Op zondag 17 mei overleed schrijver/dichter/journalist Mario Benedetti op 88-jarige leeftijd in Montevideo. Ondanks een aantal sprankelende, door Fleur Bourgonje bezorgde vertalingen, onder andere van de ontroerende roman Het uitstel en de verhalenbundel Met en zonder heimwee, bereikte de Uruguayaan nimmer een groot lezerspubliek in het Nederlandse taalgebied. In de Spaanstalige wereld genoot hij echter de status van een literaire superster; zozeer dat vele tv-zenders in Latijns-Amerika én in Spanje op maandagochtend met het nieuws over zijn dood openden.
De bescheiden Benedetti had overigens lak aan roem en loftuitingen. Schrijven was zijn lust en leven, en als het even kon, stelde hij zijn talent daarbij in dienst van zijn medemens. Dat de wereld wreed kon zijn, ervoer hij op prille leeftijd, toen zijn vader een apotheek vol met – naar later bleek lege – pillendozen van een oplichter kocht. Mede door deze financiële aderlating moest Mario al jong de kost verdienen. Hij werkte onder meer als tapijtenverkoper, ambtenaar en stenograaf, totdat hij – rond zijn veertigste – van zijn pen kon leven. In de jaren zestig en zeventig, toen steeds meer landen in Latijns-Amerika door vaak nietsontziende dictators geregeerd werden, zette Benedetti zich in woord en geschrift nadrukkelijk in voor een rechtvaardige samenleving. Hij had hier een eenvoudige verklaring voor: "(de Latijns-Amerikaanse schrijver) kan de deur niet voor de werkelijkheid sluiten en als hij zo naïef is om dat tóch te proberen, zal dat hem weinig opleveren, omdat de werkelijkheid dan door het raam naar binnen komt." Dat hij vanwege zijn kritische houding door rechtse doodseskaders bedreigd werd, nam hij op de koop toe.
Doorvoelde voordrachten
Nadat de militairen in 1973 de macht in Uruguay hadden gegrepen, moest Benedetti halsoverkop vluchten naar Buenos Aires. Ook daar bleek hij niet veilig en uiteindelijk belandde hij via Perú en Cuba in Spanje, waar hij in tal van artikelen de gruweldaden op het Latijns-Amerikaanse continent belichtte. Toen begin jaren tachtig het herstel van de Uruguayaanse democratie in zicht kwam, keerde hij terug naar Montevideo, de stad die in zijn poëzie en proza een hoofdrol vervult. Vanaf dat moment woonde hij op doktersadvies (hij was een zware astmapatiënt en ondervond veel last van de koude) afwisselend in Uruguay en Spanje.
Anders dan veel van zijn ‘revolutionaire’ collega’s liet Benedetti zich nooit verleiden tot het schrijven van pamflettachtige literatuur. Het was daarom niet verwonderlijk dat hij tot op hoge leeftijd overal in Spanje en Latijns-Amerika volle zalen trok met zijn doorvoelde poëzie- en verhalenvoordrachten. Zijn vaak roerende teksten hebben meerdere generaties de ogen geopend: voor de aspecten die ons leven zoal kunnen verrijken, waaronder liefde, genegenheid en humor, maar ook voor het sociale onrecht dat – al dan niet apert – in onze westerse ‘beschaving’ te vinden is.
Benedetti miste zowel de flair van Mario Vargas Llosa als de koketterie van Gabriel García Márquez en bleef tot op het laatst een toonbeeld van oprechte eenvoud. Met hem is niet alleen een magnifiek schrijver, maar ook een magnifiek mens heengegaan.
Zie ook het interview met Mario Benedetti.