.’
Ik kijk naar de schoonheid van de stad en wens dat de schoorsteenveger het vuur uit het eerste gedicht weer aan zou blazen en de poëtische tekst na een inspectie onmiddellijk repareren, want het lijkt me een oprecht mooi liefdesgedicht.
Droevig wandel ik naar de Piazza del Campo, het mooie schelpvormige plein. Misschien zou Couperus er een charmant verhaaltje aan gewijd hebben.

 

**citaten van Couperus uit Pisa en Siena, beide uit: Uit blanke steden onder blauwe lucht, 1912. Te vinden in deel 2.

 

foto’s © Hans Franse

 

 

     Andere berichten

Waar een busreis toe leiden kan

door Marc Bruynseraede   In de jaren zeventig kwam ik in contact met Ton Luiting, dichter-journalist bij De Gooi- en Eemlander en...

Heeft u pech, dan heeft u geluk

door Jan Loogman   De redactie van het ANWB-magazine De Kampioen heeft onlangs de lezers gevraagd gedichten in te sturen over hun...

Meander Live 7

door Hans Puper   Kees ’t Hart leest op de volgende Meander Live (15 mei) zijn laatstverschenen bundel voor: Het vogelkerkhof. Hij is...