LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Hannah van Wieringen – hier kijken we naar

29 mrt, 2014

Hier keken we naar

Levity Peters

Geen spel zonder regels. Dat zal iedereen duidelijk zijn. Zonder regels geen winnaar. Weinig wordt er als zo beschamend ervaren, als door de mand vallen wanneer blijkt dat je regels ontdoken hebt, als je vals speelt. Op vrijwel elk levensterrein worden regels aangescherpt, maar op zo’n manier dat het niet ten koste kan gaan van de eventueel uitgebreide mogelijkheden, het grotere bereik van de deelnemers.
Traditie lijkt wel alleen belangrijk, omdat het zichtbaar maakt hoe ver men opgeschoten is, hoever boven de voorgangers uitgestegen, hoe superieur.

‘speeldrift’ is de titel van een van de gedichten van Hannah van Wieringen in haar bundel hier kijken we naar. Speeldrift geeft een tendens van spelen aan die juist de regels aan zijn laars lapt, in een roes. De nadruk ligt op de vrijheid waarmee zij zich aan de ander meet, in dit geval aan de lezer; haar slimheid, inventiviteit, levenslust en – kracht. De eerste twee strofen van het gedicht gaan zo:

dan materialiseren we uit vochtig parelende wolken
als twee vers gearriveerde terminators
in een goed apocalyptisch verwoeste havenstad
we kijken schichtig onderzoekend om ons heen

dan zetten we het op een lopen
zij aan zij razen we naakt van de kade
onderwater vallen
snakkend opduiken
ijskoud iets heets vinden
tegen een door god verlaten zwemsteiger
(…)

Ze daagde mij inderdaad uit. Ik moest diep nadenken over wat daar te lezen staat, en ik ben bang dat ik er niet uigekomen ben. Het is heel heftig allemaal: ‘dan materialiseren we uit vochtig parelende wolken’ – ja, wat?
En wat moet ik met ‘twee vers gearriveerde terminators’, die even later naakt blijken te zijn, en in een al apocalyptisch ‘goed’ verwoeste stad (geen werk meer voor de terminators) van de kade af het water induiken, terwijl er een heuse, door god verlaten zwemsteiger blijkt te zijn?! Dit alles nadat ze, terminators onwaardig, schichtig om zich heen hebben gekeken.
Gezien hun naaktheid begrijp ik dat wel…

Het gaat mij niet om het gebrek aan inhoud. De meeste poëzie stelt inhoudelijk niet zo veel voor, en dat is geen enkel bezwaar, maar hier wordt vooral gestreefd naar iets dat op poëzie lijkt: ‘onderwater vallen’, ‘snakkend opduiken’; snakkend naar wat? Ik begrijp wel wat zij bedoelt: snakkend naar adem, maar dat staat er niet. Ijskoud iets heets vinden? Wat zou je kunnen vinden tegen een door god verlaten zwemsteiger aan? Heet? Als dit het mysterieuze is van poëzie, leg mijn portie dan maar op die door god verlaten steiger.

Dit gedicht koos ik uit omdat ik er een grote oude dichter in ontmoette: Herman Gorter. Van Wieringen schrijft:

(…)
we vergeten niet dat we bevoorrecht zijn
ons vermogen lief te hebben is een trillende meermin
overgave aan haar onschuldig als de diepzee
we vergeten de vergane stad
het lege land dat ons kapotgeschoten omsluit
(…)
‘onschuldig als de diepzee’

Ook Gorter moeten we op zijn woord geloven:

Het diepe zeeruim is onschuldig
en ook de diepte is onschuldig. –
Alleen de mens is schuldig. –
Neen, hij is ook onschuldig.

[Herman Gorter – Verzamelde werken, deel 6, Liedjes en Verzen, pag. 228]

Maar waar de inhoud bij Gorter in een keer duidelijk is, (onschuldig, onschuldig, schuldig, onschuldig), dwingt Hannah van Wieringen ons te puzzelen. Laat ik duidelijk zijn: mijn vermogen om lief te hebben is echt geen trillende meermin, (meer/minder?) en hoe zouden we ons aan haar kunnen overgeven zolang het lege kapotgeschoten land ons omsluit? Een raadsel? Wartaal. Ik kan er niets anders van maken. Dichteres en uitgever waren beiden dronken.

Ik vermoed bij de dichteres gebrek aan ervaring; ze heeft nog niet genoeg met de taal gespeeld. Ik zal voor een keer een doodzonde begaan, en het demonstreren.
In ‘sterfbed’ schrijft ze:

ik wil heel graag van je winnen
met werkelijkheidsmemory

Ik had liever gelezen: met werkelijkheidsmemory/ wil ik heel graag van je winnen

dus om je te vergeten denk ik veel aan je
zoals staren naar een blinde vlek

De tekst had beter gelopen wanneer ze geschreven had: als starend naar een blinde vlek denk ik dus veel aan je/ om je te vergeten

het werkt ik ontweet voortdurend van alles
draai ik het kaartje met solipsisme

ook deze strofe lijkt mij voor verbetering vatbaar: draai ik het kaartje met solipsisme/ het werkt ik ontweet voortdurend van alles

Ik weet het, en zal nooit meer zonder schriftelijke toestemming iemands gedicht vervormen, maar het dient een hoger doel: Ik vind het jammer omdat de meerderheid van de gedichten haar talent verraadt. En het maakt me een beetje boos.
Ik had het over de dronken uitgever; hij heeft Van Wieringen prachtig uitgegeven. Een lust voor het oog, die bundel, maar hij had haar talent moeten beschermen. Als recensent voel ik mij wreed.
Mocht door het bovenstaande lijken dat zij geen talent zou hebben, lees dan eens het volgende gedicht:

wat liefde niet is

liefde is
niet weggaan

zo simpel is het soms
een leven lang
ik heb dit van een jongen
die je kunt vertrouwen

soms is liefde meer dan blijven
soms is liefde dit

alleen in een kamer zitten
aan alle mensen die weg gaan denken
naar je benen kijken
en niet kwaad zijn op jezelf

Dit is in alle opzichten poëzie. Dit gedicht trekt een wereld om zich heen; de jouwe, met jouw beelden. De dichteres haar benen worden de jouwe, en haar abivalentie wordt de jouwe. Dit is prachtig. En met hoe weinig middelen; huis tuin en keuken Nederlands, voor elke autochtoon en welke allochtoon dan ook te vatten. Het raakt aan het leven, maakt er volwaardig deel van uit, en je hebt het gevoel, nee, je weet dat er niets aan ontbreekt: het is af! En dit is niet het enige gedicht dat de moeite waard is. Lees bijvoorbeeld ‘hendrik met verrekijker in de dakgoot’, waar ik werkelijk om moest schateren.
Als iemand zo kan schrijven staat het talent buiten kijf, maar, helaas: mensen zoeken complexiteit, terwijl de kracht in eenvoud ligt.

Ik hoop van harte dat Hannah van Wieringen beseft waar haar kracht ligt, en kijk uit naar een hele dikke volgende bundel van haar, met heldere, open, krachtige poëzie.

***
Hannah van Wieringen (1982) volgde de opleiding Writing for Performance aan de Faculteit Theater van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Ze schreef de eenakters Reiger ex Machina (2006) en Lege Plek (2007) en het avondvullende stuk Er moet licht zijn (2009).
Naast haar teksten voor toneel schrijft Van Wieringen artikelen en columns voor ELLE.
Van Wieringens prozadebuut De kermis van Gravezuid (2012) werd genomineerd voor de Opzij Literatuurprijs 2013, de Gouden Boekenuil en de Bronzen Uil.

 

     Andere berichten

Alex Deforce – Tussenbruggen

Alex Deforce – Tussenbruggen

Een brug te ver door Maurice Broere - - In het boek zit een soort sticker met een QR-code. Als je die opent, krijg je een soort...

Paul Demets – De schaamsoort

Terugblikken is confronterend door Hans Puper De ondertitel van Een schaamsoort, de nieuwe bundel van Paul Demets, is Briefgedichten aan...