door Maurice Broere
Van dichten comt mi
cleine bate. Die liede
raden mi dat ict late
ende minen sin niet
en vertare
Een trieste constatering over de dichtkunst van de anonieme dichter van de Beatrijs. Ondanks alle moderniseringen als boekdrukkunst, on demand printen en elektronische boeken blijft een ding sinds de middeleeuwen onveranderd: dichten loont niet. Anderzijds vinden we gedichten belangrijk. Bij grote gebeurtenissen of herdenkingen ziet men graag een gedicht. Ik denk niet alleen omdat de bondige taal beter op een sokkel of plaquette past. Veel steden hebben een stadsdichter. In mijn stad hebben we een paar jaar zonder gezeten, maar nu gaan er toch stemmen op om weer een stadsdichter te benoemen die bij bepaalde memorabele momenten geacht wordt poëtisch los te gaan. Het mag allemaal niet te veel kosten, een paar duizend euro per jaar. Geen voltijdbaan dus.
Uit: Anoniem handschrift in collectie Koninklijke Bibliotheek Den Haag
In ons land zijn maar weinig schrijvers die van hun pen kunnen leven, sommige prozaschrijvers redden het wel. Een enkele dichter haalt wat hogere oplages, maar het gros moet het doen met een beperkte oplage en minimale verkoopcijfers. Zeker de dichters die zich in het literaire segment bewegen. Vaak geven ze hun bundeltjes in eigen beheer uit.
Wat drijft een dichter dan? Waarschijnlijk schrijft hij omdat hij niet anders kan. Het moet op papier komen en wel op een specifieke manier in een bepaalde vorm, geen komma of punt mag verkeerd staan. In veel gevallen verlaat het resultaat de schrijftafel of computer niet en wordt het in zeer kleine kring genoten. Een enkeling neemt de stap tot publicatie. Gelukkig verschijnen er in ons taalgebied mooi uitgegeven poëziebundels met soms prachtige inhoud.
En de recensent? Waar doet hij of zij het voor? In ieder geval niet voor de verdiensten, want die zijn nihil. Waarom dan al die moeite? Ik denk dat de liefde voor taal de drijfveer is: de verrassing van een mooie zinswending, een unieke combinatie van woorden, een eigenzinnige waarneming, een aansprekende boodschap, een mooie filosofische gedachte. En … natuurlijk de spanning om in een debuut een nieuwe Kopland of Wigman te ontdekken.
Je hoeft je als recensent nergens voor te schamen, want het recenseren is een tamelijk onschadelijk tijdverdrijf. Je vervuilt er het milieu niet mee, ook het papierverbruik is gering, zeker als je voor een digitaal blad schrijft zoals Meander. Bij mij ontbreekt dan ook elk schuldgevoel zolang er nog mensen zijn die op zolderkamers met treintjes zitten te spelen, in het weekeinde een balletje slaan of aan de waterkant de tijd vissend doorbrengen, want recenseren is geen hobby, maar liefhebberij.