LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Amorfe ideeën die tot een zinnige tekst uitgroeien

25 jun, 2011

Martijn Boele is, behalve dichter, ook schrijver van toneelstukken, voorzitter van de Gelderse Schrijverskring (http://www.degsk.nl) en redacteur van A Tempo, een maandelijks literair tijdschrift voor de muziek- en/of schaakliefhebber. In 2011 debuteerde hij met zijn dichtbundel Schaduwfiguren bij Uitgeverij Kontrast.

Je bent voorzitter van de Gelderse Schrijverskring in Arnhem. Vertel eens.
De Gelderse Schrijverskring, of kortweg de GSK, is in 1980 opgericht om schrijvers, zowel amateurs als professionals, te ondersteunen, en om proza en poëzie op de literaire Gelderse kaart te zetten. De leden van de GSK komen elke maand bijeen om schrijfwerk voor te dragen en daar desgewenst commentaar op te ontvangen. Zij zijn complimenteus, maar schuwen de stevige kritiek ook niet. Eenieder die zijn voordeel daarmee doet, verhoogt zijn schrijfniveau. Sinds vorig jaar is er ook een afdeling in Wageningen opgericht. Ieder jaar organiseert de GSK meerdere schrijfwedstrijden.

Kort geleden debuteerde je met de dichtbundel Schaduwfiguren bij Uitgeverij Kontrast. Hoe is dat zo gekomen?
Enkele jaren geleden liet Kontrast weten mijn werk graag te willen uitgeven. Ik voelde mij natuurlijk gevleid en ik heb toen min of meer toegezegd Schaduwfiguren bij hen uit te laten komen. Toch stuurde ik mijn poëzie ook naar een gerenommeerde landelijke uitgeverij en ook hier bleek men mijn bundel te willen uitgeven. Een luxepositie. Uiteindelijk heb ik voor Kontrast gekozen, omdat ik het niet kies vond hen te passeren, terwijl zij mij vanaf het eerste uur hebben ondersteund.

Regelmatig ben je te zien en te beluisteren bij poëziepodia en performancefestivals. Hoe belangrijk is het voordragen van poëzie voor jou?
In algemene zin onbelangrijk, maar als goede poëzie goed wordt voorgedragen, kan dat nieuwe lagen aanboren, die daarvoor nog onbekend waren. Zowel bij degene die voordraagt als bij het publiek. Andersom werkt het helaas ook: als slechte poëzie slecht wordt voorgedragen, blijft er helemaal niets van over.

Eén gedicht uit je debuutbundel gaat over de Russische dichter Brodsky. Wat betekent Brodsky voor jou?
Joseph Brodsky is de reden dat ik dicht zoals ik dicht. Niet alleen hij, maar veel van de Grote Russen zoals Annenski, Mandelstam, Achmatova, Sologoeb en Blok zijn van grote invloed geweest op mijn werk. De Grote Russen hebben het talent en de kunde om hun lyrische teksten veelal vormvast te schrijven. Met diepe gelaagdheid en schitterende woordkeuze. Daarnaast weten ze ondanks hun diepzinnigheid toch de dingen bij hun naam te noemen – een kunst die ik in andere dichtlandschappen node mis.

Hoe komt bij jou een gedicht tot stand? Is het een proces van zoeken en schrappen of overkomt het je als een golf van plotselinge inspiratie?
Beide. Ik kan gaan zitten en schrijven. Alsof ik een knop omzet. Of liever: aanzet. Meestal verschijnen er dan woorden op papier waar een idee uit voortvloeit. Dat amorfe idee borrelt de dagen daarna verder, om tot een zinnige tekst uit te groeien. Soms schrijf ik tussendoor enkele woorden op. Uiteindelijk wordt het gedicht in enkele minuten opgeschreven. Omdat mijn poëzie grotendeels vormvast is, is de afwerking meestal buffelen. Alles moet uiteindelijk kloppen. Het is enkele keren voorgekomen dat een gedicht in één keer volledig af was. Het schrijven ervan heb ik ervaren als een proces van een continu stijgend concentratieniveau dat misschien wel het dichtst in de buurt komt van alomvattende inspiratie. Ik heb de knop om dit aan te zetten nog niet gevonden.

Wat doe je als je geen gedichten schrijft?
Om geld te verdienen heb ik mijn eigen bedrijf in de ICT. Daarnaast ben ik, zoals gezegd, voorzitter van de GSK. Ook ben ik redacteur van A Tempo Magazine – een periodiek over muziek en schaken. Ik speel diverse instrumenten, maar vooral jazz- en klassiek gitaar heeft mijn aandacht. Naar alle muziek waarop ik de hand kan leggen luister ik. Ik geef schaakles aan de jeugd, zelf schaak ik ook. Voorts studeer ik Russisch en ben ik flora- en fauna-adept.

Je hebt een dichtbundel uitgebracht, bent tot twee keer toe winnaar van de Citer poëzie performancewedstrijd geworden en je hebt al jaren een eigen website http://www.martijnboele.nl Wat zijn je verdere toekomstplannen?
Mijn schrijfdoel voor dit jaar is een roman, waarvan de eerste ruwe versie grotendeels af is. Hopelijk wordt dit boek eind 2011 of in 2012 uitgegeven. Praktisch zeker is de uitgave van mijn tweede bundel, begin 2012. Het vervolg op Schaduwfiguren.

     Andere berichten

Interview Bart Adjudant

‘Veel poëzie waar ik van houd is gemaakt om gezongen te worden’ door Inge Boulonois   Dichter en musicus Bart Adjudant (Den Haag,...

Interview Bernard Wesseling

Interview Bernard Wesseling

‘Er is een direct verband tussen taalverloedering en gevoelsarmoede.’  door Cora de Vos   Schrijver en dichter Bernard Wesseling...

Interview Jan J. Pieterse

Interview Jan J. Pieterse

'van puntdicht naar bühne' door Inge Boulonois   Jan J. Pieterse (geboren in Goes) heeft een passie voor het theater. Hij presenteert...