LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Lamia Makaddam – Je zult me vinden in elk woord dat ik schrijf

19 okt, 2020

Twaalf benamingen voor liefde

door Hettie Marzak




De Nederlandse dichter Lamia Makaddam is afkomstig uit Tunesië, waar ze Arabische taal- en letterkunde studeerde. Ze publiceerde drie dichtbundels in het Arabisch en won in 2000 de El Hizjra literatuurprijs. Ze droeg haar gedichten voor op verschillende literatuurfestivals in Egypte, Jordanië, Tunesië, Libanon, Marokko en de Emiraten. Naast dichter is ze journalist en vertaler. Zo vertaalde ze onder andere Jij zegt het van Connie Palmen en Malva van Hagar Peeters. Je zult me vinden in elk woord dat ik schrijf is haar eerste bundel die in het Nederlands is vertaald, in samenwerking met de schrijver Abdelkader Benali.

De gedichten in deze bundel zijn niet bedacht, niet geschreven met een pen die steeds weer schrapt. Deze gedichten moeten direct in het hart zijn opgeweld en rechtstreeks op papier gezet, zonder doorhalingen of correcties, zo ongeveer op de manier waarop Mozart volgens de overlevering zijn muziek noteerde. Het zijn gedichten over liefde, lichamen, vrouw-zijn. Hier is een vrouw aan het woord die ongeremd het leven zelf bezingt.

Dat deed ze oorspronkelijk in het Arabisch: schrijven in je moedertaal zal allicht gemakkelijker gaan dan in een vreemde, tweede taal. In een interview in de Volkskrant zegt ze hierover: ‘Van ¬Arabisch naar Nederlands vertalen kun je vergelijken met een zee in een fles proberen te doen. In het Arabisch heb je twaalf benamingen voor het woord ‘liefde’, op allemaal verschillende niveaus. De taal is rijker, met veel meer mogelijkheden.’
Het is dan ook geen wonder dat haar gedichten klinken als een vertelling uit de verhalen van Duizend-en-één-nacht: rijkgeschakeerd, erotisch, hartstochtelijk. Joost Baars, zelf dichter, redigeerde de bundel en voorzag de achterflap van negen adjectieven die haar poëzie beschrijven: ‘Brutaal, tegendraads, erotisch, kwetsbaar, poëtisch, heftig, zacht, woedend en teder.’ Ze kloppen allemaal. Je zou er nog beeldend, dramatisch en bezielend aan toe kunnen voegen.

Ga niet weg

Want misschien ben ik er niet meer als je terugkomt,
is mijn haar uitgevallen, mijn gezicht verouderd, zijn mijn ogen uitgedoofd,
of pak ik een boek, het hoofd te zwaar om nog op te tillen,
zit ik in een stoel te lezen en vergeet dan domweg op te staan,
of leg ik mijn wang op een kussen te rusten en vindt de nacht mij niet
en de dag ook niet,
en ik zal de weg naar onze appelboom niet meer vinden.
Ga dus niet weg!
(…)

Dit is een liefdesgedicht dat helemaal past binnen de Arabische traditie. Het zou zomaar gezongen kunnen worden door Oum Kalsoum, de gevierde Egyptische zangeres die veertig jaar na haar dood nog altijd geëerd wordt als een heilige.

De gedichten zijn niet ondergebracht in afdelingen, maar komen als een kolkende stroom achter elkaar voorbij, sommige lang, andere weer kort of in de vorm van proza. De woorden buitelen over elkaar heen en overspoelen de lezer, die na het lezen naar adem snakkend weer bovenkomt. Ik moest daarbij denken aan de roman Sprakeloos van Tom Lanoye, waarin hij het literaire principe van ‘less is more’ ten stelligste van zich afwerpt en een pleidooi houdt voor de overvloed:

‘Less is more’ (heeft) de laatste decennia in onze letteren zodanig veel opgang gemaakt dat men gerust mag spreken van een ziektebeeld, genaamd literaire anorexia nervosa. (…) maar als er tien termen bestaan voor één en hetzelfde verschijnsel, waarom zou uitgerekend iemand als ik er dan slechts eentje gebruiken in plaats van al die tien? Waarom zou ik er niet ook nog een paar nieuwe bij proberen te verzinnen? Het heet niet voor niets woordenschát.’

De Arabische taal mag dan nog rijker zijn met twaalf termen voor één verschijnsel, in het Nederlands vond Makaddam de mogelijkheden om over het lichaam en de lijfelijke liefde te schrijven zonder de beperkingen die haar vaderland haar zou hebben opgelegd. Taal en woorden zijn van groot gewicht voor deze dichter: in bijna elk gedicht komen deze begrippen terug, zoals ook in de titel al aangegeven wordt. Het schrijven van poëzie wordt bijna een levensvoorwaarde, een wapen en een bescherming die vooral vrouwen sterk maakt, zo komt uit haar gedichten naar voren. Haar gedichten hebben echter niet de bedoeling om te shockeren , ze schrijft gewoon zoals ze het ziet, oprecht en ongekunsteld:

De poëzie werd geboren om familieproblemen op te lossen

(…)
Een hoer heeft het recht om moe te zijn,
om even haar benen dicht te houden
zodat de aangerichte schade kan worden onderzocht
en de afstand tussen het achterwerk en het leven
opgemeten kan worden.
De klant moet maar even op zijn beurt wachten
totdat het gat genezen is en de wond opgedroogd.
(…)

Samen met enkele gedichten over een bevalling is dit gedicht toch een uitzondering in zijn brute aanschouwelijkheid: als de dichter over het eigen lichaam en dat van anderen spreekt, gebeurt dat steeds met liefde en met plezier. Het merendeel van de poëzie van Makaddam is romantisch van aard en bezingt de liefde en het leven, geïntegreerd in het dagelijkse bestaan. Haar poëzie is nergens zweverig, maar staat met beide benen stevig op de grond te midden van de mensen en de gewone dingen. Hier is vrouw aan het woord die zelfbewust is, onverschrokken en eerlijk: ze maakt de dingen niet mooier dan ze zijn.

Kamerplanten

Ik koop geen kamerplanten meer.
Ze gaan altijd dood en daar erger ik me aan.
Ik verzorg ze zoals ik een kind zou verzorgen.
Liggen ze er slapjes bij dan geef ik ze een beetje water.
In oorlogstijd verplaats ik ze van hoek naar hoek
en geef ze nog wat water.
Wanneer een blad naar de tuin van de buren dwarrelt
geef ik ze nog meer water.
En wanneer een van de kinderen laat thuiskomt
hou ik de planten onder stromend water.
En een keer liet ik ze een week lang in bad liggen
omdat mijn man ging slapen zonder mij een kus te geven.

Lamia Makaddam heeft met deze bundel een geheel eigen stem doen klinken, die de Arabische wereld verenigt met de westerse en haar binnenwereld met de buitenwereld. Een heel scala van emoties laat ze in haar gedichten voorbijkomen: vreugde, verdriet, pijn, jaloezie. Net als het leven zelf.
____

Lamia Makaddam (2020). Je zult me vinden in elk woord dat ik schrijf. Uitgeverij Jurgen Maas, 68 blz. €19,99. ISBN 9789491921759

     Andere berichten

Renaat Ramon – Visum

Renaat Ramon – Visum

Een blik voor en achter de schermen door Tom Veys - - De voorflap van Visum bestaat uit een sterk grafisch beeld waarbij de notatie van...

Willem Jan Otten – Septemberzee

Ontroerend mooie poëzie door Jeroen van Wijk - - Willem Jan Otten (1951) heeft een groot oeuvre dat bestaat uit poëzie, toneel,...