LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Chawwa Wijnberg – Krassen. Gedichten + cd Minimazzel en andere verhalen

10 jan, 2016

Een poezenstem die innig spint

door Hans Franse

Chawwa Wijnberg (1942) woont in Middelburg, een mooie intieme niet te grote stad, met een architectuur die het best gekarakteriseerd kan worden als ‘sierlijke binnenhuisarchitectuur’. Ze is zowel beeldend kunstenaar als dichter en publiceerde zeven bundels , inclusief ‘Krassen’. Ze was een Joods onderduikkind, dat ook haar vader verloor in de oorlog: hij werd gefusilleerd.

Het lijkt relevant op haar woonplaats en haar verleden te wijzen: de gedichten zijn kleinschalig, hebben de lichtheid en sierlijkheid van de Middelburgse gevels, terwijl de oorlogsherinneringen in de poëzie terug te vinden zijn, gekoppeld aan een sterk engagement met gebeurtenissen van nu, die bedreigend zijn voor kwetsbare groepen. De gedichten bevatten vaak beelden die helder en weinig geabstraheerd zijn: alles verwijst naar de realiteit van vandaag, die niet altijd leuk is: er is haat en dreiging, er zijn ‘wapenboeren’. Wie echter denkt dat het een zware bundel is, heeft een verkeerde indruk. Alles is geschreven met een grote helderheid van taal. Soms creëert ze nieuwe woorden, die zijn als een versiering op een barokgevel of een gotische fiorituur op het Middelburgse ex-gemeentehuis: woorden als schrikjes, verstapjes, maandagochtendhekel, to nano or not to nano, zesbaanshaast, teleporteren, een gisterzinnetje, kwart over spijt. En er zijn meer voorbeelden.

Er is naast de lichtheid, naast de gesignaleerde dreiging, veel humor. Zo beschrijft ze in een gedicht ‘Failliet’(pag.8) dat ze in haar proces van dichten gestoord wordt door een collectant. Net had ze een mooie eerste regel toen de bel klonk, die ‘alle regels doet schudden’ Er volgt een ondichterlijke conclusie:

‘Ja dag hoor-verdomme’
mijn gedicht gevlogen
net als de zure euro
uit mijn broek’.

Er is ook veel angst, die weliswaar de angst van velen is: de haat, de dreiging van het fanatisme, maar het feit dat ze Joodse is doet haar die angst bijna lichamelijk voelen. Ze stelt ‘de ‘honderden verdronkenen’ tegenover de ‘volgevretenen’ in het gedicht ‘Bal’(pag.19). In het gedicht ‘Alledaags’(22) merkt iemand op, ‘op conversatietoon’, dat zij ‘moet toegeven dat / joden een naar volk zijn…’. ‘Ben ik een scheldwoord?’, vraagt zij zich af. Gedichten over haatzaaiers (Haatman 1,II en III) en het gedicht ‘Aanslag’ dat gaat over de aanslag in het Joods Museum in Brussel zijn expliciete verwijzingen naar haar Joodse afkomst en haar angst. Er is ook een sterk pacifisme: ‘gebied je dochters pas te baren als er geen wapens meer zijn’

Maar er is veel leuks: bloemen, poezen, een olifant die ‘viola di bumba’ wordt genoemd, speelse gedichtjes en een erg mooi gedicht over Middelburg.

Of ze, zoals Mario Molengraaf schreef ‘de begaafdste dichter die Vandaag de dag op Zeeuwse bodem rondloopt’, is, vermag ik niet te beoordelen. Ik vind het plezierige, maar geen grootse poëzie, daarvoor vind ik er te weinig abstractie in. De helderheid maakt het lezen overigens plezierig al vraag ik mij af hoe de dichteres de typografische vorm van haar gedichten zou motiveren: je kunt sommige verzen achter elkaar schrijven zonder dat er afbreuk aan de formulering wordt gedaan. Die regelindeling lijkt wat willekeurig en vloeit niet voort uit de inhoud van de poëzie.

Haar integere engagement lijkt haar credo. Het laatste gedicht van de bundel, ‘Krassen’, is een manifest als mens en dichter, waarbij ze enerzijds de poëzie wat relativeert: ‘er zitten/ geen woorden meer/ in mijn pen/ alleen maar kleine/ krassen’ (een zin die menig prozaschrijver zou willen schrijven), maar zich toch een maatschappelijke opgave stelt. Ze eindigt haar laatste gedicht van de bundel met een zin die ook zonder afbrekingen en de layout ijzersterk is (menig prozaschrijver….) ‘ik moet nog wat/ stormen/ en alle vijandbeelden/ aan gruzelementen slaan’.

***

Chawwa Wijnberg (1942) woont in Middelburg. Ze debuteerde in 1989 met Aan mij is niets zien. Bij uitgeverij In de Knipscheer publiceerde ze een viertal dichtbundels waaronder Matzes &Monsters (2001,herdrukt in 2015) Echo van de roos (2003) Nerf en flanken (2008 en Nachtvlinders door het kattenlijk (2012).

     Andere berichten

Bloemlezing – Het komt goed

Bloemlezing – Het komt goed

Een wereldbibliotheek van geluk door Tom Veys - - Een gedichtenbundel samenstellen met als thema ‘geluk’ is geen sinecure. Samensteller...

Jonas Bruyneel – Mulhacén

Hallo? Federico? door Marc Bruynseraede - - Aan het literaire firmament is sinds kort een nieuwe ster verrezen: Jonas Bruyneel, aan de...