Zondag 
Hoe klein kun je deze kamer maken.
De donkere kasten nemen alle ruimte 
rond de tafel in. 
Voor iemand die zoveel bewaart
heb je weinig verhalen meer. 
Je spreekt over de mensen buiten 
en het weer. Ik vertrek nadat je nogmaals 
in Indië bijna bent doodgegaan. 
Ik kan je nog vertellen dat de helft
van de kinderen is uitgevlogen. 
Je knikt en noemt de namen op
van wie onlangs ook een of andere zee 
zijn overgegaan. Jij blijft voorlopig
waar je bent, ver van het water. 
Kamers
I.
Naast zweven en ademhalen onder water
kun je in een droom ook goed verdwalen. 
Zie mijn lief die ’s nachts zijn ogen opslaat 
en fluistert: can someone tell me please 
whose house this is? 
Ik zeg dat ik het ben. Dit is jouw kamer 
I know, can you tell me whose house this is? 
Twee dingen die nu niet mogen gebeuren:
dat hij aan de wandel gaat of hij ziet mij
voor de inbreker aan. 
II.
Alle bruiden van New York verzamelen
zich hier aan de rand van ik vergeet
welke vijver in Central Park. Op de kaart
hebben alle straten een nummer en komen 
wij in zeven stappen weer thuis. 
Laten we niet berekenen hoe vaak het bed 
van ons hotel in deze ruimte past. 
Wat ik vraag is of het omgekeerde bestaat
van zoiets als claustrofobie. Meer dan zeven-
entwintig stappen nu en de stad ligt 
onveranderd aan mijn voeten. De hand
die mij loslaat weet dat ik haar alleen
niet had teruggevonden. 
Volgend jaar NY 
Nu is er een bed – breed genoeg om samen 
in te slapen. Ik weet hoe te komen en te gaan. 
Gemiddeld loopt een mens in zijn leven 
vier keer de wereld rond. Terwijl jij hier wacht
en deze afstand uittekent op het behang
loop ik mijn nieuwe schoenen stuk 
op de straten van Edinburgh, Stockholm
en Berlijn. Er zijn kathedralen met uitzicht 
op de wolken en een vriendin 
zich die zich afvraagt of je van deze hoogte 
iemand zou kunnen doden met een muntje. 
Maak je ruimte voor de verhalen waarmee 
ik thuiskom en wat ik moet berekenen: 
hoeveel steden kunnen er in één zomer
aan mijn voeten liggen. Hoe houd ik later 
alle foto’s uit elkaar. 

