Onlangs verscheen de bundel Geluk, met werk van 120 werelddichters, uitgegeven door de Nederlandse tak van Amnesty International. Alle bijdragen zijn pro deo, zodat de complete opbrengst van de relatief goedkope (€ 10!) uitgave ten goede komt aan de activiteiten van deze organisatie. Sander de Vaan sprak met de samensteller, Daan Bronkhorst, die ook een groot aantal vertalingen leverde.
Daan, je stelde voor Amnesty tal van bundels met internationale poëzie samen. Hoe lang doe je dit al en hoeveel bundels zijn het intussen?
Het uitbrengen van vertaalde poëzie begon in 1981. Ik was geïnspireerd door een bundel die de Franse Amnesty-afdeling had uitgebracht. Vreemd genoeg herhaalden ze dat niet. Wij wel. In 1988 maakten we een bundel die het jubileumboek van uitgeverij Rainbow werd, tienduizenden exemplaren werden ervan verkocht. Daarna volgden de bundels gemiddeld eens in de twee jaar. Dus het zijn er inmiddels misschien wel twintig.
Hoe belangrijk zijn deze uitgaven voor het werk van Amnesty?
Vanaf het begin hadden de bloemlezingen een tweevoudig doel: belangstelling wekken voor dichters die over menselijkheid en het menselijk tekort schrijven, en op bescheiden schaal fondsen werven voor het werk van Amnesty. Geleidelijk kwam er nog een derde doel bij: mensen die iets vertaald hadden voor een bundel wilden dat graag nog eens doen (gedichten vertalen is heel plezierig werk) en auteurs waardeerden het dat ze hun werk in een bundel zagen. Rijk is de organisatie er niet van geworden, maar de bundels haalden telkens een behoorlijke oplage en nogal wat mensen bleken ze te verzamelen.
De bundels bevatten stuk voor stuk een motto. Voor de meest recente uitgave is dat ‘Geluk’. Hoe moeilijk was het om daar aansprekende gedichten voor te vinden?
Het was niet anders dan bij de thema’s van andere bundels. Je kiest een thema en vraagt je dan af hoe je daarvoor nog niet eerder gebruikte gedichten moet vinden. Eerst lijkt dat een hele klus, aan het eind van het proces heb je te veel poëzie. Geluk, ik weet wat het is, ik hoop dat andere mensen dat ook weten, maar de Colombiaanse auteur Gabriel García Márquez zei al dat romans zo vaak over ongeluk en zo zelden over geluk gaan. Het helpt als je zelf gelukkig bent als je gelukspoëzie gaat zoeken. Dan zie je hoeveel dichters die je kent van dood en miserie, wel degelijk ook het geluk onder woorden probeerden te brengen.
Tal van Nobelprijswinnaars en andere voortreffelijke dichters komen in de Amnesty-bundels voorbij. Als je zelf een top 5 van dichters of gedichten zou moeten samenstellen, wie/wat zou je dan kiezen?
Ik kom er niet goed uit, uit die vraag. Met zoveel dichters heb ik iets gekregen, in deze bundel of in eerdere. Mij lijkt dat een paar Nobelprijzen in elk geval niet ten onrechte zijn uitgereikt, aan Seamus Heaney, Czeslaw Milosz en mijn favoriet Wislawa Szymborska. Ik nam in elk van mijn bundels iets op van Miriam Van hee, zo mogelijk ook van Jo Govaerts. Helen Dunmore vind ik schitterend, Yehuda Amichai, Adam Zagajewski. Voor deze bundel vond ik de verrassingen bijvoorbeeld bij Mark Boog, met een perfect gedicht over geluk dat eindigt met:
. In hoeverre het geluk ons bepaalt
. is niet eens een vraag: totaal. Wij zijn niets
. dan ons geluk, en het geluk is waar wij zijn.
. Slechts tijdens het afnemen van de glasplaat
. slaan we soms de ogen neer. De vochtige
. doek hangt slap in onze handen. Zo mooi.
Van Dario Jaramillo uit Colombia (in de vertaling van Sander de Vaan),’Mozart op de snelweg’ waar ik mag aantekenen hoe graag ik zelf Mozarts klarinetstukken speel:
. Ik sluit het raam,
. houd het gezoem van andere auto’s weg
. en rijd in mijn capsule tachtig kilometer per uur,
. met Mozart,
. waar tijd en ruimte, uren en kilometers niet tellen
. en een klarinet de voornaamste reden kan zijn,
. de verklaring voor alles,
. de kern van de zaak.
. Mozart op de snelweg.
. De wereld is helder en gelukkig.
En de grote inventiviteit van de Taiwanese dichteres Ye Mimi:
. De baby’s glimlach lijkt op een zoete deken
. maakt dat ik mezelf schoon wil vegen
. als een lege cd naar binnen wil rollen
. en een stuk van zijn pure zachte slaap opnemen
Maar omdat ik er zoals gezegd niet goed uitkwam, heb ik anderen gevraagd wat hen het meest aansprak in de laatste bundel. Ze kwamen met onder meer deze drie. Van Paul McGrane uit Engeland, wiens gedicht ‘Welkom in mijn land’ eindigt met:
. Ik hoop dat deze grond
. niet lang vreemd voelt aan je voeten
. dat mijn weer
. jouw weer wordt
. dat mijn steden je hun vrijheid bieden
. mijn platteland je het recht om te slenteren
. ik wacht in de Aankomsthal
. met jouw naam.
Van Rupi Kaur, Canadese dichteres van Indiase afkomst die heel korte instagrampoëzie maakt:
. Mensen gaan weg
. maar hoe
. ze vertrokken
. dat blijft altijd
En van een anonieme dichter uit Sri Lanka:
. . Ik hou ervan door jullie straten te lopen
. ik hou van jullie huizen aan de straten
. de tuinen met hun kinderspeelgoed
. de ramen waaruit muziek verwaait
. de grindpaden die minzaam kraken
. de voordeuren met elk hun gezicht
. de koperen bel en glanzende klopper
. het licht dat ‘s avonds overal valt
waar ik van kom zijn de straten donker
. de huizen van aarde en de ramen klein
ik hou van jullie straten die cool zijn
. en namen van schilders en bloemen hebben
Geluk. Amnesty International. Samengesteld door Daan Bronkhorst. Prijs: € 10.