LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

“Het componeren van een gedicht is van een totaal andere orde dan de intentie trachten te achterhalen.”

23 jun, 2022

August Tholen woont in Den Bosch, iets buiten het historische centrum. Zijn pseudoniem ontleende hij aan zijn geboorteplaats: het Zeeuwse eiland Tholen gecombineerd met zijn geboortemaand, augustus. Zijn gedichten publiceert hij meestal onder dit pseudoniem. Aangezien hij onder zijn eigen naam kinderboeken schrijft brengt hij zo een scheiding aan tussen zijn verschillende genres. Niet omdat hij dat zelf zou willen, maar schrijvers van kinderboeken worden vaak minder serieus genomen wanneer ze hun werkveld ook naar de literatuur voor volwassenen verleggen, verklaart hij.
Martin Max Aart de Jong zocht hem op en sprak met hem.

foto © Laetitia Linders

 

.      De dag dat er niets gebeurde

Ik weet nog precies waar ik was,
die dag dat er niets gebeurde.
De dag toen er niets doorbrak, uitbrak,
ontstak of buiten zijn oevers trad.
Niets dat scheurde, spleet, vrijkwam,
losschoot of zich in iets anders boorde.

Er was de brief die niet arriveerde,
de intentie die niet werd uitgesproken,
de angst die niemand bekroop,

de schreeuw die nooit de keel verliet,
de razende windhoos die alles op zijn
pad ongemoeid liet, het scheepswrak
in de Zuidzee dat onontdekt bleef, het
hoofd dat op de hals bleef, de soldaat
die van een koude oorlog thuiskwam,
de brand die het bos tot aan de grond
toe spaarde.

Ik droeg die grijze broek (of was het
die geruite?) en zat de hele dag aan de
buis gekluisterd waar steeds hetzelfde
fragment herhaald werd van de minister
president die op klaarlichte dag en voor
het oog van de camera’s zei dat hij zich
niet kon herinneren iets over iets gezegd
te hebben.

Daarna kwam er een historicus die
sprak van ‘een historische dag als alle
andere’ en een orkest dat een met
kussens gedempte symfonie speelde.

Niet veel later belde mijn moeder.
Heb je het ook gezien, vroeg ze.

Ik kon naar waarheid antwoorden
dat mij niets, maar dan ook
helemaal niets was ontgaan.

Hoewel ik vooraf een aantal vragen heb opgesteld besluit ik de tablet gaandeweg het gesprek terzijde te schuiven. We raken in gesprek over de algehele succesneurose die ook veel kunstenaars in zijn greep weet te houden. August zegt zelf weinig last te hebben van manifestatiedrang. Voor anderen lijkt het daardoor dat hij vooral voor zichzelf schrijft. Dat ziet hij anders. Hij stelt het werk op zich centraal.
In dat werk speelt in mijn optiek het begrip tijd een grote rol, en ook met name de jeugdperiode binnen een mensenleven.
‘Daar kon je wel eens gelijk in hebben’, beaamt August. ‘Maar het ligt er ook aan wat je gelezen hebt.’
Dat ook de actualiteit in zijn prijswinnende gedicht doorschemert, weerlegt August wanneer het ter sprake komt. Dat er een president in figureert die zich niets herinnert heeft weinig met de zittende minister-president te maken. Er kan een toevallig verband worden gezien dat voortkomt uit het gedicht als geheel.
August is van mening dat je beter niet aan de dichter kunt vragen een gedicht te verklaren. Het componeren van een gedicht is van een totaal andere orde dan de intentie trachten te achterhalen. Al is August voor een groot deel van de (schrijf)tijd wel degelijk bezig te achterhalen wat de bedoeling is van het gedicht, op zoek is naar maximale zeggingskracht, omdat intentie de motor is die het gedicht voortdrijft. De schoolse methode van ontleden komt echter volgens August neer op vivisectie, het snijden in levend weefsel, het op microscopische schaal ontleden in de armetierige hoop zo het geheel te doorgronden.
Ik zeg dat het mij gaat om het totaalbeeld, de achtergrond van het leven van de dichter en zijn omgeving. Zijn visie op het leven en de omgeving waarin hij zich bevindt. Voor August speelt de natuur daar een grote rol in. Dat is niet verwonderlijk aangezien hij in een bosrijke omgeving is opgegroeid en en gefascineerd raakte door de hem omringende natuur. Zijn vader was beroepsmilitair. De verhoudingen thuis waren verre van optimaal, maar toch heeft August mede door de groene omgevingen van de kazerneterreinen waar in de natuur van alles te ontdekken veel mooie herinneringen aan zijn jeugd.
Kunst, wetenschap en natuur. Voor hem liggen ze in elkaars verlengde. Ze geven diepte en betekenis aan het leven
Hetzelfde geldt voor de geschiedenis. De historische gelaagdheid van Den Bosch lijkt een magische aantrekkingskracht te hebben op de dichter.
‘Je kunt niet om de verschillende periodes van de geschiedenis heen’, zegt August, als we door de stad fietsen. Hij vertelt honderduit over plekken waar hij gewoond heeft en plekken van historisch belang. Kloosters en kerken. Vestingwallen.

 

.      Remplaçant

Broer die ik Liefde noem,
hoe vaak kwamen we elkaar
niet tegen in de zachte delen
van de nacht, in het craquelé
van oude verflagen en in pas
gewassen winkelruiten?

Altijd als vreemden, omdat
op jou geen naam wachtte
daarbuiten, enkel verlossende
handen om je gruizelig lichaam
van schede naar graf te dragen.

De taart en de slingers, het
gelach en de koekjes met de
tekst ‘U staat op het punt om
een onbekende weg in te slaan’
waren voor mij, je remplaçant.

Een goed moment, leek me,
om zelf eens op te staan uit
dat graf waar ik zolang
in gelegen had,

verstoken van poëzie, de
beloften en dagen tellend
op de vingers van één hand.

Hij heeft de academie voor Beeldende Kunst doorlopen. Mondjesmaat publiceerde hij. Vroeger in Maatstaf. Daarna ook op Krakatau, dat eerst op papier verscheen en later online verder ging. Het belang van een redactie is groot, niet alleen voor het publicerende medium. August waardeert de samenwerking met een goede redacteur. ‘Goede feedback, daar heb je wat aan. Dat maakt het werken zoveel interessanter. Het geeft er diepte en inhoud aan.’

Zijn derde prijs bij de gedichtenwedstrijd zorgde ervoor dat hij in de belangstelling kwam te staan. Bij de prijsuitreiking in De Brakke Grond waren de eerste en tweede prijswinnaars afwezig. Die kwamen uit België en waren beide verhinderd. De een geveld door corona, de ander vanwege werkzaamheden in het onderwijs. Het werd mede daardoor voor August een dag dat er veel gebeurde.

Hoewel de reis richting de Randstad bij de natuurminnende August altijd weerzin oproept (vanwege het verwoeste landschap dat daar grotendeels uit industrie en bebouwing bestaat) kan hij het idee om in de Leidse galerie Zone bij het poëzielaboratorium nog eens in gesprek te gaan en er voor te dragen waarderen. Ook Leiden is immers een stad die doordrenkt is met geschiedenis.

 

.      Voor wie naakt is en slaapt

Daar stond ik, klokpropeller
aangedreven, in het groenhuis
van mijn jeugd.

Tussen de citrusgaarden
en stille steden, de zachte
regens en dwarrelwinden.

De exotische planten en
gedachten, de moleculen
van de dood, de ijle
dromen van elders.

Tussen de wijnvaten van
de ouderdom, gistend
onder een te strak
aangedraaid deksel,

nog maar nauwelijks
bekomen van de schrik.

Het is van hieruit dat
ik je probeer te wekken.
Slaap niet weer in.

Het raam dat openwaait
ben ik.

 

     Andere berichten

Interview Bart Adjudant

‘Veel poëzie waar ik van houd is gemaakt om gezongen te worden’ door Inge Boulonois   Dichter en musicus Bart Adjudant (Den Haag,...

Interview Bernard Wesseling

Interview Bernard Wesseling

‘Er is een direct verband tussen taalverloedering en gevoelsarmoede.’  door Cora de Vos   Schrijver en dichter Bernard Wesseling...

Interview Jan J. Pieterse

Interview Jan J. Pieterse

'van puntdicht naar bühne' door Inge Boulonois   Jan J. Pieterse (geboren in Goes) heeft een passie voor het theater. Hij presenteert...