Tijs van Bragt (1985) is dichter. Hij woont en werkt in Groede (Zeeuws-Vlaanderen) en is de drijvende kracht achter Groede Literair, een stichting met als doel: iedereen in contact te brengen met poëzie, taal en literatuur. In 2017 ontving hij de Blinckaertprijs van de Marnixring Knokke-Heist, een tweejaarlijkse grensoverschrijdende cultuurprijs die afwisselend uitgereikt wordt aan een Vlaming of een Nederlander die zich in de regio verdienstelijk maakt in de geest van de doelstellingen van de Marnixring, met name: het bevorderen en verspreiden van de Nederlandse taal en cultuur. In 2019 verscheen zijn debuutbundel, Bonterik Sterrenzager (De Kaneelfabriek, 2019), waaruit drie gedichten.
foto Cees Smets
dan zou ik schuivend over aarde vloeien
koos ik de aarde
dan zou ik buigen over wat de zee me gaf:
–
spoelende hemellichamen
zeevrucht wordt landdier –
landdier mens
tot stof zien vergaan
–
tussen zee en aarde
de zee kiezen
mezelf afstoten, opheffen
flüssig werden
–
Ik zag het trekken van licht als iets
onontkoombaars
dat zich herhaalt
–
de lucht die opheldert en dan weer dichtslaat
de grond onbewerkt en vol ijsbloemen
–
een mager vuur
dat zich door de holen
van een stokoude polder
sleept
–
onder de haast stille
verlegging van een wolk
–
in een botanische tuin stond
kankerkruid
ik noteerde zoethout om later thuis te zaaien
ik noteerde wolfskers als uitweg voor nog later
–
mijn gedachten zijn vrij eenvoudig
ik bewoon een aardig huis
de hond die er tot aan mijn knieën komt
is geduldig en mij genadig
–
ik denk aan mijn geboorte
ook denk ik aan wat ik zag vandaag
een merrie rouwend om haar veulen
–
en de schemering ging in het weiland staan
en morgen staat ze er nog