Pseudoniem van Alain De Kinder (1975). Dichter, verhalenverteller. Woonde in Leuven, Vancouver, Madrid, Brussel, Antwerpen. Woont thans in Nijlen. Werkte na studies in redactie Vlaams Parlement tot 2000. Publiceerde e-books Yonk en Zombie bij Bookbuster. Groeide (deels) op in woud van grootmoeder. Ging reizen. Haalde master in Germaanse Taal- en Letterkunde en manama in Literatuurwetenschappen. Houdt van T.S. Eliot en García Lorca. Houdt van podia als Sprekende Ezels, ZonderWolk, Ballonnenvrees e.a. Werd zopas derde in gedichtenwedstrijd van Gopher. Publiceerde gedichten in Poëziekrant. Stond al sinds 2016 ieder jaar in Top 100 Turing/Prijs de Poëziewedstrijd. Publiceerde ook in andere wedstrijdbundels.
foto Daan Broos
–
‘t Lijkt wel een akkoord als ik niet
kan instaan
voor aardse verschijnselen
of ze terecht zijn of geloofwaardig
–
of ik echt daar ben
als je ons wakker maakt.
Ik kan ook
geen lichaam geven
–
aan die hemelse zekerheid
‘t gevoel dat je me omvergooit, kolkt
dat je van mij houdt
en je ademt in vossenvacht.
–
Noch bieden leidende bijbelboeken
een verklaring
waarom ik zou in een cel gestopt worden
als ik mijn naaste
–
praatjes over misvorming of taken
voor het goede
aandoe, honger en dorst stil
en het licht van iemands leven
–
in de wiek ontbrand.
Nee, ik hou me koest daarom
ik breek de duisternis niet
er is glans in het zwaailicht
–
van de dichter die
de andere kerels in de tent
eruit schopt
omdat ze niets in schrijfvingers
–
zien.
–
Wij zijn het wachtlampje van een taxi
die niet komt, niet bestond
we zijn het wurgend vermogen in je ingehouden
adem.
–
Dat tracht de wereld tenminste
de wereld dit wankele tafeltje van geel
hout
een tram die de bocht in rijdt
–
de city steps onze rails in duwt.
Mensen van zwarte koffie kijken niet eens op, ik drink thee
met marsepein.
Mensen ronden de hoek als een kapperslantaarn.
–
Wij, wij zijn die twee vensters daar, boeken in onze schoot
wat anders?
De hemel glipt de trappendaken van de wereld
binnen, zoals de
–
scheuren in mijn jeans, bij jouw knieën
je schedel zegt het.
De stad is nog open, wat betekent dat om jou te zijn? eens je
in je Android praat
–
zoals je de Japanse vlag en school bent, de kers van een
verbodsbord
met die witte barst, die niet liegt
dat je rijp als een kus – en sneeuw bent.
–
Zonnig en warm is de tijd.
–
Nooit had ik een bewustzijn
dat in krantenpapier verpakt is
en iedere heilige
is een bijenkenner.
–
Piepjonge kerosine slikken –
‘t zijn hoogdagen voor me
jij in je muiltjes
betogen voor het klimaat.
–
Om de ultieme schoonheid
van werk of kennis te zien
moet je een klein gerucht
omzetten in een koude ziel.
–
Een andere religie
huisvest ik niet in mijn hart
als was ik een kleine bergstam
die vecht voor zijn vrijheid –
–
verwijten over mijn voetafdruk
van pizza en Shakespeare
krijg ik niet van je kinderen
maar het sluimerde al langer.
–
De kracht van de rede
is een Joodse geleerde
en het geloof in logische bewijzen
is louter een symptoom
–
van een minder lichtgevende diepte.