LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Antoine de Kom – Demerararamen

31 mrt, 2021

Een obsessie met het observeren van het juiste kwaad

door Martijn Benders




Het is in letterenland sinds een jaar of tien in zwang om ‘politieke’ gedichten te schrijven. Meestal betreft het dan gedichtjes die het partijprogramma van GroenLinks even handig voor je samenvatten, of werkjes waarin een krantenartikel over het milieu nog eens dunnetjes wordt overgeschreven. Resultaat is een soort papier-maché met lauwe linkse politiek, waarschijnlijk bedoeld om de geldschieters tevreden te stellen.

Antoine de Kom (1956) heeft dus de tijdsgeest aan zijn zijde. Hij is de kleinzoon van Anton de Kom, een Surinaamse verzetsheld die stierf in een concentratiekamp van de Duitsers. Hij schrijft al over slavernij sinds zijn debuut in 1991, dus dat is nu precies dertig jaar geleden. Ook in deze bundel gonst weer zo’n onzichtbare slachtpartij, in de periferie van het bewustzijn, een truc die De Kom in eerdere bundels ook gebruikte.

‘[JUSTITIA PIETAS FIDES alle zestien schoten Verdachte aanwezig / mensen neergemaaid 93 kogelgaten gem. 8 cm diepte lijken / op de grond van bastion veere’. Dat soort fragmenten, die natuurlijk de coup van Bouterse beschrijven, voor de zoveelste keer want De Kom had het er in eerdere bundels ook over. In deze bundel mengt hij zo’n beschrijving in één gedicht met bijvoorbeeld:

—–                        —–    —-gluteus poetin maximus trump de koerden geofferd
——                      —    ——een man nagejaagd ontploft zijn kinderen gruis –

——                      ——-   —de aarde is een streng verboden bol voor stervende vluchtelingen
——-                      —    —–en het zuiden gist het noorden rafelt en bijt met zachte tanden bloed
—                      ——-    —–op de lippen en kust zichzelve.

Goed, de toon voor de bundel is gezet. Maar wat schiet ik er als lezer mee op dat hier de coup van Bouterse, de Koerden en de vluchtelingencrisis op één hoop worden gepresenteerd? Waarom zou je dat in vredesnaam doen? En is dat dan ‘politieke poëzie’? Daar is het toch veel te algemeen en nietszeggend voor?

Antoine de Kom heeft als psychiater gewerkt voor het Pieter Baan Centrum. Hij is persoonlijk geobsedeerd met ‘het kwaad’ en schreef ook een boek waarin hij fictieve gesprekken heeft met beroemde literaire criminelen, om ‘het kwaad’ te doorgronden.

Maar is het op één hoop smijten van allerlei misstanden die niets met elkaar van doen hebben niet op zichzelf een hele kwade gewoonte? Zeker als je dit ook nog afsluit met de suggestie van erotiek. Soms klinkt wat zelfkritiek in de gedichten zelf door:

———————–    ——wie biedt er meer
———————–    ——voor dit gedicht dan letters
————————-    —-en wie zal het vinden? ligt het niet diep verborgen
————————    —–onder massa’s clichés, de menigte
————————    —–op de begraafplaats zocht naar beenderen
———————–    ——men maakte foto’s van elkaar.
————————    —–het was er het weer wel voor.
————————–    —wat meer gevoel zou hier niet misstaan
————————–    —tussen al die zware stemmen die niets te zeggen hebben.
————————    —–en daar was het opeens: een gedicht tussen botten.
———————–    ——ze stonden er met z’n allen naar te gapen
———————–    ——iemand riep iets: dronkenmanstaal
————————-    —-en het gedicht sprak alleen voor zichzelf zoals goede doen.
————————-    —-onder grote belangstelling werd het begraven
————————    —–er is nog lang over nagepraat
—————————    –het gedicht werd postuum mare

En weer: de suggestie van massamoord, hier om een poëtica kracht bij te pogen zetten. Maar wat voor poëtica is ‘het gedicht sprak alleen voor zichzelf zoals goede doen’ eigenlijk precies? Een beetje de uitgesleten jaren tachtig visie op ‘hermetische gedichten’, en dat wordt hier door de massa begraven – waant De Kom zichzelf een hermetisch dichter met al dit parlando, of is de wens hier de vader van de gedachte?

Zelf hou ik vooral van politieke gedichten als die misstanden aan de kaak stellen die elders weinig podium weten krijgen. De poète maudit die opkomt voor de verschoppelingen is mij lief – een heel ander concept dan de dominee die voor eigen parochie staat preken met domineesgedichten.

Het postmodern mengen van allerlei misstanden en massamoorden om een gruweleffect bij de lezer te bewerkstelligen zou ik beschrijven als een vorm van kitsch, waarbij eigenlijk niets op het spel staat.

Er zijn de nodige moppen:

————————    —–nog iets nodig voor de inrichting?
———————–    — —ik denk dat ik mezelf achterhaald heb.
————————-    —-dacht ik na de algemene beschouwingen
———————–    ——die weer erg gespannen waren verlopen.
————————-    —-de beurzen zijn nerveus, onze gedeelde
————————-    —-werkelijkheid staat op virtueel.
————————-    —-dus niet de poëzie?

In de eerste zin horen we eindelijk de stem van de psychiater. Nog iets nodig voor de inrichting, mijnheer? Het is natuurlijk een retorische vraag. Met al het opgesomde leed en parlando kun je zo goed als elke lezer een inrichting in weten te krijgen.

En daar schuurt eigenlijk pas het eerste echte kwaad: zou je bedenken wat er afgelopen vijftig jaar mis ging in de samenleving dan zou daar bij mij als eerste opkomen het ongelofelijke kwaad dat Big Pharma op onze kinderen wist los te laten in de vorm van speedtabletten of antipsychotica om op school te kunnen opletten en in het gareel te lopen. Of alle slaap- en kalmeringstabletten die erger zijn dan heroïne waaraan inmiddels een miljoen Nederlanders ernstig verslaafd is – natuurlijk, als forensisch psychiater bij het Pieter Baan Centrum was De Kom vooral in een ander kwaad geïnteresseerd – maar is de filosofische vraag niet wezenlijk of je ook een slaaf kunt zijn van een identiteit?

Slavernij lijkt lang geleden, maar is dat ook echt zo? Is bijvoorbeeld de symbolische vergoeding van 1 euro voor een 14-urige werkdag in de fabriek geen slavernij, is de zwarte man die 25 jaar de gevangenis in moet omdat hij een plantje in zijn zak had geen slaaf maar een crimineel? Volgens het (Amerikaans) recht wel, maar dat recht werd geschreven door de zittende heersers. Een gewoonte uit de zwarte gemeenschap, het roken van een bepaald plantje, werd stevig gecriminaliseerd, gewoon om grote delen van die gemeenschap te verwoesten en onder de knoet te houden. Is dat geen slavernij? Uiteraard wel, je hoeft maar de Netflix documentaire ‘Grass Is Greener’ te kijken om een plaatje te krijgen van moderne slavernij.

Een pleidooi waarom slavernij weerzinwekkend en barbaars is ga ik hier niet houden. Dat Nederland nog altijd geen excuses wil maken voor het verleden is een schande, en enkel Anton de Kom een plek geven in de literaire canon is daarvoor geen compensatie. Geluiden dat dit allemaal ‘zo lang geleden’ zou zijn en daarom obsolete onderschrijf ik niet: wie ooit San Pedro gebruikte, de magische cactus uit Zuid Amerika, die weet waarom de lokale stammen zo zachtaardig en harmonieus waren, en volstrekt niet in staat tegenstand te bieden tegen de moordlustige, religieuze Spanjaarden en die weet ook dat een paar generaties niets voorstellen, want de cactus heeft je zaken te leren over tijd en perspectief.

Het idee dat de ‘wetten’ en de juristen hand in hand met de staat de ‘rechtvaardigheid’ bewaken – is dat niet met name Romeins, en is zulke vergroeiing tussen heerser en rechtvaardigheid dus niet inherent romeins-fascistisch, wat weer aan de basis lag van die Spaanse Conquest, het idee dat enkel wat in de wet beschreven staat voldoet als ethische richtlijn? Waarom konden Abu Graib en Guantanamo Bay bestaan – wat de eerste betreft, ik kan me geen beelden van de nazi’s heugen die zo verschrikkelijk onfatsoenlijk waren. Een gevaar is dat iets enkel een symbolische waarde krijgt, terwijl de echte slavernij gewoon doorgaat.

Dat je suggereert politiek betrokken te zijn door de juiste kwalijke onderwerpen te kiezen en tegelijk krantenknipsels tot politiek correcte domineesgedichten verwerkt waarna je je door de staat met prijzen laat overladen voor diezelfde correcte houding – het is ietwat aangezet, maar toch een vrij accurate weergave wat hier echt gaande is.

—————————–dat van kwaadaardigheid al wat blank van huid
—————————–nu het pijnlijk ertoe doen moet wegvreet en wie daarin woont het leven
—————————–tot een hel van onbeheersbaar zwart
—————————–laat omslaan?

Nee, over politiek schrijven is betekenisloos, vind ik, als je enkel open deuren in weet te trappen. Van een regel als: ‘de aarde is een streng verboden bol voor stervende vluchtelingen’, steekt niemand wat op, het stelt niets van belang aan de orde. Wat rest is een postmoderne bundel vol ‘flarden’ waarmee enkel de suggestie van politieke betrokkenheid wordt gewekt. Daarmee wordt de poëzie van De Kom bijna zuiver therapeutisch: hij presenteert aan de lezer wat voor gekte hij zoals zelf om de oren krijgt, vooral via de krant, maar nergens wordt de poëzie lyrisch, filosofisch of daadwerkelijk politiek. En De Kom laat door alle gedichten in de bundel te centreren ook nog kwaadaardige vormgeving op de lezer los.

En dat is als het op poëzie aankomt nu juist echt het kwaad. Nu vindt De Kom dat zelf aanlokkelijk, begrijp ik uit interviews, na zolang het kwaad te hebben geobserveerd in dienst van de staat is hij zelf een tikkeltje het kwaad weten worden: ‘de handen zijn wit bepoederd het vaticaan een stoel / waarin je jezelf tegenkomt’.

En natuurlijk, de echt goede mensen zijn nooit diegenen die zich als goede herders opwerpen. Maar in Nederland, waar men het verschil tussen een domineesdichter en een poète maudit niet kent, zijn het altijd die dominees die het tot ‘Dichter Des Vaderlands’ schoppen.

De enige juiste keuze voor die functie de afgelopen 15 jaar zou iemand die de zelfkant kende, als Menno Wigman zijn geweest – enkel in zijn gedichten zag je regelmatig dat hij het voor verschoppelingen opnam, voor de mensen waar niemand anders het voor opneemt. Nieuw onrecht maakt slechts kans bij dichters die zelf het onrecht van de huidige samenleving wisten meemaken. De domineesdichter staat enkel slaperig met bekend materiaal voor de eigen parochie of geldschieters te preken. En Vadertje Staat zorgt graag voor hen, zolang ze maar niet de verkeerde dingen schrijven. Maar daar komen ze gelukkig nooit aan toe, want het goede oude onrecht waar dichters uit kunnen kiezen is schier eindeloos.
____

Antoine de Kom (2021). Demerararamen. Querido, 88 blz. € 16,99. ISBN 9789021425818

     Andere berichten

J. Heymans – Alsnog

J. Heymans – Alsnog

Gelaagd, als een lasagne van betekenissen door Marc Bruynseraede - - Heel aparte, bijzondere dichter is John Heymans (Den Haag 1954) die...

Erik Lindner – Hout

Erik Lindner – Hout

Koud door Peter Vermaat - - ‘In de gedichten van Erik Lindner gaat het om het veraanschouwelijken. Er wordt niets beschreven of...