LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Gedichten

11 apr, 2017

Sirkka

In een gedicht van Sirkka Turkka glijdt de nazomer als
een grote eland in slaap. Nu had ik graag gezegd
dat ik dol ben op de gedichten van Sirkka Turkka,
dat ik het Fins origineel prachtig vind maar dat deze vertaling
er ook zeker mag zijn, dat ik zijn oudere werk nog gerijpter
en voller vind dan zijn sprankelende jongere werk,
dat ik het ook zo’n verademing vind dat deze teksten niet
hermetisch zijn, dat ik precies weet waarom de bedrupte vogel
uit het Oosten komt en waarom dat toch zo prachtig is
en dat het de vraag is of wij hier in Nederland ook
nazomerslaapgedichten kunnen schrijven of dat je daar toch echt
een eland voor achter je raam moet hebben staan en
dat het inderdaad hoog tijd is dat Sirkka de Nobelprijs krijgt.

Maar ik weet niks van Sirkka, misschien is ze wel een vrouw,
wat ik van harte hoop. Ik lees het gedicht in de krant.
Ik lees de aanprijzingen van de recensente. Zij kan misschien
wel zeggen dat ze het Finse origineel prachtig vindt en
dol is op alle gedichten van Sirkka Turkka.

Ik kan alleen zeggen dat ik graag over nazomers had geschreven
die als elanden in slaap vallen. Dat er levens zijn die ik nooit zal
leiden. Dat Sirkka inderdaad een vrouw is. Buiten in mijn tuin zit
geen bedrupte vogel op geen tak. Alleen de droge merel die ik
al zo goed van gister ken.

Inbreker

Zal ik eens wat zeggen?
En dan doe ik alsof ik het zeker weet.
Om te kijken hoe het voelt
als je iets zegt dat je zeker weet.

Het klinkt, en voldoet al is het
dun van nerf en houdbaar tot
zo snel je zeggen kan tenminste houdbaar tot.

Zal ik nog eens wat zeggen?
Ik ken een inbreker. Hij klinkt als gemorrel.
Maar als het erop aan komt neemt hij nooit iets mee.
Hij geeft je hoop door te wrikken aan je deur.

En net als je denkt, daar gaan mijn zijpaden
stokpaardjes en verse waarheden
sluipt hij weg op spekzolen schoenen
laat je zitten met je zinnen, hij laat je
met al je tussenvoegsels binnen stikken,  
je moet wel stamelend een verhaal beginnen.

Ik

Als er ik staat lees gerust ik
maar dan jezelf
ik had zo graag jouw ik neergepend
zou zo graag mijn ik als service
voor de jouwe ruilen
maar het is gecompliceerd
wat ik ook wens de avond tevoren
ik word er iedere morgen
weer mee wakker met mijn ik.

Als we het nu eens zo doen
jij vult naar wens andere namen in,
past de weersomstandigheden aan,
vervangt elanden door koeien
koeien door labradors, labradors
door een kat in een slapend huis.
Dat kan met gemak, er gaat eigenlijk
niks kapot, er komt alleen maar bij.
In Finland vervangen ze dan weer
de kat voor een eland,
het waterbakje voor duizend meren.

     Andere berichten

Haliastur

Haliastur (1964) is een recent pseudoniem. Leeft in Gent. Schrijft poëzie. Publiceerde onlangs op De Schaal van Digther, zeer binnenkort...

Kinderpoëzie (VII)

Kinderpoëzie (VII)

‘Waarom leest iemand geen gedichten? Omdat iedereen (en die iedereen heeft nooit gedichten gelezen) zegt dat gedichten moeilijk zijn, dat...

Kinderpoëzie (VI)

Kinderpoëzie (VI)

‘Waarom leest iemand geen gedichten? Omdat iedereen (en die iedereen heeft nooit gedichten gelezen) zegt dat gedichten moeilijk zijn, dat...