Meandermagazine
Poëzie in beweging
Het commentaar van Hettie Marzak
Aan recensent Hettie Marzak stelden we de vraag of ze weleens onheus bejegend wordt na het publiceren van een recensie. Ze ontvangt helaas regelmatig zeer vervelende reacties. Ze legt die kritiek naast zich neer want: ‘Uitleg en duiding moeten niet van de dichter zelf komen, dat moet aan de lezers overgelaten worden.’ Het commentaar van Hettie Marzak.
Wie zit er achter het podium (5)?
Wie zit er achter het podium (5)? Een serie korte gesprekken met organisatoren van poëziebijeenkomsten. In de vijfde aflevering verwoordt Dick van Hoeve alles over de Dichterskring Alkmaar die volgend jaar veertig jaar bestaat. ‘We zijn waarschijnlijk de enige vereniging die zijn statuten in dichtvorm bij een notaris heeft gedeponeerd.’ Wat poëzie kan betekenen verwerkte hij in een gedicht.
Sandra Roobaert - De inventaris van wat blijft
Tom Veys is onder de indruk van ‘De inventaris van wat blijft’, het debuut van Sandra Roobaert. Hij zegt: ‘het is meer dan een inventaris, het is een geslaagde en gelaagde debuutbundel waarbij verwondering en maatschappijkritiek verschillende kansen krijgen, zowel door taal, als door inhoud.’
Abel Dossche
Met prachtige regels als ‘De regie in handen van wat niet verkeerd begrepen mocht: / geen figurant speelde ooit wie werelds en veelzeggend was’ is Abel Dossche een behoedzame dichter, origineel, teder, relativerend, samenvattend en wijzend op het magische in onze alledaagse dingen. Een gedicht zoekt jou op en vindt je uiteindelijk in al zijn woorden.
Rikkert Zuiderveld - Elke dag vers
Inge Boulonois bespreekt ‘Elke dag vers – 365 liedjes, gedichten en meer’ van Rikkert Zuiderveld: ‘Aan kwaliteit en variëteit qua vorm en inhoud van zijn poëzie geen gebrek. Zuiderveld is een vakkundig versificateur, of hij nu een sonnet, de ervan afgeleide sonnettette en sonnettine, een ollekebolleke, trijntje fop of limerick creëert.’
De moeder het water
Martinus Nijhoff tegenover Rutger Kopland, ‘De moeder de vrouw’ tegenover ‘De moeder het water’. Rogier de Jong heeft zich tijdens de feestdagen vermaakt met een beschouwing over een opdracht die Kopland ooit kreeg van NRC Handelsblad om een gelegenheidsgedicht over de nieuwe brug bij Bommel te schrijven. Daarvoor moest hij over Martinus Nijhoff heen.