door Jan van Frankrijk
Onder de Kerstboom lag een cadeautje voor mij, de eerste keer in mijn leven dat ik een kerstcadeau kreeg. Als fanatiek sinterklaasvierder kwam de Kerstman, Babo Natale, Père Noël, Santa Claus niet binnen bij mij. Toen ik het pakje openmaakte zag ik met hoeveel liefde mijn Italiaanse vrienden het cadeautje hadden geselecteerd: het bleek een bloemlezing te zijn: Poesie d’ amore, uit gedichten van Jacques Prévert, zowel in het Frans als in het Italiaans. In mijn hotel in Triest heb ik die avond en een deel van de nacht doorgebracht met het lezen van die verrukkelijke poëzie in een speels Frans, bedekt met een laagje surrealisme, gemengd met realisme, verpakt in een taalspel. De gedichten van Prévert hebben alles te maken met de woorden van mensen in de straat, met het spel dat een taalgevoelig mens kan spelen met alle mogelijkheden van de taal: neologismen, dubbelzinnigheden, betekenissen. Het is verrukkelijke poëzie en hoewel ik heel gelukkig ben in Italië, blijft Frankrijk toch mijn eerste grote liefde.
Die liefde werd versterkt toen ik in het Haagse Corsotheater in 1957 de film zag ‘La Seine a rencontré Paris’ van Joris Ivens, waarbij een gedicht van Prévert de basis vormde. Het werd gedeclameerd door Serge Reggiani, de grote chansonnier.
Frankrijk was toen alles voor me. Als jeugdige puber, verliefd op Juliette Gréco en optredend met chansons van Brassens, Béart en Prévert, gebruikte ik als pseudoniem Jan van Frankrijk, spel met mijn naam J.F. Ik kocht wat Livres de Poche met de teksten van Prévert in de hoop die filmtekst te vinden. Dat lukte pas veel later toen Ivens zijn archief aan de stad Nijmegen had geschonken.
Als ik die in liefde voor Parijs gewikkelde tekst nu lees dan voel ik weer die eerste schok, die schitterende combinatie van beeld en woord over de stad der steden.
Qui est là
toujours là dans la ville
et qui pourtant sans cesse arrive
C’est un fleuve répond un enfant
un devèneur de devinettes.
Et puis l’oeil brillant il ajoute
Et le fleuve s’appelle la Seine
quand la ville s’appelle Paris
et la Seine est comme une personne
des fois elle court elle va très vite
elle presse les pas quand tombe le soir….
Ik liftte naar Parijs om ‘erbij’ te zijn. In ‘Les deux Magots’ zong Juliette ‘Les feuilles mortes’ en ‘Je suis comme je suis’. Ze deed het alleen voor mij, dacht ik.
‘Je suis comme je suis
Je suis faite comme ca
Quand j’ai envie de rire
Oui, je ris aux éclats
J’aime celui qui m’aime
est-ce ma faute à moi
Si ce n’est pas le meme
Que j’aime chaque fois..’
Ik moest bijkomen op het meest romantische pleintje van Parijs: de ‘Place Fuerstenberg’, terwijl ik de klokken van Saint Germain des Prés hoorde.
Mouloudji zong ‘la chanson des escargots qui vont à l’enterrement’. Yves Montand zong ‘Pages d’écriture’, dat Willem Hussem mooi vertaalde. Ik gebruikte die vertaling later, toen ik leraar Nederlands was, als leestekst in een methode voor Nederlands ‘Collage’.
Deux et deux quatre
quatre et quatre huit
huit et huit font seize…
Répétez! dit le maître
Deux et deux quatre
quatre et quatre huit
huit et huit font seize.
Mais voilà l’oiseau -lyre
qui passe dans le ciel
l’enfant le voit
l’enfant l’entend
l’enfant l’appelle:
Sauve -moi
joue avec moi oiseau !
Er waren de films. Hij schreef het scenario voor ‘Les enfants du paradis’ van Marcel Carné, die draaide in De Uitkijk. Ook zo een verhaal over romantiek en liefde met Garance (Arletty) en Jean-Louis Barrault, die later nog een rol vervulde in de studentenrevoluties van 1968. Er was ‘Quai des brumes’. En dan nog al die geëngageerde toneelstukken, nadat hij met ruzie vertrokken was uit de surrealistische beweging rondom André Breton.
Ik denk dat zijn contacten met Joseph Cosma, de componist, in Saint Paul de Vence, in de oorlog, hem in hoge mate beïnvloed hebben. ‘Les feuilles mortes’ is het schitterende poëtische en muzikale resultaat.
Nu kan ik van deze chansons genieten wanneer ik wil. Ik zal niet citeren, maar het chanson over ‘Barbara’ in Brest is voor mij met ‘Les feuilles mortes’, een hoogtepunt.
En toch geloof ik niet in Babo Natale.
de Seine, Juliette Gréco, het originele typoscript van La seine a rencontré Paris, Prévert, platenhoes, Place Fürstenberg, Saint German des Près
alle foto’s (c) Hans Franse
–