Recensies
Poëzie Kort 2016 / 9
In ‘Poëzie / 9’ bespreekt Hans Puper de bundels ‘Vet hart’ van Koenraad Goudeseune en ‘m.n.m.”l’ van Sven Staelens, ‘Het liegend Konijn 2016 / 2’ (samengesteld door Jozef Deleu) en de bloemlezing ‘Dichters uit de bundel’ (samengesteld door Chrétien Breukers en Dieuwertje Mertens).
Roland Jooris - Bladgrond
De laatste bundel van Roland Jooris, ‘Bladgrond’, vraagt om nauwgezet, aandachtig lezen. Verwijzingen en woordgebruik brengen Faverey en Kouwenaar in herinnering. Recensent Paul Roelofsen: ‘In dit licht dient men Jooris mijns inziens te lezen, werk dat nu eens weerbarstig, dan weer gelaten is, naar binnen gericht als door een kloosterling geschreven.
Annie Reniers - Tussengebied
Recensent Johan Reijmerink over ‘Tussengebied’ van Annie Reniers: ‘Reniers is voor mij een spannende ontdekking in een literair landschap waarin nogal eens de belevenissen van het ego, de actuele verwarring in het persoonlijk leven en de wereld zich opdringen aan de poëzie van dit nieuwe millennium.’ Reniers weet zich leeg te maken zonder het contact met de wereld om haar heen te verliezen.
Yerna Van den Driessche - Schaken met de dood
Yerna Van den Driessche schreef ‘Schaken met de dood’. Een bundel over de laatste dagen van haar vader, die stierf aan longkanker. Een mooi uitgevoerde bundel, met klein weergegeven op iedere bladzij de laatste maand waarop haar vader nog leefde. Bij elk gedicht wordt een dag doorgekruist.
Ivan Sacharov bespreekt de bundel aan de hand van een drietal gedichten.
Mischa Andriessen - Dwalmgasten
'Dwalmgasten' heet de derde bundel van Mischa Andriessen. ‘Dwaalgasten’. Het motto van de eerste van de vier afdelingen komt uit de 'Metamorphosen' van Ovidius: ‘Heet het dwaling als een man verdwaalt?’ Andriessen zet hiermee direct de toon. Je kunt op deze vraag ‘ja’ antwoorden, maar ‘nee’ is waarschijnlijker: is het niet ons aller lot dwalmgasten te zijn? Ondubbelzinnige antwoorden krijg je van Andriessen niet en mede daardoor blijft de bundel je bezighouden.
Klaas Jager - Tussen hond en wolf
‘Tussen hond en wolf’ is de vierde bundel van Klaas Jager (Friesland, 1961). Het woord ‘ik’ wordt nadrukkelijk vermeden, maar gaat deze bundel werkelijk over ‘de opengebroken wereldgrenzen op dit moment en de op drift geslagen mens, die zich vastklampt aan oude waarden en ondertussen wanhopig zoekt naar nieuwe’, zoals de achterflap ons wil doen geloven? Eric van Loo leest meer de worsteling van een eenzaam mens, een kluizenaar welhaast, die poogt ‘een uitweg te vinden die van nature bij hem past’. Poëzie waarin de auteur zich rekenschap geeft van zijn lot, en dit tegelijkertijd probeert te ontstijgen. Poëzie als verslag en remedie in één.
K. Michel - Te voet is het heelal drie dagen ver
Recensent Levity Peters over de bundel ‘Te voet is het heelal drie dagen ver’ van K. Michel: ‘Ik heb van pianisten wel gehoord dat zij moesten opboksen tegen hun eigen registraties. Bij het turnen zie je dat ook: hoe bereik je opnieuw je eigen top? Dat is bijna onmogelijk om vol te houden. Ik kan mij voorstellen dat iets soortgelijks ook het geval zou kunnen zijn bij de wel heel vaak bekroonde dichter K. Michel.’
Poëzie Kort 2016 / 8
In de achtste Poëzie Kort bespreken Lennert Ras en Hans Puper de volgende bundels: ‘Duetten’ van Erik Jan Harmens en Ilja Leonard Pfeijffer, ‘De Cadillac van Mallarmé’ van Patrick Conrad, ‘Wie heeft een middelpunt nodig’ van Anouk Smies en ‘Mond vol demonen’ van Daniël Dee.
Philippe Cailliau - Tot de stenen wortel schieten
‘Tot de stenen wortel schieten’, de titel van Philippe Cailliaus nieuwe bundel, doet denken aan ‘En attendant Godot’ van Samuel Beckett. Het wachten van Estragon en Vladimir op Godot is vergeefs en ook op stenen die wortel schieten kun je wachten tot je een ons weegt. Het is dan een ritueel dat vorm geeft aan de toekomst. Het beeld kan echter ook een teken van doorzettingsvermogen zijn, van optimisme: het ervaringsgegeven dat stenen geen wortel kunnen schieten is in dat geval niet meer dan een voorlopige zekerheid.