Meandermagazine
Het bestellen van deze bundel is mogelijk via redactie@meandermagazine.nl.
De kosten zijn 10 euro plus portokosten (4 euro binnen Nederland, 8 euro 50 binnen Europa).
Poëzie in beweging
Ingmar Heytze - Postkamer
Johan Reijmerink zegt over ‘Postkamer’, de nieuwe bundel van Ingmar Heytze: ‘Als je de briefgedichten leest, hoor je Heytze spreken. Zijn licht ironische voordracht begeleidt zijn teksten ongevraagd.’ Reijmerink noemt hem een wervelende taalvirtuoos. De dichter schrijft brieven aan mensen, zaken, dingen en begrippen in de buitenwereld. ‘Heytze is in deze bundel opnieuw in staat gebleken vele akkoorden, toonaarden en stemmingen aan te raken.’ Een longread.
Hilde Devoghel
De betrekkelijke eenvoud van dit werk van Hilde Devoghel neemt haar voor ons in. De sterke aanzetten in de taal, krachtige beelden, en een zin als ‘we weten hoe lang en breed ons gehijg, ons gehap naar glorie is maar niet wanneer het / frêle ijsblauw breekt, wanneer het stopt.' De regie in handen van deze dichter.

Mark van Tongele - Zonnewater
In de laatste bundel van Mark van Tongele is het thema de verschillende fases van innerlijke bewustwording. Iris van de Wetering constateert: ‘’De bundel ‘Zonnewater’ beweegt zich als een etherische stroom door deze fasen heen. De titels vangen de kern van haar poëtische alchemie: de fluïde overgang van het vluchtige naar het blijvende, van de duisternis naar het licht.’’

Waar de oneindigheid ons vindt
‘Een strakblauwe lucht, een enkele zeehond, het is televisiekijken vanaf de fluisterzachte ferry vol comfort’, schrijft Jan Loogman maar het zijn dichtregels die hem naar de overkant brengen, van Sjoerd Kuyper, Theun de Winter, Frans Kuyper en Caroline Engelmann. Een alternatieve route waarop het lijkt ‘dat de oneindigheid ons gaat vinden’.
Peter Gielissen
Bij Peter Gielissen klinken, schrijvend en filmend, altijd de vragen: 'Wie hoort waar, wat is van wie, en waarom dan?' Hij neemt ons mee in een plezierig maar soms weemoedig taalspel met over elkaar heen buitelende beelden en zinnen als ‘wat rest in elk geval is taal en opgestroopt verlangen’. En dat is veel en beslist genoeg.

Charles Ducal - Tijd voor vrede
Peter Vermaat bespreekt in een longread de bundel ‘Tijd voor vrede’ van Charles Ducal: ‘’Dit is poëzie, een taal ‘waarin men valt en vallen blijft’ zonder te hopen ooit op de bodem terecht te komen, waarin je bij iedere gewijzigde lichtval weer andere pigmenten ontwaart en herkent en waarin je tussen al het andere steeds iets van blijvende waarde vindt.’’