Hogerop
door Joop Leibbrand
In de serie ‘Dichters voor bijna niets‘, dat aardige initiatief van Kees Godefrooij, verscheen onlangs Hemeltrans, elf dichters hogerop voor bijna niets. Het is al de vierde bloemlezing met werk van landelijk niet zo heel erg bekende, maar wel serieus te nemen dichters. Het woord ‘hemeltrans’ is afkomstig uit een van de beroemdste gedichten uit de Nederlandse literatuur, namelijk ‘Regen‘ van J.H. Leopold. Het gedicht, dat in de serie ‘Klassiekers’ besproken werd, toevallig (?) door een van de deelnemende dichters, gaat aan de bloemlezing vooraf en stelt min of meer de norm om met poëzie ‘hogerop’ te komen en iets van het ‘bovenzinnelijke’ te bereiken. Een uiterst gewaagd streefniveau – je moet maar durven – waarbij slechts een enkeling in de buurt komt, en dan valt te denken aan Edith de Gilde of Gerda Posthumus. Van de laatste:
Adem
Onder water niet. De wolken
kwamen en wij zwommen
samen richting riet. Zachtjes
blies de wind en hoe ik riep
adem onder water niet.
Er dreef wat kroos een water-
juffer tilde juist haar vleugels
hoog, ik wilde jou
weg van het diepe, doof nee doof
de vlam nog niet.
Dat golfslag in je borst
het ritme was, een stervenslied
en wij als zwanen op de kant
wit tot donker ons verried.
Van de anderen (J.C. Aachenende, Kees Godefrooij, Enno Paulusma, Paul Roelofsen, Gerard Scharn, Erika De Stercke, Frans Terken, Robin Veen en Geert Zomer) mogen de twee laatsten genoemd worden die elk redelijk succesvol zijn met een bundel. Van Robin Veen is dat Ga hier aan land, dat al een tweede druk kreeg, en van de voormalige stadsdichter van Harderwijk Geert Zomer Bloedmaan.
Ga er eens naar op zoek!