Meandermagazine

Froukje van der Ploeg - Soms blijft iets
De gedichten in ‘Soms blijft iets’ van Froukje van der Ploeg kunnen Peter Vermaat niet bekoren: ‘’Vermoedelijk ligt de oorzaak voor mijn leeservaring vooral in de bespiegelende aard van de teksten, het – enigszins beteuterde – terugkijken van nu naar vroeger en het af en toe wat klagerige verwijzen naar slachtofferschap van de vrouw – niet alleen door biologisch bepaald ongemak, maar toch ook door ‘het verschijnsel man’’’
De eerste honderd (4)
Wim van Til over de eerste Lucebert die hij kocht, geen impulsaankoop, maar een weloverwogen keuze. Veel had hij ook aan een studie van Ad den Besten, ‘Ik uw dichter’. In de uitverkoop voor 2 gulden maar van onschatbare waarde voor zijn dossier. En als bijkomstigheid, het was het eerste poëziestudieboek in zijn verzameling. Iets voor een nieuwe serie?

Maricela Guerrero - De droom van elke cel
Het thema van ‘De droom van elke cel’ van Maricela Guerrero vertaald door Lisa Thunnissen, is het voeren van een talig verzet van inheemse talen die de wereld van cellen, bomen en wolven vertolken, tegen de taal van het zogenoemde imperium dat ontgint, verbrandt en bomen velt. Francis Cromphout is onder de indruk van deze poezie van ‘ruisende woorden’. Speciale aandacht is er ook voor de vertaling van Thunnissen.
Van A tot Z, een monument voor een dichter
Hans Franse vindt Lennaert Nijgh, een van de beste tekstschrijvers uit de laatste jaren van de twintigste eeuw, een dichter. Hij wisselde teksten over de tijdgeest af met poëtische tijdloze teksten, en gebruikte in eindeloze variatie de letters van het alfabet voor liedjes, columns, musicals en boeken: vandaar de A tot en met de Z.
Clara de Groen
Het werk van Clara de Groen begint al meteen goed met de dag openbreken met yoghurt en klei en dat slaaphaar. Formuleringen die vaak sober zijn maar wel doeltreffend: de vogels die laag vliegen en de kikkers die hoog springen, ganzen die rijpe wolken naar beneden trekken, papieren zonnebloemen beschilderen en ze bevestigen met bloementape. Een fijngevoelige dichter, maar zonder sentimentaliteit.

Anouk Smies - De Blob
In ‘De Blob’ borduurt Anouk Smies verder op de gelijknamige film over een levend wezen met een amorfe substantie dat zich voedt met andere organismen. Anneruth Wibaut zegt: ‘Nee, het zijn niet de gevoelens, groot of klein, die de gedichten van Smies kenmerken, veeleer beelden, vaak barok of in bizarre combinaties. Ze lezen daardoor als het script voor onthutsende tekenfilms met een komische toets.’