Weerman
Een man die met grote handen een maatbeker
melk drinkt als ontbijt
een man waarmee je vast goed schepijs kunt maken
en wijde kaplaarzen
bij de deur heeft staan
zo’n man die overdag boven oceanen strekt
wolken bijeen drijft, regen maakt
thuis eet ik stukken Turks brood
uit zijn handen, zijn adem schuift
metershoge krokodillen op een hoop
later trekt hij ons
pyjama’s aan, zingt liedjes
over onweer, weet precies
hoeveel schaduworen tussen regendruppels passen
Dit huis
Na jaren waarin bedden in- en uit werden gedragen
sluit dit huis
het zwemt als een trekkervis rondjes
om me heen, het sluit me in
gesprekken hangen vol gedempte stemmen
in gordijnen en ze verbleken
alsof ze geweven zijn
van visdraad, niets meer opnemen
niet het geluid van rennende kinderen op de gang
niet de eenzame schreeuw van een moeder
niet eens het geluid van een koelkast die niet waterpas staat en huilt
het huis sluit me in
het hangt in zijn voegen als vlees
van een granaatappel tussen vlies
de vloer trekt aan mijn voeten, plakt
kniehoog aan mijn lijf
straks zullen muren als vruchtvlees
naar binnen buiken, kruipen
steen voor steen tegen mijn wangen
steeds minder mensen zullen ramen zien
Op de rug van een stier
Iemand zei dat Europa niets meer is
dan een grillige vlek op een wereldkaart
zonder te beseffen dat de wraak van goden
van alle tijden is
dat Europa vele metamorfoses kent
zij is een eiland in de Indische Oceaan
een maan bij Jupiter
zevenentwintig landen die als koorddansers
in evenwicht
proberen te blijven
er leven godenkinderen die vergeten zijn
wie hun vader is
Europa is een vrouw
met een kast vol jurken
ze houdt er niet van een vlek genoemd te worden
over wraak van goden en vrouwen
met jurken
kun je beter niet lichtzinnig doen