LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Maxime Garcia Diaz – Het is warm in de hivemind

29 sep, 2021

Geploeter, gezwoeg, getob

door Peter Vermaat




‘ (…) and as always, I am absorbed with a delicate thought. It is how poetry has indefinite sensations to which end, music is an essential, since the comprehension of sweet sound is our most indefinite conception. Music, when combined with a pleasurable idea, is poetry. Music without the idea is simply music. Without music or an intriguing idea, color becomes pallour, man becomes carcass, home becomes catacomb (…)’ schrijft Edgar Allan Poe in 1831. Bijna tweehonderd jaar later zijn deze woorden nog altijd onverkort van kracht. Muzikaliteit is een onmisbare kwaliteit van goede poëzie en wanneer dit aspect ontbreekt, is dit vaak te wijten aan een teveel aan gedachten of betekenis en vrijwel altijd is het een gevolg van overcompositie.

Wie de inhoudsopgave van Het is warm in de hivemind, de debuutbundel van Maxime Garcia Diaz, bekijkt, krijgt al een duidelijke eerste indruk: de afdelingen heten ‘origin stories’, ‘baby-faced simulacrum’ en ‘no wave’ en van de titels van de 14 lange gedichten hebben er slechts drie (één per afdeling) een titel in het Nederlands. We vallen meteen maar met de deur in huis:

live trough this w/ me

meisje
w/ the most cake

het aangekoekte kwaad tussen onze tenen
in de kromming van onze oorschelpen

de reiniging dient zich aan
we hebben een aard en we traceren
haar contouren
live through this w/ me, meisje

eetstoornisgrapjes schotelpupillen
het moment dat je geest boven het bed
zweeft, naar beneden kijkt & geil wordt
van zijn lelijkheid, jouw
jonge bloeiende cinema
het etteren van de zweren
op je hersenen, de wratten op je tong
smijt je lichaam tegen een muur en ontdek
hoe je botten breken, op welke plekken,
en vooral: wanneer

(…)

Jenny schrijft
you should limit the number of times
you act gaainst your own nature. it is interesting
to test your capabilities for a while,
but too much will cause damage.

achter de horizon wacht het uitsterven
voor nu lijkt rotten op bloeien, ruikt
bijna hetzelfde
voor nu heb ik geen honger meer
ik heb de hele middag in een bushokje
gezeten (neorexisch koninkrijk)
met euroshopper & amnesia haze
en een amerikaanse tiener
opgekruld in een hoekje als een
suburban spook, zielige zieke ideeën
& een meisje (girl of the geist)
that promised to live through this
with me

[p. 11-13]

Diaz won in 2019 het NK Poetry Slam en het hierboven grotendeels geciteerde gedicht bevat een aantal elementen dat voordracht vanaf een podium in een zaal een sterk effect zal geven: het veelvuldige gebruik van harde medeklinkers (met name de ‘s’ en de ‘k’) en het schreeuwende staccato van de zinnen sleurt een toehoorder mee in het beleven van de tekst. In de zaal wel, waar diezelfde toehoorder achteraf waarschijnlijk niet echt kan navertellen wat hij zojuist gehoord heeft. Het effect van de voordracht maakt de indruk en die blijft je bij.

Op papier, waar de lezer alleen in het meest gunstige geval hardop voorleest, maar zich zeer waarschijnlijk zal beperken tot de ‘fluistering in de geest’, houdt deze beleving geen stand. Bij het lezen van een tekst krijgt de semantiek en daarmee de ‘bewering’ een veel grotere rol dan de klank. Wanneer semantische verbanden in eerste instantie niet of vaag blijken, grijpt de lezer terug naar wat hij even daarvoor heeft gelezen en legt deze fragmenten onwillekeurig in een verhalend stramien. Althans, een poging daartoe. Daarom is ‘verstaanbaarheid’ of ‘onverstaanbaarheid’ ook geen dichotomie (zoals ik op FB las als reactie op mijn vorige bespreking), maar veeleer een beschrijving van de leeservaring, waarbij men ofwel, meestal na meerdere pogingen, iets verstaat of meent te verstaan, ofwel ervaart geen verbinding op betekenisniveau te kunnen maken en het ‘onverstaanbare’ gedeelte op dat moment even terzijde legt en het lezen voortzet. Zoals het Gettier-probleem aantoont, is verstaanbaarheid of onverstaanbaarheid sterk verbonden aan de waarneming van de persoon en het toeval. Maar ook de ‘waarnemingseis’ van de lezer speelt hier een belangrijke rol: welke mate van ‘on-duidelijkheid’ (en dat bedoel ik hier letterlijk) ben je als lezer bereid te accepteren? Nogmaals, het individu bepaalt hierin de eigen regels en evenals in werkelijke wetenschap is hier hoogstens sprake van aannemelijkheid en nooit van een enkelvoudige waarheid.

Wie poëzie bespreekt, gaat te allen tijde uit van de eigen leesbeleving en hoopt dat de verwoording daarvan andere lezers een stimulans biedt om het werk in kwestie ook te gaan lezen of het juist te laten liggen. De lezer die na een aantal keren tot de conclusie komt dat wat de bespreker enthousiast maakt hem of haar juist koud laat (of omgekeerd), vindt daarmee evenzeer een kompas als de lezer die ervaart dat de bespreker juist een goede voorspeller is van de eigen leesbeleving. Naar mijn idee zou het echter te mager zijn wanneer het daarbij blijft. Cultuur in het algemeen en literatuur in het bijzonder staat onmiskenbaar in een verband met het leven en heeft daarin een niet te ontkennen belang: er wordt immers volop het debat over gevoerd. Ik probeer daarom ook steeds – tevens als poging tot verklaring van mijn persoonlijke leesbeleving – het besproken werk in een context te plaatsen. Bij poëzie die duidelijke kenmerken van ‘spoken word’ vertoont, kan ik dientengevolge niet voorbijgaan aan de voordrachtsfunctie als wortel van alle geschreven poëzie.
Wie Boris Johnson in dit fimpje (zie en vooral luister naar) een gedeelte van Homeros’ Ilias hoort reciteren, ervaart niet alleen dat deze taal buitengewoon expressief is, maar ook dat hij er zich uitstekend voor leent om in het geheugen verankerd te worden. Johnson zal zonder twijfel een uitstekend geheugen hebben, maar het feit dat hij een oud-Griekse tekst ook na veertig jaar uit het hoofd kan voordragen (met ondersteunende expressie) zegt absoluut iets over de aard en met name de kracht van die tekst.

Ik betwijfel sterk of voor de gedichten in de bundel van Diaz hetzelfde geldt. De pagina’s lange gedichten ervaar ik stuk voor stuk als een lappendeken van fragmenten van uiteenlopende oorsprong, waarvan het verband in het uiterste geval moet zijn dat de dichter ze heeft samengebracht en in deze vorm gerangschikt, maar die mij niet bijblijven door hun muzikaal klankkarakter of in het oog springende verwoordingen. Uiteraard is het absoluut voorstelbaar dat iemand, die er meer tijd en doorzettingsvermogen aan spendeert dan ik gedaan heb, een aantal buitengewoon knappe constructies aan de dag weet te brengen, maar ik ben daar vooralsnog niet in geslaagd. Sterker nog: een willekeurige ander kan met evenveel recht haar combinatie van eigen taal en gevonden woorden in een aantal gedicht-teksten presenteren, zonder daarmee echter wezenlijk onderscheidend te zijn.
Muzikaal wordt de taal nergens, tenzij je de voorkeur geeft aan akoestische punk.

Als geheel blijft deze bundel voor mij problematisch, vooral op die plaatsen waar het onmogelijk lijkt om uit te maken wie er aan de woord is: de dichter Diaz of een Engelstalige knipselkrant in cyberspace. Het voert te ver om hier nog de staf te breken over de postmoderne onhebbelijkheid om alles wat ontleend wordt letterlijk te ‘incorporeren’ en zo te weigeren de discussie over eigenheid en oorspronkelijkheid te voeren, maar die eigen stem is naar mijn smaak veel te weinig hoorbaar in deze bundel. Af en toe steekt hij als een verstekeling het kopje grijnslachend uit een patrijspoort (‘(…) je wilde adembenemend zijn / maar niets om je heen heeft nog longen (…)’ (p. 18)), maar op de meeste plaatsen heeft het geploeter, gezwoeg en getob de overhand, de route kabelt van router naar router en ons surfboard sleurt ons langs ontelbare hyperlinks naar signal 15.

Science friction of niet meer dan een uit de hand gelopen gedachtenexperiment van een spraakautomaat? I really don’t know, so let’s go with the flow:

(…)

I said data made femme
I said bedroom light, receding
I said girls, at night, on the internet

en ze blijft altijd gedrocht, gecorrumpeerde zone
alsof de militaire tentakels uit haar huid getrokken kunnen
alsof de tentakels van het kapitaal uit haar navel en anus
ik haal mijn boodschap door de machine en ze configureert
het juiste antwoord en vertelt me hoe ik heten zal en
op welke dag sterven en waar en welke hemel boven me
en hoeveel er nog overblijft en hoeveel van ons
er nog overblijven

I don’t know if these are windows
or mirrors

hey

no one has imagined us
now we imagine ourselves
and we imagine each other

hey it’s not a new wave
it’s just u & me @
& if u live through this w/ me
i swear that i will die for you

mijn moeder stuurt me het is koud vandaag vergeet
je medicatie niet en bel maddalena eens en gaat het wel en
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

ik stuur haar HARTJE HARTJE HARTJE HARTJE

[p. 75-76]

‘Wanneer de techniek ertoe leidt dat de aangesloten individuen hun identiteit en vrije wil verliezen spreekt men van een hive mind’ orakelt Wikipedia en ik beleef vooral een leeservaring die als een stalen bal in een flipperkast hardhandig van nooit naar nergens geschoten wordt.

Jerusalem is lost. I rest my case.
____

Maxime Garcia Diaz (2021). Het is warm in de hivemind. De Bezige Bij, 80 blz. € 22,99. ISBN 9789403120614

     Andere berichten

Jan Holman – Jaag de veulens weg

Het verleden als obstakel voor vernieuwing door Paul Roelofsen - - Een verontrustende titel, die bij mij direct de vraag opriep waarom...