Bianca Boer debuteerde in 2007 met de verhalenbundel Troost en de geur van koffie, die werd genomineerd voor de selexyz Debuutprijs. In 2010 verscheen haar dichtbundel Vliegen en andere vogels. In 2018 won Boer de Poëzieprijs van Oostende met het gedicht Laatst, in de ochtend. Haar roman Draaidagen nadert voltooiing en zal in 2019 verschijnen.
Boer publiceert verhalen en gedichten in verschillende tijdschriften. Ze is naast schrijver en dichter ook schrijfdocent.
foto Bianca Sistermans
Mama, je neemt de telefoon niet op
ik kan je vanaf hier zien liggen
wit geschrokken gebroken botten
je handen grijpen naar net niet
wolmuizen duizelen
‘Ja? Hallo? Ik was even boven.’
ik scan al onze gesprekken
op tekenen van achteruitgang
deze keer liet de tijd je staan
ik was het kind vandaag
ik was het kind vandaag
en jij de moeder en hier
was ons huis en later was ik
de vader en jij de hond
we waren bang voor de
krokodillen en de haaien
die onder ons zwommen
alsof
ik was vooral bang
dat de hond zou vallen
toen ik weer de moeder was
en jij het kind
kregen we het zand niet
uit onze sokken
ik droeg je op mijn rug
mijn alsmaar groeiende
die alweer nieuwe
schoenen nodig heeft
we namen handen vol
kastanjes mee naar huis
voer voor de haaien
die reuzenhonger hebben
welterusten
ga nou slapen kind
je bent de laatste
die nog wakker is
probeer het gewoon
het monster dat aan de deur
krabt is de poes maar
slakkenhuizen
groeien niet aan vingers
en die keer
dat je wakker werd
omdat er op je huid
een vacht verscheen
dat was nou een droom
angst is dol op duister
het is ’s nachts ook erger
om je moeder te zijn