Recensies

Jo Gisekin - Hoe licht vibreert
In ‘Hoe licht vibreert’ brengt Jo Gisekin taal en beeld samen. Zij doet dit met schilderijen van Vlaamse Meesters uit de Leiestreek. Tom Veys zegt: ‘Haar taal gloeit om de dingen, om het poëtisch in beeld te brengen van mensen, subtiel en vaak suggestief. Het tempo in de gedichten is één op één met de schilderijen. Ze creëert poëzie waarbij licht vibreert in gedachtegangen.'

Pieter Leeflang en Wibo Kosters - wat het landschap denkt
Fotograaf Pieter Leeflang en dichter Wibo Kosters hebben de handen ineen geslagen voor het boek ‘wat het landschap denkt’. Gedichten geïnspireerd op foto’s in een mooie uitgave. Ivan Sacharov loopt meteen tegen iets aan: ‘Het altijd hardnekkig optredende probleem dat één plaatje meer zegt dan duizend woorden, en één gedicht meer dan duizend plaatjes!’

Bundels die een grote indruk hebben achtergelaten
Dertig kersen op de taart van ons dertigjarig bestaan. Wat zijn jouw twee favoriete bundels van de laatste dertig jaar? Het lijkt een onmogelijke opdracht om die vraag te beantwoorden, maar onze recensenten gingen de uitdaging aan. Vandaag komen de laatste twee recensenten aan het woord. Taco van Peijpe en Paul Roelofsen bespreken hun favorieten.

Lotte Dodion - Verzachtende omstandigheden
Ali Şerik bespreekt ‘Verzachtende omstandigheden’ van Lotte Dodion: ‘De woorden van Dodion trekken als een brandende fakkel door de bundel, gedreven door betrokkenheid bij de mens. Haar poëzie is strijdlustig als een protestlied, voor al diegenen die zijn verdrukt en niet meer durven dromen. Ze gelooft dat het zaad van hoop door iedereen geplant kan worden.’

Lucas Hirsch - Kintsugi
‘Kintsugi’ van Lucas Hirsch is een openhartige bundel waarin de dichter het holocaustverleden van zijn familie en de moord op zijn beste vriend een plek probeert te geven. Johan Reijmerink zegt dat het proces van gebrokenheid inzichtelijk is getoond, evenals de poging een nieuwe verbinding en doorgang te vinden. ‘Weerzin en rouw zijn ervaringen die diep insnijden in de menselijk ziel.’ Een longread.

Liesbeth D’Hoker - Want straks komen de wolven.
Het poëziedebuut van Liesbeth D’Hoker is getiteld: ‘Want straks komen de wolven’. Taco van Peijpe zegt dat er een getalenteerde dichter aan het woord is, maar plaatst een ook een kanttekening: ‘Het lezen en herlezen van deze gedichten wekte bij mij gemengde gevoelens. Ze zijn weliswaar allemaal knap gemaakt en mooi van klank, maar vaak is mij niet duidelijk wat de dichter heeft willen zeggen.’

Anne Carson - Glas, Ironie & God
In deze longread bespreekt Peter Vermaat ‘Glas, ironie & God’ van Anne Carson, in de vertaling van Marijke Emeis. Helaas ontbreekt de originele tekst. Om de vertaling toch te kunnen vergelijken met het origineel heeft Vermaat die erbij gezet. Hij concludeert: ‘Wat mij het lezen van Carson’s originele teksten gebracht heeft is in elk geval een verrijkt, verdiept en daardoor veel meer genuanceerd beeld van Anne Carson als dichter.’

Peter Holvoet-Hanssen - roodvos
‘roodvos’ van Peter Holvoet-Hanssen is volgens Francis Cromphout ‘een sprookje dat er geen is want het gaat eigenlijk over een dagdagelijks verhaal dat zich inpast in een mythisch vossenverhaal’. Noëlla Elpers is de levenspartner van Holvoet-Hanssen en van haar zijn de cover en de pentekeningen. Ze neemt ook de proloog voor haar rekening. Zoals we deze dichter kennen bruist de bundel van vindingrijke moderne poëzie.

Johan Reijmerink - Rondom de verwondering
Gastrecensent Yvan De Maesschalck bespreekt ‘Rondom de verwondering’ van poëziecriticus en literatuuronderzoeker Johan Reijmerink. De ondertitel luidt: ‘Reflecties over gedichten met een zingevende thematiek’. De Maesschalck vat het zo samen: ‘Transcendentie en de zoektocht naar een open, gelaagde identiteit vormen, naast de beleving van het unieke/eeuwige/sacrale moment én de paradoxale uitstraling van schijnbaar gewone dingen de hoofdthema’s van dit essayboek.’
