In het missen zit is en ik ben nog steeds onderweg
In het missen zit is en ik ben nog steeds onderweg
Beweeg voortdurend van jou af en buig weer terug
Buig af en beweeg weer terug
Alleen intern houd ik
Koers zetten de woorden als opstijgend luchtverkeer en
ik sla handen voor mijn oren en prop oordoppen zo
diep mogelijk in mijn gehoorgangen en hoor door alle
geruis heen slechts het kloppen van mijn
Hard gaan we van nul naar honderd op de snelweg
Ik groei zo snel dat ik rekening houd met het feit dat
mijn botten eerdaags uit mijn vel zullen steken en ik houd
doekjes bij de hand voor het bloeden
Op het oor van mijn kopje landt een woord met vier vleugels
Voorzichtige lijnen geven aan dat alles breekbaar is
Ik probeer te lezen, probeer het leven te lezen en raak woordblind de weg kwijt in
recensies en besprekingen van mensen die zijn vergeten hoe oud wij zijn
In het missen zit is en ik ben nog steeds onderweg.
Vaker gaat het goed
De stad ademt nog zeik van de nacht. Mannen houden zich met één hand vast aan het paaltje waaraan het bord bevestigd (wildplassen verboden) en pissen om het verst. Ik geef een duwtje in het voorbijgaan en gok op mijn theorie. Oogcontact en schaterlachen.
Het land is de verkiezingen al vergeten. Demissionair blijkt het verenigd of dan toch tenminste aardig relaxed. Het is de tijd niet je druk te maken. Een hogedrukgebied ligt op de loer, altijd. We kunnen de griep wel krijgen of de takketering.
De lucht is zo precies blauw dat het het vliegverkeer stagneert. Alleen de ballonvaarder durft te doorkruisen. In het park propt hij net iets te veel toeristen in zijn mandje. Hij spaart voor een huisje in Zuid Frankrijk.
Ik ben er. Afscheidsbrieven zijn verscheurd of nooit geschreven. In mijn tuin komt gewoon de pompoen weer op. Vaker gaat het goed.