LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Gedichten

26 okt, 2014

Soms, wanneer ik eerder lig
dan jij, leg ik een hand op
borst of dij, hervindt mijn
greep een licht-verwonderd
zoeken langs de lijnen.

Als kind al koesterde ik zo
mijzelf. Verbaasd dat dit – dit
denken en dit bloed – voorgoed
eens zou verdwijnen.

Jouw sterke handen op het stuur.
Onder mijn hoofd het zacht
bewegen van je dijen.

Ik had mijn hoofd daar neergevlijd.
Toen kon dat nog, er was nog geen
versnelling die ons scheidde.

O, hoe het was, hoe het was
toen het maar net begon.
Jij stuurde, ik was veilig.

Die eerste avond zeiden
we niet veel. Ik liep verlegen
naast je, zat wat onwennig
bij je in het restaurant.
Maar later, op het donkere
stille strand, sloeg jij je jasje
om me heen. Ik wist,
ik ben niet meer alleen.

     Andere berichten

Een wereld vol sonnetten (10)

door Simon Mulder   Simon Mulder is voordrachtskunstenaar, essayist, dichter met een grote interesse in het vormvaste gedicht,...

Jeroen van der Doef

Jeroen van der Doef (Amsterdam, 1955), woont in Amstelveen is fysiotherapeut in ruste en werkt vrijwillig als NT2-taalcoach. Hij heeft...

Rinske Kegel

Rinske Kegel (Haren, 1973) is schrijver van poëzie en proza. Zij publiceerde o.a. in De Revisor, De Poëziekrant, Het Liegend Konijn en...