Lisa Ozemoyà (1977) is het pseudoniem van een chirurge met een passie voor literatuur en poëzie. Dit is haar eerste publicatie.
foto S. Van Hassel
–
De nare geur van zweet drupt langs de wanden,
en draait de rollen om van het toneel.
De barsten in de muren weergalmen de hoop
die gevangen zit in de stemmen van de verdoemden.
Geef
Neem
Streel
Verdraag
Walg
Sterf.
–
De zure smaak van niet gedronken wijn
wachtend in de kelken
Bloedrood glanzend
Onaangetast,
zoals ik,
wordt de standaard meug van elke dag.
–
Zout kan de pijn niet verzachten.
Likkend aan de steen der wanhoop,
weerkaatst het blauwe van je ogen
de glans die ooit was.
–
‘Hoop doet leven’
sakkert de arme hond, de enige die nog schittert door mijn komst.
Zo laag zijn we gevallen,
ploeterend door de brij van schuld.
–
‘Leve de illusie’
is het parool van elke dag.
De barende
–
Je ranke lichaam vol van maagden hunkert naar tongen,
afgebeten en herkauwd.
Gespleten en bezeten geniet het genot,
bekorend aan de lenden van weleer.
Maar de kelk loopt over en het kruipen wordt gestelpt met
geronnen bloed.
–
De volheid van je buik slipt de beek van wellust dicht
en alleen blijf je over
liggend in de modder die aan je trekt als een woesteling.
Losgeslagen in de kerker van je huid voel je de pijn die
naarstig likt aan je wonden
en alzo hoopt
je te doen rillen van begeerte.
–
Wij zijn het die dit wonderlijke tafereel hebben bespuugd
en uitgezogen tot de slangen zijn gekroond.
–
Oh wee…niet langer, leve de revolte.
–
Sta recht uit die bemeste weilanden zonder toekomst.
Kruip over de doornen en bespied de vernederde wolf die
huilt om je lot.
Krijs tot de zwarte lucht haar adem terugvindt en in je oor
blaast
wat het leven niet zeggen wil.
Het leven dat zijn ketens heeft gesloten om je vrieskoude te
zegenen.
–
Het zo geveinsde voortbestaan dat is vergeten je te kronen.
–
Je hebt gewacht
en wacht nog steeds
tot de vogel zingt aan de horizon en
de kleuren weer ruiken zoals vroeger, voorbijgegane tijden
die krassen op je oog.
–
Spuug het uit,
braak de gestolen diamanten tot de sloot weer stroomt.
Dan pas,
alleen dan
kan de vergeetput openbarsten in de schone schijn
en zullen de vergetenen eindelijk weer klaarkomen.
–
Als ik je zie
smaak ik de seizoenen, koud en warm door elkaar
Gegooid, gemengd, verenigd in hun ellende
Verstenigd en gezalfd.
Een merel nestelt zich in mijn oor die suist van de stilte
En zingt me een droom.
–
Als ik je hoor
Ruik ik het gras dat proeft naar natte hond, gelikt en geslagen.
Het wiegende gewas streelt zoals jij mijn haren, plakkend door het zweet van de winterkou
En vingers die zweven op de wolken.
–
Als ik je ruik
Voel ik de druppels van de zon neerstorten als de regenboog op een winderige dag.
Mijn ogen verwijden
En zien wat zij niet geloven.
–
Als ik je proef
Stottert de stem van de storm en spuugt haar rijpste appels uit.
Verstikkend in je ogen draait de zon door
En stokt mijn adem.
–
Als ik je voel
Stopt de tijd
Met hopen.
Koud donker stilte
is wat overblijft
en ik verdwijn….