Recensies
Carline Dekker - Daarom ben ik hier
Toen Neeltje Maria Min als zeer jonge dichteres in 1966 een kleine sensatie veroorzaakte met haar voor wie ik liefheb wil ik heten was zij twee jaar ouder dan de nu op haar twintigste met Daarom ben ik hier debuterende Carline Dekker. Dat Dekkers leeftijd voor vergelijkbare ophef zal zorgen, valt niet te verwachten, want vanuit het slamcircuit breken veel dichters al op jonge leeftijd door. De bundel zelf zal de aandacht moeten verdienen en dan helpt het niet als de uitgever voor een flinke dosis scepsis zorgt met deze promotietaal op het achterplat: 'De herkenbare, ogenschijnlijk simpele verzen uit dit debuut blijven nog lang nazinderen en smeken om herlezing.' Hoeveel moeilijker kun je het een jeugdige debutante maken?
Wouter Godijn - De professor en de hyena
Alles kan en alles mag in de poëzie van Wouter Godijn. In De professor en de hyena zijn we getuige van een soort koorddansen tussen zin en onzin, tussen de vervreemding waar we toe worden uitgedaagd, en de relatieve veiligheid van onze vertrouwde wereld, waarin de dingen eruit zien alsof ze normaal zijn. Godijn weet aan het mysterie te raken waar we doorgaans aan voorbij gaan: dat we onszelf niet kennen, niet weten wie of wat we zijn, noch wat de reden is van ons bestaan.
Leo Vroman - De mooiste gedichten
Ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van Leo Vroman verscheen de zesde druk van de Hollands Maandblad-bloemlezing De mooiste gedichten.
Het succes van de bundel is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de bijzondere tekeningen van Iris Le Rütte.
Mark van der Schaaf - De witte verzen
Flarfdichter Mark van der Schaaf publiceert met De witte verzen zijn vierde bundel. Hij liet zich inspireren door de dieventaal van kunstenaars en dagboekachtige passages van 19e-eeuwers die zich wentelden in romantiek.
Charlotte Van den Broeck - Kameleon
Charlotte Van den Broecks Kameleon is een verrassend debuut met een aantal goede gedichten die bovendien een heel eigen toon hebben. Haar kracht zit hem vooralsnog meer in het anekdotische dan in het hermetische. Dat zij in de meer persoonlijke gedichten de valkuil van de sentimentaliteit weet te vermijden, verdient een compliment.
Paul Claes en Eric Hulses - Groot retorisch woordenboek. Lexicon van stijlfiguren
Dat het doornemen van het Groot retorisch woordenboek, het door Paul Claes en Eric Hulses bijeengebrachte Lexicon van stijlfiguren, voor alle neerlandici en andere mensen van het vak een haast onthutsende oefening in bescheidenheid blijkt te zijn, staat in bijna alle reacties op het verschijnen ervan centraal. Wie dacht iets te weten van retorische middelen vindt bladzijde na bladzijde de bewijzen van het tegendeel: asteïsme, brachylogie, chleuasme, diasyrmus, eperotesis... , alsof er zich na de vertrouwde overzichten van Buddingh' en Lodewick, maar ook na de meer theoretisch gerichte boeken van bijvoorbeeld Mussche, Kazemier en Bronzwaer een nieuwe wereld opent.
Bouli van Leeuwen - Tempels in woestijnen
In de Knipscheer herdrukte Tempels in woestijnen, de enige dichtbundel van Boeli van Leeuwen en vulde de uitgave aan met het verhaal Onkel Patrice. Van Leeuwens vroege gedichten getuigen van lef. Wat voor mens durft de dood in het gezicht te blaffen?
Minika Rinck - Honingprotocollen. Zeven schetsen voor gedichten die uitstekend zijn
De poëzie van Monika Rinck doet denken aan haute cuisine. Niet dankzij de karigheid van de gedichten - ze zijn behoorlijk vol - maar door de manier waarop zij zijn samengesteld. Alle ingrediënten zijn met zorg samengebracht om een hechte, complete smaak te creëren.
Dat gevoel van 'heelheid', van 'compleetheid' is een genot op zich. Ook zonder je druk te maken over de eventuele betekenis kun je je dankzij vertaalster Miek Zwamborn op de tekst van Honingprotocollen laten drijven.
Bastiaan Bommeljé (red.) - Hollands Maandblad, jrg. 56, nr. 808, maart 2015
De maarteditie van Hollands Maandblad bevestigt het constante hoge niveau van het blad. Deze maand met bijdragen van o.a. A.L. Snijders, Delphine Lecompte, Vrouwkje Tuinman, Willen Thies en Guus Luijters.