LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Scott Rollins – Grenstekens

26 feb, 2020

Toneel dat van plaats blijft veranderen

door Geert Zomer



Grenstekens is het Nederlandstalige debuut van Scott Rollins, aldus de binnenflap van de bundel. Deze in 1952 in New York geboren dichter woont sinds de jaren zeventig in Nederland en is tevens vertaler, schrijver en muzikant. Hij heeft drie Engelstalige dichtbundels en een spoken word album op zijn naam staan. In Amsterdam heeft hij het magazine Dremples opgericht en de kleine uitgeverij Bridges Books. Hij is o.a. vertaler van gedichten van J. Bernlef.

In Grenstekens geeft Scott Rollins een verslag van zijn reizen. Niet in feitelijke, maar in poëtische vorm. Hij onderzoekt hoe zijn lichaam zich verhoudt tot wolken, droomt dat wolken schepen zijn en schildert met water. Hij neemt de lezer mee in een nachtelijke reis, op een veerpont tussen de eilanden en leest lippen van de douaniers, die wachten aan beide zijden van de brug. Hij verlaat tijd, ruimte en logica om zich in de mythe onder te dompelen en zijn innerlijke wereld te vertalen naar poëzie.

Grenstekens reist inmiddels een kleine week met mij mee. Reizend in de trein verweeft het voorbijtrekkende landschap zich met de gedichten. In mijn hoofd spelen gedachten met zijn woorden, gevoelens worden opgeroepen, verlangens worden verbeeld. Zo wordt mijn eigen innerlijk landschap al reizend gevormd en gekleurd. In het gedicht ‘Schilderen met water’ zijn er kleuren van water waar vingers in kunnen zwemmen. In ‘Skye Tijd’ wordt de chronologie van de tijd verlaten. ‘Skye Tijd // Opeens verschijnt alles / in deze Noordelijke tijd’. In weer een ander gedicht is er een door tambú-beat bezeten meisje. ‘Bezeten door de beat raakt het meisje / haar vaste honk, één bonk opgekropte energie / Lippen getuit, blik op oneindig’. Maar de reis begint natuurlijk vanuit het vertrekpunt, vanuit de taal, vanuit het gedicht zelf. Het openingsgedicht van Grenstekens:

Vertaling

Zoals lichamen losgelaten
op andere kringen
die vermoeden waar
andere kernen kunnen zijn

In een nieuwe stad met
vers geschudde straatnamen
Het pak kaarten in je handen
vormt zich
tot de tong van een ander

een stuk van jezelf

In de woorden kruipen, het gedicht een stuk van jezelf laten zijn.
Verweven in het Ene, waaruit alles is ontstaan, waarin alles zijn oorsprong vindt en waarin alles zich ontvouwt en haar weg zoekt. In de geest van poëzie zijn, die een talige wereld schept tussen de mens en zijn ervaring. Deel zijn van het grote mysterie dat zich laat kennen in het mystieke moment. In dit één zijn met de wereld, de kosmos, verlaat de dichter de logica en gebruikt poëzie als instrument om een glimp van het mysterie kenbaar te maken. Het mysterie waar alles en iedereen deel van is: het landschap, het meer, de wolken, de vissen, de visser en zijn zonen. Het laatste fragment uit het gedicht ‘De vangst schoonmaken ( uit Lake Champlain )’:

Ze slaan ons allemaal aan de haak

De visser en zijn zonen beginnen

Was dat een rukje of een beet?

De schubben van de eerste vis tekenen
rillingen van opwinding en plezier
De wolken in het steeds dieper blauw
lijken net opgeklopte slagroom want er
zijn vele handbewegingen in deze droom

Nu moet ik dit gedicht van de haak halen
en schoonmaken voor het ontbijt.

Poëzie, mythe en droom. Geen mythe zonder de droom. De mythe als poging van de mens zijn droomwereld uiterlijke gestalte te geven, als voedingsbodem voor poëzie. Poëzie die de lezer meeneemt op deze voortreffelijke reis, hem dit uitzicht toont bij Pear Tree Point, hem laat wandelen over het afkoelende zand en beelden tovert op zijn netvlies in een eerste strofe:

 Pear Tree point

Tegen de schemering ben ik gaan wandelen
met mijn broer en mijn minnares
over het afkoelende zand, het wolkendek
flitst met weerlicht, onthult de overkant

De dichter neemt de lezer mee in zijn persoonlijke mythe: ‘Langs het lange eiland, ben ik gekomen / om de laatste eer te bewijzen aan de / uitgestrooide as van mijn moeder, sta ik / tegenover de plek waar ik ooit ben geboren’. De omslagfoto, genomen door de dichter zelf, toont een cactus, op de grens van land en zee. De cactus staat daar als een wachter, een grensteken, een dichter, starend over de oceaan, waar voorbij de horizon fantasie vrij spel heeft en de mythe zich aftekent in zijn innerlijk oog. De laatste twee strofen van ‘Pear Tree Point’:

In een huilbui omhelzen we elkaar; kriskras door
de sterrenstelsels gaan de ondermaanse
lichten van vliegtuigen langs de plaatselijke
vluchtwegen vanuit het zuiden

in konvooi als drie kleine schelpen van licht
die de kustlijn volgen naar het noordoosten
totdat ze de oversteek wagen naar de
grote oceaan waar ik nu woon

Tenslotte neemt de dichter de lezer mee naar een verzameld gedicht; ‘Landschap van verlangen’/ ‘Landscape of desire’, in 21 andere talen vertaald, waaronder, speciaal voor Grenstekens, een versie in het Tamazight (Berbers).

____

Scott Rollins (2020). Grenstekens. In de Knipscheer, 84 blz. € 18,50. ISBN 9789062657889

     Andere berichten