LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Katelijne Brouwer – De maagden moeten bloeden

31 mrt, 2018

Ook een koelkast sterft

door Maurice Broere

Misschien een rare plaats om deze bekentenis te vermelden, maar ik houd niet van dierentuinen. Ze maken me altijd somber door al die slapende, geeuwende en zich vervelende dieren in veel te kleine hokken. Daar komt nog bij dat het er vaak stinkt. Dit terwijl ik me in de natuur prima thuis voel en de dieren helemaal niet ruik. In de bundel De maagden moeten bloeden van Katelijne Brouwer gaat het in de eerste afdeling ‘In Artis ruikt het net als thuis’ over belevenissen in het bekende dierenparadijs. Ik mag hopen dat deze titel een metafoor is voor het thuisgevoel dat Artis oproept!

Zoals de meeste dieren in een dierentuin liggen te slapen of te luieren, zo werken op mij de gedichten over Artis. Er zijn aardige observaties bij, maar het beeld verandert niet echt door verzen die gaan over een olifant die bij aaien aanvoelt als een lolaborstel of over een zootje vlooiende apen. Poëzie moet mij verrassen, raken of uitdagen. Dat mis ik in deze bundel. Het dieptepunt is ‘Artis kattenbak’ waarin het gaat over het gezamenlijk toiletbezoek van dichteres en kat.

De bundel bestaat uit drie afdelingen, de eerste noemde ik al. De verdeling in afdelingen echter ontgaat me een beetje. Je zou verwachten dat er wat thematische verschillen zouden zijn, maar net als in de eerste afdeling bevatten de andere afdelingen ‘Liefde is nooit een probleem’ en ‘De sirenes jankten’ dezelfde thema’s. Weer een flinke portie Artis en verder gedichten over de cyclus van een vrouwenleven. Misschien is voor deze mengvorm gekozen om te voorkomen dat het bij een thematische indeling een wat statisch geheel zou worden. De verzen over de cyclus van het menselijk leven met alles wat daarbij hoort, zijn universeler en soms goed uitgewerkt.

Koelkast

Er groeit blauwe schimmel op de ham
het broodbeleg heeft groene randjes,
vergeten restjes, koelkastluchtjes.

Achter in mij maakt een pan gekookte
aardappelen zijn eigen antibiotica en
in de groentela sterven blaadjes sla.

Wie ben ik als ik niet meer koelen kan
als mijn lichtje nooit dooft? Nog wat
geflakker en een plasje op de gang.

Als mijn deur niet langer sluit en ik
blijf kieren, mijn rubber verdroogt
en verhardt, dan wacht de sloop.

Vergankelijkheid is doorgaans van toepassing op levende wezens. Het aardige in dit gedicht is dat het gaat over een apparaat met natuurlijk een knipoog naar onze eigen houdbaarheid. Het vers loopt soepel door de assonanties. Origineel uitgangspunt, al zal dit ook wat geursensaties oproepen. Het beeld echter gekoppeld aan de menselijke vergankelijkheid geeft het vers iets universeels.

De winterschilder

De winterschilder kwam en hij nam zijn kleurenwaaier mee.
De zee nam hij mee en het bos, de stad en
de wolkenlucht, de dageraad en de schemering.

Die nam hij allemaal voor me mee. Hij kwam als
een gewone man in een broek, een overhemd en een trui.
Maar hij haalde de wereld uit zijn zak toen hij zijn waaier openvouwde.
Van het diepste blauw tot het lichtste wit met een zweempje roze.

Kleuren geven richting, zei hij. Waaraan, vroeg ik.
Aan het leven, zei hij. Dat is niet gering, zei ik, het leven.
Nee, zei hij, gering is het niet.

Het geeft een gesprek weer tussen auteur en schilder die waarschijnlijk een offerte gaat opmaken om het huis een likje verf te geven. Zijn kleurenwaaier brengt een zekere fascinatie teweeg door de enorme hoeveelheid kleuren, die voor de dichteres de wereld vertegenwoordigen. In de laatste strofe lijkt wel sprake van een readymade, versterkt doordat de dialoog cursief gedrukt staat. Dit gedeelte tilt het vers naar een ander niveau en suggereert diepgang: kleuren die je leven bepalen. Dit is denk ik wel na te voelen. Kleuren kunnen een sfeer versterken. Er zijn ook onderzoeken gedaan naar de invloed van kleuren op de stemming van mensen. We spreken niet voor niets over vrolijke en sombere kleuren.

Rode November

Bij tramhalte Ruysdaelkade kijk ik
altijd omhoog of er licht brandt
in het huis waar ik kind was.

Twee keer oversteken en dan naar links
waar tegen de gevel de wingerd groeit
die rood kleurt in november.

Ik kijk. Jij zwaait als ik naar ballet ga
of patat haal met kroketten
omdat je niet wil koken.

Als ik er niet meer ben, wie kijkt er dan
en weet nog van snackbar en
dansende wingerd?

Uit dit gedicht spreekt heimwee naar vroeger, naar de moeder die ze mist, zoals blijkt uit andere gedichten in de bundel. Het heimwee wordt opgeroepen doordat de schrijfster langs haar ouderlijk huis komt. Ze realiseert zich dat wanneer zij er niet meer is, dat dan eigenlijk ook het ouderlijk huis er niet meer is en dat daarmee haar moeder in de vergetelheid raakt. Een mooie gedachte: wie houdt de herinnering in stand als je er niet meer bent?

De maagden moeten bloeden is het debuut van Katelijne Brouwer. De bundel is niet in alle opzichten geslaagd. Met name de gedichten over Artis en bewoners missen wat mij betreft diepgang en de platvloerse taal stoort mij. Toch staan er gedichten in met universele waarden en gedachten die mij aan het denken zetten. Met name de verzen over de thema’s moeder, moederschap, borsten en borstkanker weten me te raken. De liefde voor de moeder, het eigen moederschap en borsten die aan de ene kant leven geven in de vorm van babyvoeding en aan de andere een tikkende tijdbom kunnen zijn, omdat kanker op de loer ligt.
Kortom, een veelbelovend debuut met zwakke kanten, maar ook zeker sterke. Ik ben benieuwd wat een volgende bundel oplevert.

***
Katelijne Brouwer (1966) publiceerde eerder korte verhalen en gedichten in onder andere De Optimist en Op Ruwe Planken. Haar gedicht ‘De bange man’ staat in de bloemlezing Een toon die in de stilte zoemt, de 100 beste gedichten uit de Turing gedichtenwedstrijd 2015. Online is ze te vinden op De Optimist, De Vallei en Pretpark Poëzie.

     Andere berichten

Bloemlezing – Het komt goed

Bloemlezing – Het komt goed

Een wereldbibliotheek van geluk door Tom Veys - - Een gedichtenbundel samenstellen met als thema ‘geluk’ is geen sinecure. Samensteller...

Jonas Bruyneel – Mulhacén

Hallo? Federico? door Marc Bruynseraede - - Aan het literaire firmament is sinds kort een nieuwe ster verrezen: Jonas Bruyneel, aan de...