door Jinze de Klerk
Een goed gedicht kan aankomen als een mokerslag en een plek in je geest opeisen of op fluweelzachte spitzen je hoofd in tippelen en zich stilletjes in een hoekje nestelen. Een goed gedicht kan zich ontwikkelen als een langzaam opgebouwde vriendschap, waarbij het gedicht zichzelf en de lezer zich (aan zichzelf) steeds meer blootgeeft, of een gedicht manifesteert zich als een hevige verliefdheid die er opeens en onverklaarbaar (en godzijdank!) is. Soms zijn het een stel woorden of een paar regels die losgezongen raken van de tekst en waarvan je de echo steeds blijft horen. Een andere keer word je overrompeld en overvallen door de kracht van het geheel, onherroepelijk als een stoomtrein. Het is precies deze mogelijke relatie, in welke vorm dan ook, tussen lezer en gedicht die waarde behelst en die de lezer rijker maakt. Een goed gedicht vindt zijn eigen plek en op zijn eigen wijze, zonder hulp van geestelijke moeders of vaders, en blijft bij je.
Jinze de Klerk is redacteur en docent Nederlands
foto (c) Alja Spaan, 2009