Recensies
Francis Ponge - Het zakboekje van het pijnboombos
Levity Peters over ‘Het zakboekje van het pijnboombos’ van Francis Ponge: ‘Er is geen dichter met wie ik zoveel plezierige uren heb doorgebracht als Francis Ponge. (…) Ponge is in ons taalgebied 'de dichter der dingen' genoemd. (….) Wat was die dichter goed! Ik ken niemand die dichter aan de essentie raakt 'van de dingen' waar het om gaat.’ De vertaling is van Christian Hendrikx.
Andreas Oosthoek – Witheet nadert de ijsberg
Herbert Mouwen las ‘Witheet nadert de ijsberg. Verzamelde gedichten’ van Andreas Oosthoek. Volgens de dichter zelf gaan zijn gedichten ‘over de durende vermenging van fantasieën met de ijzingwekkende werkelijkheid’. Mouwen herkent dit, maar het kost hem soms moeite om inhoudelijk die verbinding te duiden. 'Dan begint (...) het spel van grip krijgen op de tekst door beelden te associëren, verschillende gedichten naast elkaar te leggen en de (andere) betekenissen van woorden op te zoeken.'
Wouter Godijn – niets = iets
Peter J.R. Vermaat vindt ‘niets = iets’ van Wouter Godijn ronduit slecht: ‘Een gedicht moet de lezer onraad laten ruiken, hem terug lokken naar de taal om de bron van de verdenking op het spoor te komen en bij herlezen nieuwe raadsels scheppen. Daarvoor is muzikale taal nodig, het verschuiven van de betekenis door klank en ritme, zodat er nooit staat wat er staat en niet staan zal wat er stond. (…) Anders dan de uitgever ons wil doen geloven, is Godijn niet de taalgeneraal die met zijn woordenleger de Nederlandse poëzie onderwerpt, maar laat hij eerder de exercities van een kletsmajoor zien.’
Sylvie Marie - Houdingen
‘Houdingen’ is de vierde bundel van de veelbekroonde Vlaamse dichteres Sylvie Marie. De schets op de voorkant roept bij recensent Laura Demelza Bosma vragen op: ‘Duwen deze twee mensen elkaar weg of trekken ze zich juist naar elkaar toe? Is het aantrekken of afstoten?’ De gedichten en personages in ‘Houdingen’ lijken hetzelfde te doen in fijngevoelige sfeertekeningen die variëren van snoeihard tot licht absurd.
Hugo Claus - Nieuwe tekeningen en gedichten
Suzanne Holtzer zocht dichtregels bij een serie tekeningen die Hugo Claus tijdens een verblijf in het ziekenhuis maakte: ‘Nieuwe tekeningen en gedichten’. Het resultaat is prachtig, vindt Paul Roelofsen: ‘Het zijn ongekunstelde schetsen die zonder kritische stops tussen hart en hoofd naar de hand zijn gegaan.’ De poëzie is even onbezorgd: ‘met de kraan wijd open laat Claus de woorden stromen met een taalgevoel dat geen grenzen kent. Alleen iemand die de materie volkomen beheerst kan zich een dergelijke manier van schrijven veroorloven.’
Poëzie Kort 2018 / 2
In de tweede Poëzie Kort van dit jaar recensies over de uitgebreide bloemlezing ‘Mijn taalorkest’ uit ‘Brahman’ van J. A. dèr Mouw, samengesteld door Jan Kuijper; ‘Bitterzoete liefde. Griekse epigrammen’ van de Griekse dichter Meleagros, vertaald, ingeleid en verklaard door Paul Claes en, ook van Paul Claes, ‘Gouden vertaalregels. Tips voor beginnende [en andere] vertalers’. Recensies door Hans Puper.
Romain John van de Maele - Schaduwspel
Ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag schetst Romain John van de Maele in ‘Schaduwspel’ drie portretten van oude mensen. De titel van de eerste afdeling is ‘Voorbij de woordgrens’, en is feitelijk op de hele bundel van toepassing: hoe te spreken over die laatste breekbare jaren? Van de Maele weet in een sterk gecomponeerde bundel hier treffende, afgewogen woorden voor te vinden. Eric van Loo las de bundel, en verdiepte zich in de verhalen achter de gedichten.
Drs. P en Marjolein Kool - Wis- en natuurlyriek. Met chemisch supplement en verse verzen van K
‘Wis- en natuurlyriek’ van Drs. P en Marjolein Kool verscheen al in 2000. Er is nu een uitgebreide editie, met drieëntwintig nieuwe gedichten van Kool. Inge Boulonois: ‘Het schrijvend duo liet zich inspireren door natuurwetenschappelijke coryfeeën als Pythagoras, Bohr, Buys Ballot, Fibonacci, Ohm en Gauss. Het resultaat: een bundel voor lezers die een luchtige cocktail van kunst en wetenschap, afkomstig uit de brouwerij van een econoom en een docent wiskunde en Nederlands, weten te savoureren.’
Peter Theunynck - Tijdrijder
Johan Reijmerink over ‘Tijdrijder’: ‘Theunynck is een zanger met een warm timbre en gevoel voor wisselingen in ritme, toon en kleur. Hij strooit vaardig met inspirerende beelden. Uit zijn beelden spreekt een mildheid en zachtmoedigheid die tot een melancholieke ontroering aanzet. Voor hem is ‘De luit (…) de stem van de avond.’ Hij mag zich in deze bundel met recht een beeldend woordkunstenaar noemen die de tijd meesterlijk weet te trotseren.’