Vader, vandaag
In de schuur brandt nog licht.
Je repareert onze geduldige fietsen,
bewoont de avond.
Probeer je ons te leren kennen?
Je denkt misschien dat ik slaap
zoals onbereikbare zonen slapen,
maar nee, ik maak een tekening van je afwezigheid:
een kwart eeuw geleden
rukten de hulpdiensten uit
om je thuis te brengen.
Niemand mag weten hoe ik leef
Ik pas op je huis als jij met vakantie bent,
geef de dieren water, lig in een bed
dat nooit buiten komt.
Terwijl ik voedingsmiddelen tot leven wek
in de kelder, vragen oproep in de tuin,
maak jij met ontbloot bovenlijf,
op een plek waar ik nooit zal komen,
de balans op.
Ik pas op je huis als jij op vakantie bent,
maar je moet me één ding beloven:
dat je niet eerder thuiskomt dan afgesproken,
want niemand mag zien hoe ik leef.
Van horen zeggen
Ik heb gehoord dat je met een handlezer
over het dier ging
Ik heb gehoord dat je een boek hebt uitgekozen
om voor te lezen aan de vermiste opvarenden
Ik heb gehoord dat je op tijd thuis bent
om mijn opvoeding ter hand te nemen
Ik heb gehoord dat je mijn naam wilde wijzigen
toen ik nog dieper sliep dan gewoonlijk