Recensies

Mahlu Mertens - Brooddoosomhelzing
In de tweede bundel ‘Brooddoosomhelzing’ van Mahlu Mertens liggen de thema’s op het persoonlijke en maatschappelijke vlak in beeldende taal. In de persoonlijke gedichten kan Taco van Peijpe zich goed vinden, maar het is moeilijk een maatschappijkritische boodschap poëtisch te verwoorden. Toch luidt zijn eindconclusie dat Mertens een verrassende bundel schreef die opengaat als een poëtisch theater van sprekende beelden.

Hanny Michaelis - Verzamelde gedichten
Peter Vermaat bespreekt ‘Verzamelde gedichten’ van Hanny Michaelis: ‘Ondanks haar ogenschijnlijk rechtstreeks en onversierd taalgebruik, laat Michaelis in haar gedichten nooit het achterste van haar tong of de bodem van haar ziel zien. Je kunt je afvragen of dat in retrospectief überhaupt mogelijk is: inmiddels weten we voldoende van de verwoestende werking op de geest die (oorlogs)trauma’s hebben.’

Bundels die een grote indruk hebben achtergelaten
Dertig kersen op de taart van ons dertigjarig bestaan. Wat zijn jouw twee favoriete bundels van de laatste dertig jaar? Het lijkt een onmogelijke opdracht om die vraag te beantwoorden, maar onze recensenten gingen de uitdaging aan. We stoffen dertig bundels af die een grote indruk hebben achtergelaten en uitnodigen tot herlezen. Vandaag bespreken Peter Vermaat en Taco van Peijpe ieder een favoriete bundel.

Hans van Miegelbeek - Een halte in de stroom
Jac Janssen bespreekt 'Een halte in de stroom', het debuut van Hans van Miegelbeek. In zijn manier van dichten, schuilt een zekere voorspelbaarheid. 'Maar die consciëntieuze werkwijze dwingt mij ook tot beter lezen. Daarbij groeit, hoe verder ik in de bundel geraak, mijn bewondering voor de rijkdom en geraffineerde concentratie van zijn taalgebruik. Uit de verzen spreekt een aanstekelijk plezier in het leven en de mogelijkheden van taal.'

Twan Vet - Troostpogingen
Peter Vermaat gelooft niet dat Twan Vet in zijn debuut 'Troostpogingen' al een eigen geluid gevonden heeft. De bundel bestaat voor het grootste gedeelte uit schatplichtigheid, zo stelt hij. De toon is vriendelijk en uitnodigend, de techniek is goed, echter: 'dit zijn gedichten als een open deur, waardoor je zonder bukken of manoeuvreren binnengaat – maar dan?'

Sjeng Scheijen - De Beginselen
Bij het debuut ‘De beginselen’ van cultuurhistoricus Sjeng Scheijen kreeg Tom Veys het gevoel dat deze dichter al veel langer aan het werk is. Dit klopt ook, alleen niet als dichter, maar als bekroond schrijver. Veys noemt de gedachten van de dichter: ‘Concreet pijnlijk en filosofisch, aards en poëtisch.’ Scheijen zet ons aan het denken, hij haalt een orde neer om vervolgens een nieuwe te ontdekken.

Maarten van der Graaff - Huishoudboekje van de verborgen dingen
In ‘Huishoudboekje van de verborgen dingen’ maakt Maarten van der Graaf een dwaaltocht op zoek naar verborgen dingen. Johan Reijmerink stelt vast: ‘Vanuit zijn strengreligieuze achtergrond laat het zich begrijpen dat Van der Graaff zich consequent tracht te ontdoen van alles wat hem beklemt, vastzet, belemmert en opeist. Hij toont in deze bundel een nuchterheid die omgeven is door een occulte wereld.’

Nachoem M. Wijnberg - Om te helpen klaar te komen
In de nieuwe bundel, ‘Om te helpen klaar te komen’, van Nachoem M. Wijnberg laat de dichter veel ruimte voor associatie, volgens Peter Vermaat: ‘Daarbij blijven de contouren vaag, de richting onbepaald, de verhaallijnen fragmentarisch, alsof je vanuit een langsrijdende trein een groepje mensen maar heel even kunt waarnemen, het begin en vooral het vervolg van hun samenzijn mist en dat dan zelf maar gaat reconstrueren.’

Annet Zaagsma – In elk klokhuis schuilt cyanide
Marc Bruynseraede bespreekt de bundel ‘In elk klokhuis schuilt cyanide’, van Annet Zaagsma: ‘We bevinden ons op het terrein van poëzie voor gevorderden, waar een mengeling van spitsvondigheid met humor en zachte ironie, gekoppeld aan een goed structurele opbouw, meerwaarden zijn. Voor de liefhebber van deze dichtkunst: eten en drinken. De lezer(es) zal stilaan merken dat stijl en kunstgrepen van de dichteres leiden tot een verrassende en verfrissend-ongeziene poëzie.’