LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Recensies

Rick Honings - De dichter als idool. Literaire roem in de negentiende eeuw
Rick Honings - De dichter als idool. Literaire roem in de negentiende eeuw
Tom Lanoye schreef in de NRC van 21 april dat de nabestaanden van Shakespeare bang waren dat bewonderaars hem uit zijn graf zouden stelen. Op zijn grafsteen kwam daarom een waarschuwende tekst te staan: ‘Blest the man who spares this stones / And cursed be he who moves my bones.’ Fancultuur is van alle tijden. Rick Honings schreef een bijzonder boek over negentiende eeuw: ‘De dichter als idool’. Het geeft ook een goed inzicht geeft in de fancultuur van onze tijd.
Edward Hoornaert - Wij vreemden
Edward Hoornaert - Wij vreemden
‘Wij vreemden’ is het debuut van Edward Hoornaert. Het motto van de bundel, een regel van de dichter zelf, geeft de stemming van de bundel aan : ’van de bestemming/ aanvankelijk het haperende spoor’. De poëzie is verstild, de dichter soms aarzelend en zoekend.
Poëzie Kort, april 2016
Poëzie Kort, april 2016
In deze Poëzie Kort drie bloemlezingen: de Turing-bundel 2016, bijdragen aan de site Het gezeefde gedicht en een bloemlezing over gedichten rond het thema afscheid. De respectievelijke samenstellers hebben veel aandacht besteed aan nog onbekende dichters. Hun onderlinge aanpak verschilt echter sterk. De vierde bespreking gaat over de bundel ‘Hoe het licht valt’ van Anton Endt.
Mathijs Gomperts - Zes
Mathijs Gomperts - Zes
‘Zes’ is een knappe bundel, maar het is de vraag of je daar als dichter blij mee moet zijn. Gomperts geeft de belevingen van een Amsterdams jongetje consistent weer, hij is knap in de weergave van zijn dromerige binnenwereld en weet binnen een gedicht tegengestelde microsferen met de bijbehorende spanningen vorm te geven. Maar raakt hij je ook? Is de bundel mooi? Intrigerend?
Chrétien Breukers - De zomer haalt nog één keer uit
Chrétien Breukers - De zomer haalt nog één keer uit
Wil Breukers stiekem graag op Nijhoff lijken? Deze vraag zou men zich kunnen stellen bij het lezen van zijn nieuwste bundel ‘De zomer haalt nog één keer uit’. Hij heeft de pech (of het geluk) dat zijn poëzie – net als die van Nijhoff – een grote mate van vormbewustheid uitstraalt. Dit zijn teksten waaruit een zekere hang naar traditie en je zou haast zeggen burgerlijkheid spreekt.
Lotte Dodion - Kanonnenvlees
Lotte Dodion - Kanonnenvlees
'Kanonnenvlees' is het debuut van Lotte Dodion (1987). Je kunt haar gedichten als autobiografisch lezen, maar daar moet je het niet bij laten. Je mist dan onder andere dat je naast mensen ook god kunt zien als kanonnenvlees. Hem moet hardhandig aan het verstand worden gebracht hoe mensen lijden. Het eerste deel van de bundel is beter dan het tweede. Daarin glijdt zij uit.
Inge Boulonois - Idioom van Geluk
Inge Boulonois - Idioom van Geluk
‘Idioom van Geluk’ is de derde bundel van Inge Boulonois. Ze schept een wereld van kleur en verbeelding waarin alles zijn plaats heeft. Dat levert soms fraaie beelden op, hoewel de samenhang van de gedichten soms te wensen overlaat.
Jan Wagner - Regentonvariaties
Jan Wagner - Regentonvariaties
Goede vertalers staan te weinig in de aandacht, zeker als zij van het niveau zijn van bijvoorbeeld August Willemsen(†) en Peter Verstegen. Ook Ria van Hengel behoort tot dit illustere gezelschap. Zij vertaalde de ‘Regentonnenvariationen’ (2014) van Jan Wagner (1971). Hij wordt beschouwt als de beste Duitse dichter van deze tijd en dat is waarschijnlijk terecht: zijn bundel is grandioos.
Willy Spillebeen - Onbereikbaar
Willy Spillebeen - Onbereikbaar
De nieuwe bundel van de Vlaamse dichter Willy Spillebeen (1932) heet ‘Onbereikbaar’. Zijn woonomgeving op het West-Vlaamse platteland was in de Eerste Wereldoorlog volledig verwoest. Recensent Romain John van de Maele: “Hebben directe en indirecte getuigen van die apocalyptische jaren hem doen zoeken naar een vrijzinnige levensbenadering, precies op het ogenblik dat in de ‘verwoeste gewesten’ de kerken uit hun as herrezen? In zijn gedichten draagt de zoektocht vaak een symbolistisch stempel ( … ). Ook in de nieuwe bundel, een selectie ‘uit de talrijke gedichten die hij na ‘Blues om wat blijft’ (2011) heeft geschreven’, is Spillebeen trouw gebleven aan zijn ‘nadrukkelijk plastische’ en symbolistische vormgeving.”