LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

René van Loenen – Surplace

21 feb, 2022

Vertraging die niet schuurt

door Marc Eyck




De titel van de jongste bundel van René van Loenen is afkomstig uit de wielersport, met name het baanwielrennen. Surplace is een techniek waarbij men nagenoeg stilstaat om als laatste in beweging te komen om zodoende een tactisch voordeel te behalen. Meer in het algemeen betekent surplace zoiets als ‘pas op de plaats houden’. Kortom, vertraging om er je voordeel mee te doen! De titel is daarmee goed gekozen omdat de gedichten observaties zijn die ‘wrikken aan de vanzelfsprekendheid van het oppervlakkig zichtbare’. Tenminste, zo lezen we op de voorflap. Ik kan me daar in vinden. René van Loenen bekend als schrijver van kerkliederen en dichter van religieus georiënteerde poëzie lijkt deze keer zijn inspiratie gehaald te hebben uit het ondermaanse en de ‘petite histoire’.

SURPLACE

Die naast mij rijdt, die tijd vertragen kan
tot een surplace, die mij verleidt
tot een gedicht in wankel evenwicht
dwingt mij op kop.

Krampachtig stilstaan is de prijs
die ik betaal om wat zich aandient
vast te houden tot wij bezweet en uitgeput

de sprint aangaan: een krachtmeting
die ik altijd verlies omdat ze mij laat winnen.

Ik moest bovenstaand titelgedicht een paar keer lezen om te achterhalen wie nu werkelijk wint of verliest in het licht van surplace. Ik ben er niet uit. In ieder geval drukt het gedicht mooi uit dat vertraging nodig is om poëtisch voordeel te behalen en om wat zich aandient (aan inspiratie?) vast te houden. Dat alles tegen de prijs van bezweet en uitgeput zijn.

De premisse van het titelgedicht vertaalt zich in een ander prettig leesbaar gedicht waarbij de dichter stilstaat bij zijn oude school en schooltijd.

SCHOOLPLEIN

Minder uw vaart! gebieden mij de borden.
Dat doe ik, niet alleen omdat het moet.
Zo stapvoets rijdend zie ik hem pas goed:
mijn oude school. Wat is ervan geworden?

Ik hoor en zie een uitgelaten horde,
de juf en meester die hun ronde doen
van boom tot boom – het is nog net als toen –
en straks muteert de chaos weer tot orde.

Wel is er een verdieping bij gekomen
en is de fietsenstalling uitgebreid.
Maar altijd blijft dit plein onder de bomen
een plek van kleurrijke saamhorigheid,
al worden juist twee vechtjassen gescheiden
nu toeteraars mij manen door te rijden.

In 2018 recenseerde Peter J.R. Vermaat voor Meander de dichtbundel Veertig vrouwen uit de bijbel, ook van de hand van René van Loenen. Hij schreef daarover: ‘De lezers voor wie Van Loenen schrijft, lijken vooral kerkelijken en kerkelijk geïnteresseerden te zijn en waarschijnlijk in veel mindere mate literair geïnteresseerden. Voor die tweede groep is het taalgebruik simpelweg te eendimensionaal: er staat wat er staat, afgezien van een woordspeling hier en daar.’

Ik denk dat René van Loenen zich in zijn laatste bundel gerevancheerd heeft. Een gedicht als ‘SCHOOLPLEIN’, zal voor velen van ons herkenbaar zijn. Wie heeft niet eens bij zijn oude school staan wegdromen? Ook het taalgebruik in dit gedicht is niet eendimensionaal maar eerder eenvoudig en transparant. Dat is niet erg want het roept in dit geval herkenning op. Zo zijn er meer gedichten in deze bundel die ‘dicht bij huis blijven’ en raken aan de menselijke ervaring opgetekend in klare taal. En toch… en toch…

Wat ik mis in de gedichten van Van Loenen is de worsteling met de mooi beschreven ervaringen of overdenkingen. De gedichten schuren niet, gaan je niet onder de huid zitten. Er staat weinig op het spel. Zo voelt het tenminste voor mij. Bij het gedicht ‘SCHOOLPLEIN’, moest ik denken aan de dichtbundel 0Het mooiste meisje van de klas (1978) van Driek van Wissen. Een bundel waarin de dichter terugkijkt op zijn tijd als onderwijzer. Een gedicht als ‘Middelbaar Onderwijs’ blijf je herlezen omdat het ontroert en erotisch tegelijk is. Ik mis die ervaring van geraakt worden te veel bij het lezen van de bundel Surplace.

Gelukkig is er de uitzondering op de regel. Onderstaand gedicht laat zien wat de dichter in huis heeft.

MAESTRO

Het fenomeen onzichtbaar als Mozes op de berg.
Vader en ik tussen het volk beneden in de banken.

Het murmelen verstomt. De eerste klanken dalen
als sneeuwvlokken neer uit het grijze gewelf.

Maar engelenzang wordt gaandeweg donder en bliksem.
De maestro komt handen en voeten tekort.

Hier houdt vader van. Hij geniet, maar ik huiver
en krimp ineen. Ik verlang naar de thuisreis,

de tramrit, het lichtspel in de spiegel
van een rimpelloze Amstel.

Dit laatste gedicht ontroerde mij omdat ik meende een inkijkje in de ziel van de dichter te hebben gekregen. Daarbij zit het gedicht goed in elkaar en maakt het gebruik van toepasselijke bijbelse beelden. Dat laatste stoort mij niet omdat ze in dienst staan van en de nadruk leggen op de vader-zoonrelatie. Het uiteindelijk verschil in ervaren wordt dan weer beschreven in eigentijdse beelden. Graag had ik meer van dit soort gedichten aangetroffen.

Liefhebbers van het oeuvre van Van Loenen moeten deze bundel zeker aanschaffen. Het is voor hen verfrissend en nieuw denk ik. Of deze vrucht van de vertraging andere lezers kan bekoren en onder de huid gaat zitten laat zich bezien.

____

René van Loenen (2021). Surplace. Uitgeverij Buijten & Schipperheijn Motief, 64 blz. € 15,- ISBN 9789463691666

     Andere berichten