Meandermagazine
Sara Eelen - Het nodige breken
Douwe Wilts is geraakt door het debuut ‘Het nodige breken’ van Sara Eelen. Hij vindt het een volstrekt unieke bundel: ‘’Er zijn al vele dichters geweest die, met meer of minder succes, een poging deden iets zinnigs te zeggen over het verschijnsel tijd. Eelen heeft daaraan een nieuwe dimensie toegevoegd. Het is de tijd die kan helen, het is de tijd die kan breken, het is de tijd die kan buigen; en dat alles tegelijk. Met ‘Het nodige breken’ mag Eelen zich de Einstein der dichters noemen.’’ Een longread.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (73)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het drieënzeventigste antwoord komt van Katelijne Brouwer.
Anne Louïse van den Dool - Wij zijn uitgeweken.
Tom Veys vindt dat Anne Louïse van den Dool met haar debuut ‘Wij zijn uitgeweken’ een belofte afgeeft. De eerste afdeling noemt hij zelfs: subliem. ‘Er is het groeien, het terugblikken en de pijn die daarmee gepaard gaat, maar ook het ontdekken, het opnieuw ontdekken waarbij gedachten poëzie vinden. Blijven en weggaan, aantrekken en afstoten, in ruime zin eros en thanatos, zijn de rode draden in deze bundel.’
Meander Live 2
Op de tweede Meander Live leest Iduna Paalman haar nieuwe bundel ‘Bewijs van bewaring’ voor. In zijn geheel, want daarmee doe je een zorgvuldig samengestelde bundel recht. De column van Hans Puper.
Koen Vlerick
Een dichter die zich vooral bezighoudt met digitale beeldvorming is Koen Vlerick. Net zoals veel kunstenaars is hij tweeledig in zijn creativiteit. Zijn beelden bevatten woorden in een tegenwoordige tijd, geven zijn liefde voor het leven weer maar ook zijn verzet tegen het lelijke en gruwelijke in de wereld. Denkt u in beelden of in woorden?
Ingmar Heytze - Met wat geluk
‘Met wat geluk’ is alweer de twaalfde bundel van Ingmar Heytze. Hettie Marzak aan het woord: ‘Heytze heeft in deze bundel opnieuw laten zien dat hij de dichter van het kleine geluk bij uitstek is. Nooit zo gelukkig dat het ongeloofwaardig wordt, nooit zonder kanttekeningen die het enigszins afzwakken. Geluk bestaat alleen bij de gratie van het ongeluk, zegt de dichter. Het maakt zijn poëzie des te interessanter.’