We wensen u een Kerst vol warmte, vrede en geluk, in goede gezondheid!
Hettie Marzak koos voor u een kerstgedicht van Anton van Duinkerken, Paul Bezembinder kwam met Vondel en Hans Puper vroeg Levity Peters om een kerstgedicht.
–
Omdat eenvoudigen verstaan
Wat door geen ingewikkeld zoeken
Noch lezen in geleerde boeken
Begrepen wordt of nagegaan,
–
Zijn herders toen in uwe stal
Geknield en hebben U aanbeden;
Dit is tweeduizend jaar geleden
En nog weet elk het overal.
–
Geen mens heeft ooit hun naam gemeld;
De rest van hun onschuldig leven
Is door geen wetenschap beschreven,
Wordt slechts aan kinderen verteld.
–
Anton van Duinkerken (1903-1968)
uit Verzamelde gedichten (1957)
–
–
Toelichting:
De diepgelovige schrijver en hoogleraar Van Duinkerken, die in zijn overige werk vaak theatraal en breedsprakig was, heeft in dit kleine gedichtje bewust gekozen voor de eenvoud, zowel in uiterlijke vorm als wat het onderwerp betreft. Hij kiest niet voor de koningen of de engelen en zelfs niet voor het kerstkind, maar hij zet arme en ongeletterde schaapherders centraal. Hiermee handelt hij in navolging van Christus, die opkwam voor de armen, vertrapten en verdrukten van de samenleving.
Van Duinkerken heeft zijn rotsvaste overtuiging in het gedicht gelegd: dat eenvoud van het hart mysteries kan begrijpen die kennis van het hoofd niet kan uitleggen.
Ik wens u een eenvoudig kerstfeest toe.
–
O Kersnacht, schooner dan de dagen,
Hoe kan Herodes ’t licht verdragen,
Dat in uw duisternisse blinckt,
En wort geviert, en aengebeden?
Zijn hooghmoedt luistert naer geen reden,
Hoe schel die in zijne ooren klinckt.
–
Hy pooght d’ onnoosle te vernielen,
Door ’t moorden van onnoosle zielen,
En weckt een stad- en landgeschrey,
In Bethlehem, en op den acker,
En maeckt den geest van Rachel wacker,
Die waeren gaet door beemt en wey.
–
Bedruckte Rachel, schort dit waeren:
Uw kinders sterven martelaeren,
En eerstelingen van het zaet,
Dat uit uw bloed begint te groeien,
En heerlijck tot Godts eer zal bloeien,
En door geen wreedheid en vergaet.
–
Joost van den Vondel
–
–
Toelichting:
Dit traditionele kerstliedje bestaat uit drie (van de acht) strofen uit de ‘Rey van Klaerissen‘ uit Vondels Gijsbrecht. In onze moderne tijd wordt Kerst vooral geframed als feest van licht en vrede (en eten); de tekst van Vondel herinnert ons eraan dat Kerst ook een donkere kant heeft.
–
Meer lezen?
Vondels Kersnacht schooner dan de daegen op Neerlandistiek, op de site van KRO-NCRV en op Wikipedia.
Luisteren? Een uitvoering door Herman van Veen.
Kerst
. Vrede op aarde
. Was wat wij verwachtten de oorlog meer dan tien jaar
. Wat wij verlangden voorbij
. Ik zong de longen
. Uit mijn lijf
. met het sluitstuk van
. Gedragen het
. Boven allen uit wilde ik Ere zij God
. Mijzelf horen ik had geen stem
. Nooit was de kerk zo vol mijn sopraan meer over
. De glans te klein bijna
. De sombere ernst die om mijzelf
. Elke zondag heerste te kunnen horen
. Verdreven door het licht te weten wat
. Dat wij uitstraalden ik zong
. Ik het meest van allen
. Omdat Jezus
. Omdat Jezus geboren was
. Ik was zo blij
. Dat ik het geloofde
Levity Peters
Toelichting:
Door de bijzondere typografie in dit gedicht laat Levity Peters stemmen naast en door elkaar spreken, wat uitstekend past bij de opgewonden stemming van het lyrisch ik. Bij het lezen kun je ook verschillende routes nemen. In ‘De sombere ernst die / Elke zondag heerste’ is het kind zo onbetekenend dat het niet eens zichzelf hoort. Maar met Kerst is het anders: het kind straalt en stamelt van verrukking, wat mooi wordt uitgedrukt door de herhaling van ‘Omdat Jezus’. Maar dan die laatste twee regels: is het kind blij met zijn geloof of gelooft het alleen omdat het zo blij is? Dat zal de volgende zondag zeker weer voorbij zijn. Er zit een suggestie van grote eenzaamheid in deze regels.
beelden
(c) Alja Spaan
(c) Levity Peters, Engel