LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Gedichten

28 apr, 2012

Vertaling: Sander de Vaan

Non dimenticare il fiume,
lì ci siamo persi.

Sulla sua riva, quando andrai,
troverai il mio volto
sospeso sull’acqua.

Chiamami,
ti risponderà la mia voce sparsa sull’erba
nascosta tra i salici.

*

Vergeet de rivier niet,
daar raakten we elkaar kwijt.

Wanneer je langs de oever loopt,
zal je mijn gezicht vinden
hangend boven het water.

Roep mij aan,
mijn stem zal je antwoorden vanuit het gras
verscholen tussen de wilgen.

**

Com’è triste Roma
senza di te amore mio,
senza i tuoi occhi,
le tue labbra
(rosse di sangue),
la tua ombra.

Accanto a me
sei come una collina,
campo di grano
o bosco vergine
dove bussano
la pioggia
e il mondo.

Se tu chiami,
ti rispondono gli angeli,
se tu gridi,
ti sente il mare,
se tu piangi,
ti accolgono le rovine.

Ti perdo e ti ritrovo
tra mura e grotte,
viva e uccisa
dalle stesse pietre,
dalle stesse ombre!

*

Hoe droef is Rome
zonder jou mijn lief,
zonder je ogen,
je lippen
(bloedrood),
je schaduw

Naast mij
ben je als een heuvel,
een korenveld
of oerwoud
waar de regen
en de wereld
klinken.

Als je roept
antwoorden de engelen,
als je schreeuwt,
luistert de zee,
als je huilt,
onthalen de ruïnes je.

Ik verlies je en vind je terug
tussen muren en grotten,
levend en gedood
door dezelfde stenen,
dezelfde schaduwen!

**

Piove sempre
in questo
Paese.

Forse perché sono straniero.

*

Het regent altijd
in dit
Land.

Misschien omdat ik buitenlander ben.

**

Quella mela rossa
dimenticata sui rami denudati dall’autunno,
è il mio cuore appeso.

*

Deze rode appel
vergeten tussen de naakte herfsttakken
is mijn hangende hart

**

Voglio che il mio corpo riposi lontano dalla patria
e le mie ceneri si spargano altrove.

*

Ik wil dat mijn lichaam ver van mijn vaderland zal rusten
en dat mijn as elders wordt verstrooid.

**

Quanto siamo poveri.
Io in Italia vivo alla giornata,
tu in patria non riesci a bere un caffé nero.

La nostra colpa: amiamo,
la nostra condanna: vivere soli divisi
dall’acqua buia.

Ritornerò in autunno come Costantino 1),
tu nelle colline natali hai già raccolto l’origano
che porterò con me nella stanza ancora sgombra.

Ora vivo al posto di me stesso
lontano da quella terra che impietosamente
divora i propri figli.

1. Costantino oppure il Cavaliere della morte è un personaggio del più bel canto
degli albanesi d’Italia (arbëresh) che hanno come motivo principale la besa

*

Hoe arm zijn wij.
Ik leef in Italië bij de dag,
jij waagt het niet een kop koffie te drinken in het vaderland.

Onze schuld: we hebben lief,
onze straf: eenzaam te leven, verdeeld
door het donkere water.

In de herfst zal ik terugkeren als Costantino 1),
in onze geboorteheuvels heb je dan al oregano geplukt
die ik mee zal nemen naar de nog duistere kamer.

Nu woon ik in plaats van mijzelf
ver weg van de aarde die genadeloos
haar eigen kinderen verslindt.

1) Costantino, oftewel de ‘Ridder des doods’, is een personage uit het mooiste lied van de Albanese minderheid in Italië, dat als hoofdmotief de ‘besa’ heeft

**

Sogno spesso di tornare sulla collina di siliquastri
e di vivere accanto a te,
ben venga la povertà,
ma soltanto accanto a te.
Sono trascorsi anni da quando mi hanno costretto ad andare via.
Che fai? Che pensi? Ci salveremo in questa vita?
E’ duro il destino dei poeti,
ieri per la dittatura eravamo pericolosi,
oggi per la libertà siamo inutili.
Ah, se avessi amato una donna del villaggio,
non avrei sofferto così tanto nelle città che uccidono,
dove ogni secondo mi devo difendere.

Scrivimi, se hai sentito il canto del cuculo
sulla ginestra fiorita.

*

Ik droom vaak van een terugkeer naar de heuvel met judasbomen
en van een leven naast je,
ook al zij het in armoede,
maar enkel naast je.
Het is jaren geleden dat ik gedwongen werd te vertrekken.
Wat doe je? Wat denk je? Zullen we ons redden in dit leven?
Het lot van een dichter is hard,
gisteren waren we voor de dictatuur een gevaar,
vandaag zijn we voor de vrijheid nutteloos.
Ach, als ik van een dorpsvrouw had gehouden,
had ik niet zoveel geleden in die gestorven steden,
waar ik mijzelf iedere seconde weer moet verdedigen.

Schrijf me, als je het gezang van de koekoek hebt gehoord
vanuit de bloeiende brem.

     Andere berichten

Jeroen van Wijk

Jeroen van Wijk

Jeroen van Wijk (1997) is dichter, schrijver, (poëzie)recensent en kunstenaar. Zijn werk is beeldend en gaat veelal over de maatschappij,...

Elise Vos

Elise Vos (°1984) is slavist en poëzieredacteur. Ze werkte als redacteur in het veld van volkskunde en erfgoed. Momenteel is ze actief als...

Michiel J. Ris

Michiel J. Ris (1998) is dichter en boekhandelaar. In januari 2024 verscheen zijn debuutbundel Broersgedicht bij Uitgeverij HetMoet....