Recensies
David Troch - bianca blues
Bianca, een mooi topmodel, staat op het hoogtepunt van haar roem. We maken haar mee tijdens een modeshow, waarin de schrijver wat dieper ingaat op haar positie: hij probeert een mens te creëren. Aan het eind van het eerste deel komt er een terugblik. Een cursief gedrukt fragment – ‘er is een herinnering….’
Herlinda Vekemans - Kwartet voor het einde van de tijd
Herlinda Vekemans (1961) baseerde haar nieuwe bundel 'Kwartet voor het einde van de tijd' op de muziek van Olivier Messiaen (1908-1992). De titel is een vertaling van 'Quatuor pour la fin du temps', een van Messiaens meest uitgevoerde composities. Hij was gefascineerd door vogels en maakte overal ter wereld opnames van hun gezang.
In november 2015 herdacht zij Joop Leibbrand door een van zijn ‘Waterpasgedichten’ in haar blog op te nemen. Ook in dat gedicht komen vogels aan bod, maar dan wel als nestbouwers. En misschien is het precies die functie die componisten en dichters met vogels delen. Ook een bundel en een compositie zijn het resultaat van geduldig bouwen.
Mark Boog - De rotonde
'De rotonde' (2015) is een roman in verzen. Hoofdpersoon is Van Dam. Hij is zijn kantoorleven, drankzucht en hedonisme zat. Hij wil roem, eer, aandacht en besluit in ruil daarvoor zijn ziel aan de duivel te verkopen, nadat hij die in een advertentie te koop heeft aangeboden. Op de achtergrond klinkt ‘Awater’ mee.
Poëzie Kort februari 2016
In ‘Poëzie Kort’ van februari 2016 recensies van 'Een grazende streep in de lucht' (Jane Leusink), 'Bananenrepubliek' (Bert Chabot), 'Club Brancuzzi' (Maarten Buser), 'Amoureuze mechanieken' (Kees Godefrooij) en 'De banneling' van Ofran Badakhshani.
Peter Drehmanns - Grafleggingen
Sommige dichters maken het een lezer gemakkelijk. Peter Drehmanns, bijvoorbeeld, gebruikt in zijn bundel 'Grafleggingen' de verschillende stadia van Christus’ teraardebestelling als uitgangspunt voor zijn gedichten. Niet al te letterlijk, maar als richtingborden. Geen geneuzel en gepuzzel hier, maar een glasheldere constructie: zes stadia en evenzoveel hoofdstukken.
Ruth Lasters - Lichtmeters
Ruth Lasters ontving de Debuutprijs van het poëzietijdschrift Het Liegend Konijn voor de bundel 'Vouwplannen' (2009), de Turing Gedichtenprijs voor het gedicht ‘Witlof’ en de Herman de Coninckprijs voor de bundel 'Lichtmeters' (2016).
Die bekroningen, de publicatie van 'Lichtmeters' door een nieuwe uitgeverij, de toekenning van een werkbeurs voor het schrijven van de bundel en een vermelding van Lasters’ redacteur zijn elementen die literatuursociologische vragen oproepen. Welke criteria hanteren juryleden en redacties van tijdschriften, en waarom waagt een jonge uitgeverij zich aan het uitgeven van een dichtbundel?
Menno Wigman - Slordig met geluk
Menno Wigman laat er ook in 'Slordig met geluk' geen twijfel over bestaan: hij is een romantisch dichter. Dat blijkt al uit het motto, dat wordt toegeschreven aan Theresia van Ávila: ‘Er zijn meer tranen vergoten om verhoorde gebeden / dan om onverhoorde gebeden.’ Met andere woorden: de vervulling is het einde van de droom. De romantiek is bij Wigman zwart - de bundel is doortrokken van seks en dood.
Nikolaas Demoen - tamelijk
In het persbericht over 'tamelijk' van Nikolaas Demoen worden zijn gedichten omschreven als ‘beelden die tussen de tekentafel en de huiskamer zijn gevallen. En opgeraapt worden via de omweg van de taal. Zo ontstaan zinnen die een verlangen en een verwachting oproepen en ergens halverwege landen.’ De typering is ongetwijfeld positief bedoeld, maar wat ‘halverwege’ blijft hangen, is zelden scherp en bovendien onafgewerkt.
Nachoem Wijnberg - Van groot belang
Op de site van Atlas Contact staat het volgende citaat over 'Van groot belang' van Nachoem Wijnberg: ‘Economie, politiek of geschiedenis gaan over hoe mensen met elkaar zijn. Poëzie is de krachtigste manier om iets te begrijpen van hoe mensen met elkaar zijn. Daarom is poëzie ook de meest geschikte vorm om het over economie, politiek of geschiedenis te hebben, uitstaande vragen te herkennen en redelijke voorstellen te doen.’
Een stevige claim. Wat maakt dat juist poëzie geschikter is dan wetenschappelijke artikelen of essays?